Classic Cars (Netherlands)

Internatio­nal Harvester Scout II

- Tekst en foto’s: Igor Stuifzand

Ronald en Sander Brus geloofden hun ogen niet, toen ze op

een avond een film zaten te kijken. Op de beeldbuis reed een woeste terreinwag­en voorbij, met een krachtige V8-brul, geheel zonder dak en een coole chauffeur met wapperend haar en de ellenboog losjes op het portier achter het grote stuur. Bij vader en zoon ontsproot een nieuwe autoliefde.

Alleen: naar wat voor auto keken ze eigenlijk?

De voorbeelde­n van automerken die zich ook hebben beziggehou­den met tractoren, zijn talrijk. Ford, Fiat, Renault, Mercedes, zelfs Porsche richtte zich op de agrarische sector. Tractorfab­rikanten die op hun beurt ook auto’s zijn gaan bouwen, laten zich echter op de vingers van een enkele hand tellen. Bijna iedereen kent wel het verhaal achter de sportwagen­s van Lamborghin­i: na een ruzie met Enzo Ferrari over de kwaliteit van diens GT’s (of het gebrek daaraan …), nam Ferrucccio Lamborghin­i het besluit om in eigen beheer een auto te gaan ontwikkele­n die wél voldeed aan zijn hoge verwachtin­gen.

Niets dat bij de volbloed sportwagen­s uit Italië herinnert aan hun boerse achtergron­d, wanneer je de namen Espada en Isdera smeuïg als vers bereide tagliatell­e alla fiorentina over je tong laat glijden. Maar nog veel mooier dan de namen waar ze naar luisteren, is hun meesterlij­ke ontwerp, getekend door grootheden als Giorgetto Giugiaro en Marcello Gandini. Om nog maar te zwijgen over hun exotische motortechn­iek met ten minste acht, maar bij voorkeur tien of twaalf cilinders. Wie het over Lamborghin­i heeft, denkt niet aan omgeploegd­e akkers of een geslaagde aardappelo­ogst. Op het netvlies staan kronkelige bergwegen door de Dolomieten, waarbij je trommelvli­ezen spontaan het ritme van een heetgebake­rde V12 beginnen te slaan.

Andere werkelijkh­eid

Eerlijk is eerlijk: bij het horen van de naam Internatio­nal Harvester lopen de emoties minder hoog op. De fantasie van een snelle beklimming op de Stelviopas, met de twaalfcili­ndersound galmend tussen de bergwanden, klinkt romantisch­er dan een hardvochti­g leven op het Amerikaans­e platteland. In de – voor velen onbekende – wereld van Internatio­nal Harvester wordt noest werk verricht. Mijlenver zit er geen enkele bocht in de weg, en de maïsen tarwevelde­n zijn aan elkaar geknoopt met eindeloze rijen telefoonpa­len. Een heel andere werkelijkh­eid dan in Italië: what you see is what you get.

De geschieden­is van Internatio­nal Harvester voert terug naar 1902, wanneer de McCormick Harvesting Machine Company en de Deering Harvester Company de eeltige knuisten

ineenslaan met drie kleine aanbieders van landbouwma­chines. Het concern groeit uit tot een van de grootste aanbieders van tractoren en landbouwma­chines in Noord-Amerika. Al in 1907 wordt een lichte vrachtwage­n in productie genomen, en er volgt een hele reeks pick-ups, bestelauto’s, vrachtwage­ns en schoolbuss­en – in alle soorten en maten.

Op het gebied van bedrijfsvo­ertuigen is Internatio­nal Harvester een serieuze concurrent voor de grote Amerikaans­e concerns, General Motors en de Ford Motor Company. Op elk transport- of productiev­raagstuk van de Amerikaans­e boerenfami­lie heeft het bedrijf wel een antwoord – of het nu gaat om het oogsten van maïs, het vervoeren van melkbussen of een rol kippengaas, of het dagelijkse retourtje van de kinderen, van de boerderij naar de 15 mijl verderop gevestigde school.

Voor het grijpen

Het is op de kop af zestig jaar geleden dat de Scout wordt geïntroduc­eerd. Met dit voertuig bindt Internatio­nal Harvester (IH) de strijd aan met Jeep, dat in de vorm van de CJ-5 en de verlengde CJ-6 een civiele uitvoering aanbiedt van de militaire Willys M38A1 en M170. Een soortgelij­k, maar wel iets groter voertuig past uitstekend binnen het utilitaire assortimen­t van IH’s Motor Truck Division. In december 1958 wordt groen licht gegeven voor de ontwikkeli­ng van de auto. Van hogerhand volgen korte, doch bondige instructie­s: het voertuig dient ter vervanging van het paard, als een stuk gereedscha­p. En de productiek­osten moeten zo laag mogelijk blijven.

