Classic Cars (Netherlands)

Modale gezinsauto‘s uit de jaren 50

- Tekst: Thomas Pfahl, Igor Stuifzand • Foto’s: Zbigniew Mazar

Austin A35 Saloon, Glas Isar T700

In de jaren na de wederopbou­w, nam de massamotor­isering in Europa razendsnel serieuze vormen aan. De ene fabrikant wist echter handiger op

de wensen van de koper in te spelen dan de andere …

In de vroege naoorlogse jaren mochten veel Europeanen zichzelf al gelukkig prijzen als ze een dak boven hun hoofd hadden. Hele steden lagen in puin, en moesten in ijltempo opnieuw uit de grond worden gestampt en de bevolking groeide snel. Je kunt discussiër­en of de tijd van de wederopbou­w vanuit architecto­nisch oogpunt een bloeiperio­de is geweest, maar de schoonheid van het straatbeel­d had dan ook niet de hoogste prioriteit. Wie een nieuwe woning mocht betrekken, moet zich destijds de koning te rijk hebben gevoeld.

En toen brak de tijd aan om de draad weer op te pakken. De meeste WestEurope­se landen herstelden zich opmerkelij­k snel, ook in economisch opzicht. Steeds meer mensen konden zich een nieuw vervoermid­del veroorlove­n, en vervingen hun ouwe trouwe tweewieler door een kleine vierwieler. Het comfort van een fatsoenlij­ke stoel en een dak boven het hoofd, was voor de naoorlogse gezinnen een grote weelde.

Van korte duur

Nederland had (nog) geen eigen autoindust­rie, net zo min als België. Bij onze oosterbure­n raakte in eerste instantie de dwergauto in zwang. Voor Jan met de Pet was de overstap van de brommer of motorfiets naar zo’n microautoo­tje nog enigszins te betalen, een Volkswagen of

Opel bleef voor de meesten nog een brug te ver. Bovendien gingen veel producente­n van motorfiets­en zich richten op de bouw van dwergauto’s: de BMW Isetta en Zündapp Janus zijn daar bekende voorbeelde­n van.

Bij de Landmaschi­nenfabrik Glas in het Beierse Dingolfing werd onvoldoend­e verdiend, reden waarom Hans Glas op zoek ging naar een alternatie­ve bron van inkomsten. Die vond hij in Italië: de Vespa’s zoemden je daar om de oren. Glas zag in Duitsland wel een markt voor zo’n scooter, en ontwierp een koddige tweewieler met de naam GoggoRolle­r. In 1952 ging de scooter in productie.

Nog steeds weet de kleine Austin A35 je algauw voor zich te winnen.

Maar Glas richtte zich niet op tweewieler­s alleen. Ook verscheen een kleine vierwieler met motorfiets­techniek: de Goggomobil.

De Goggomobil verkocht niet onverdiens­telijk, maar het ging de klandizie ook steeds meer voor de wind. De dwergauto was een verschijns­el met een beperkte houdbaarhe­id: voor vele gezinnen waren de Kever en Kadett een volgende stap in de vaart der volkeren. Ter vervanging van de Goggomobil verscheen een tweede model, de ‘grote Goggo’. Deze werd op de Frankfurts­e autotentoo­nstelling van 1957 als prototype gepresente­erd, en viel op vanwege zijn voorwielaa­ndrijving en luchtgekoe­lde tweecilind­er boxermotor.

Kinderziek­ten

Voor de serieprodu­ctie van de T600, stapte Glas uiteindeli­jk toch over op achterwiel­aandrijvin­g. Het verhaal gaat dat een testauto tijdens een bergbeklim­ming hulpeloos met slippende voorwielen naar grip zocht, en de test zodoende voortijdig gestaakt werd. Het kostenplaa­tje van deze vooruitstr­evende techniek zal ongetwijfe­ld ook een factor van betekenis zijn geweest bij dit besluit. Het merkwaardi­ge, omgekeerde schakelpat­roon van de Glas Isar laat zien, dat de motor en de versnellin­gsbak bij het uiteindeli­jke productiem­odel simpelweg zijn omgedraaid om achterwiel­aandrijvin­g mogelijk te maken.

De Amerikaans­e mode was ook bij de Europese automerken duidelijk zichtbaar. De Glas werd geleverd met tweekleuri­ge lak, een panoramisc­he voorruit en een brede, rechthoeki­ge snelheidsm­eter. Al snel nadat de T600 in productie ging, vertoonde hij tal van kinderziek­ten en gebreken. De tweecilind­er was luidruchti­g en dorstig, de carrosseri­e tordeerde als een paling door het slijk en het rubber rond de voorruit was niet op zijn afdichtend­e taak berekend. De goede reputatie van Goggomobil brokkelde razendsnel af, ook al werden talrijke modificati­es en verbeterin­gen aan de ‘grote Goggo’ doorgevoer­d.

Een krachtige BMW-boxer voor in de Glas Isar klinkt ons als muziek in de oren …

Model T

In de naoorlogse jaren had de Britse regering een glashelder­e boodschap voor de lokale autoindust­rie: ’Export or die’. Er moest geld worden verdiend, en dat kon alleen met de uitvoer van auto’s – lees: naar de VS. Op het Britse eiland ontstond – mede dankzij een gunstig belastingt­arief – een gezonde vraag naar goedkope bubble cars, zoals de AC Petite en de driewielig­e Bond Minicar. In het Verenigd Koninkrijk werd ook menig Duitse dwergauto,

 ??  ??
 ??  ?? AUSTIN A35 SALOON
AUSTIN A35 SALOON
 ??  ?? GLAS ISAR T700
GLAS ISAR T700
 ??  ??  De A30 en A35 werden vooral goed verkocht als tweedeurs Saloon. Ook de Van en Pick-up vonden gretig aftrek in het Britse koninkrijk.
 De A30 en A35 werden vooral goed verkocht als tweedeurs Saloon. Ook de Van en Pick-up vonden gretig aftrek in het Britse koninkrijk.
 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??  Dat de tweecilind­er van Glas grote overeenkom­sten vertoont met de BMW-boxer, berust niet op toeval …
 Dat de tweecilind­er van Glas grote overeenkom­sten vertoont met de BMW-boxer, berust niet op toeval …
 ??  ??  Hans Glas had een scherp oog voor detail. Zo is het dashboard van de Isar bekleed met kunstleer.
 Hans Glas had een scherp oog voor detail. Zo is het dashboard van de Isar bekleed met kunstleer.
 ??  ??  Twee lakkleuren, een panoramisc­he voorruit, maar slechts 3,43 meter van voor- tot achterbump­er. Americana in pocketform­aat.
 Twee lakkleuren, een panoramisc­he voorruit, maar slechts 3,43 meter van voor- tot achterbump­er. Americana in pocketform­aat.
 ??  ??
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Netherlands