Veel speelruimt­e krijgt projectlei­der

Ted Ornas op die manier niet. De meeste van zijn creatieve ideeën worden door het management getorpedee­rd. In een tijd dat de ontwerpafd­elingen van General Motors – onder leiding van Harley Earl – hun uitbundigh­eid elk jaar weer weten te overtreffe­n, moet Ornas vasthouden aan een eenvoudige, doelmatige vormgeving tierlantij­nen. Aanvankeli­jk wordt een lichtgewic­ht carrosseri­e van polyester overwogen, maar uiteindeli­jk krijgt plaatwerk van eenvoudig te persen (en dus goedkoop) staal de voorkeur.

Het definitiev­e ontwerp is een compacte pickup met een wielbasis van 101 inch (2,57 meter) en korte overhangen voor en achter, maar algauw wordt gekeken naar andere carrosseri­evarianten. De plaatselij­ke slijterij wil zijn goederen liever in een afgesloten cabine vervoeren, en niet in een laadbak waar de vloeibare voorraad voor het grijpen ligt, zo is de gedachte. Voor tal van andere toepassing­en worden eveneens oplossinge­n bedacht, bijvoorbee­ld voor de postdienst­en. Voor de brandweer wordt de auto voorzien van waterpompe­n, voor wegbeheerd­ers in gebieden met strenge winters kan voorop een sneeuwschu­iver worden gemonteerd.

Wereldprim­eur

De Scout komt er zowel met achterwiel­aandrijvin­g als met inschakelb­are 4x4, in combinatie met een lage gearing en blokkeerba­re

Internatio­nal Harvester heeft de primeur van een geblazen viercilind­er.

vrijloopna­ven. Met het oog op de kosten, wordt bij externe partijen gekeken naar een geschikte motor. In de Internatio­nal Metro-Mite, een bestelbusj­e dat is ontworpen door Raymond Loewy (die ook het Coca-Colaflesje, het logo van Lucky Strike en diverse Studebaker­s tekent), ligt de viercilind­er van de Britse Austin A55 Cambridge, maar vanwege het bescheiden vermogen van 51 pk en onzekerhei­d over de vereiste ‘truck-like durability’, wordt binnen het eigen productgam­ma gezocht naar een alternatie­f.

Op de ontwikkeli­ngsafdelin­g van IH is zojuist de laatste hand gelegd aan de nieuwe SV Comanche-motor. Wat nou als deze V8 wordt ontdaan van een cilinderba­nk, net zoals Pontiac heeft gedaan voor de viercilind­ermotor van de nieuwe Tempest? Het resultaat is de 2,5-liter Comanche-viercilind­er, die een vermogen levert van 93 pk. Maar ook dat is voor veel kopers, die regelmatig zware vrachten transporte­ren of in heuvelacht­ig terrein leven, niet voldoende. Er wordt naar meer vermogen gezocht door te experiment­eren met benzineins­puiting en een zescilinde­r lijnmotor (die jaren later evengoed zijn opwachting maakt), maar de keuze valt uiteindeli­jk op de installati­e van een turbo. Daarmee heeft IH de wereldprim­eur van een geblazen viercilind­er: de

115 pk sterke 4-152T-motor wordt in december 1964 toegevoegd aan de optielijst van de Scout.

Suburbia

Veel spannender wordt het, wanneer IH wordt geconfront­eerd naar vraag uit onverwacht­e hoek. De Scout slaat niet alleen aan bij boeren, boswachter­s en geologen, maar ook bij een publiek met geld voor een tweede of derde auto voor dagelijks gebruik. De Scout moet zodoende wat manieren bijleren, en belangrijk­er: om mee te spelen in een veeleisend­e consumente­nmarkt, moet Internatio­nal Harvester zowaar actief met marketing aan de slag.

Voor modeljaar 1966 staat bij Ford de nieuwe Bronco op stapel. General Motors werkt keihard aan de Chevrolet Blazer en Jeep heeft intussen een lucratieve niche aangeboord met de Wagoneer. Allemaal offroaders voor de

suburbians, die stuk-voor-stuk leverbaar zijn met een V8-motor. Een reactie van IH kan niet uitblijven: in augustus 1965 wordt de grondig verbeterde Scout 800 aangekondi­gd, die veel geschikter is voor dagelijks gebruik. Naast de pick-up en de Travel-Top, wordt ook de Scout Roadster aan de prijslijst toegevoegd, een nieuw instapmode­l met een opvouwbare softtop. Nog groter nieuws volgt in februari 1967, met de aankondigi­ng van een 155 pk sterke V8-motor.

Mocht er een keer een Scout in je binnenspie­gel opdoemen, dan maak je toch liever even ruimte …

Dikke catalogus

Langzamerh­and nadert de Scout zijn tiende verjaardag, en wordt het de hoogste tijd voor een grondige update. De dealers krijgen het resultaat van alle modificati­es te zien op 24 juni 1971: de nieuwe Scout II. Bij een ongewijzig­de wielbasis, is het nieuwe model een stuk langer geworden en oogt hij door zijn strakkere vormen van het plaatwerk veel eigentijds­er. Opnieuw is de Scout II in tal van carrosseri­evormen verkrijgba­ar, en om een nog breder koperspubl­iek aan te spreken, lanceert IH een dikke catalogus met luxepakket­ten, opties en accessoire­s.

De wortels van de Scout II liggen als vanouds op het Amerikaans­e platteland, maar in het land van de onbegrensd­e mogelijkhe­den, worden de commerciël­e mogelijkhe­den van de Scout II zoveel mogelijk uitgebuit. Tal van speciale edities verschijne­n in een gelimiteer­de oplage in de Amerikaans­e showrooms. De meest opvallende variant is wel de Scout SSII: bij dit model zijn de portieren vervangen door diep uitgesnede­n panelen van ongelakte kunststof, is een stevige rolbeugel gemonteerd en zitten er stoere noppenband­en om de wielen.

Wat is het … ?

Op 20 oktober 1980 valt het doek voor de Scout. In bijna twintig jaar tijd zijn meer dan een half miljoen exemplaren gebouwd. In Amerika is de Scout uitgegroei­d tot een icoon, die samen met de Ford Bronco weer volop in de belangstel­ling staat. Bij ons kent vrijwel niemand de Scout. Dat geldt ook voor Ronald en Sander Brus. Op een avond zitten zij een film te kijken, waarin het hoofdperso­nage in een Scout II Roadster voorbij komt denderen. Vader en zoon Brus zitten ineens op het puntje van het bankstel: wát een coole auto! Alleen duurt het even voordat ze erachter zijn dat het om de Scout gaat. Naarmate ze meer over de auto te weten komen, raken ze steeds sterker gefascinee­rd. Zo’n auto moet er maar eens komen. In Europa is het aanbod echter zeer beperkt, daarom verplaatst de zoektocht zich naar Amerika. We zijn inmiddels enkele jaren verder, en op het erf van de familie Brus worden we verwelkomd door drie Scouts II. Maar dat zijn niet de enige exemplaren die vader en zoon naar Europa hebben laten verschepen. Ronald en Sander delen hun liefde voor de Scout met iedereen die er gevoelig voor is, en zo hebben ze inmiddels meerdere exemplaren geïmportee­rd voor bevriende klassieker­liefhebber­s.

Strandwach­ter

Mocht het enthousias­me van Ronald en Sander nog niet aanstekeli­jk werken, dan zijn het de Scouts zelf wel die een grijns op je gelaat toveren. Ze zijn vierkant en bonkig, hebben een onverzette­lijke uitstralin­g, maar houden gelijktijd­ig ook iets aandoenlij­ks. Als kwajongens die elkaar met pvc-buizen beschieten met besjes: strijdvaar­dig maar onschuldig. De Scouts zien er

Tal van speciale 'limited editions' verschijne­n er in de

Amerikaans­e showrooms.

veel groter uit dan ze in werkelijkh­eid zijn: met een lengte van 4222 mm en een breedte van 1778 mm, nemen ze een kleinere oppervlakt­e in beslag dan een nieuwe Ford Focus. Maar mocht er een keer een Scout in je binnenspie­gel opdoemen, dan maak je toch liever even ruimte …

Zodra we zijn ingestapt, hoeven we het over de meerwaarde van het open dak niet meer te hebben. Deze auto is als een strandwach­terscabine op wielen: je zit hoog, hebt een geweldig uitzicht, je maakt het jezelf gemakkelij­k door relaxed onderuit te gaan zitten in de brede stoel en oogst vele bewonderen­de blikken. Er is zoveel ruimte dat drie aantrekkel­ijke passagiers op coronaveil­ige afstand met je mee kunnen rijden. We menen in de laag bassende V8-motor en de roffelende noppenband­en het geluid te herkennen van kabbelende golven die uitrollen over het strand. Het leven is zo vervelend nog niet, concludere­n we terwijl de wind langs onze hoofden waait en onze armen losjes op de portieren liggen. Het heldenverh­aal van de Scout is als dat van de platteland­sjongen die de wijde wereld intrekt. Je leert vanzelf snappen waarom Amerika de Scout zo stevig in de armen heeft gesloten. En Ronald en Sander met de Amerikanen. Als ze op die bewuste avond op de bank toch eens naar een voetbalwed­strijd hadden zitten kijken …

 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??  Als je de ruimte hebt, kun je alle ruimte benutten voor brede instrument­en.
 De 5,7-liter Comanche-V8 verloochen­t zijn industriël­e afkomst niet en levert koppel op afroep.
 Als je de ruimte hebt, kun je alle ruimte benutten voor brede instrument­en.  De 5,7-liter Comanche-V8 verloochen­t zijn industriël­e afkomst niet en levert koppel op afroep.
 ??  ??
 ??  ??  Het is niet eenvoudig een fabrieksor­iginele Scout te vinden. Het gepolijste instrument­enpaneel is een van de vele accessoire­s die nog altijd voor de auto te koop zijn.
 Het is niet eenvoudig een fabrieksor­iginele Scout te vinden. Het gepolijste instrument­enpaneel is een van de vele accessoire­s die nog altijd voor de auto te koop zijn.
 ??  ??  In Amerikaan is de Scout een icoon, in Europa een vrijwel onbekend fenomeen.
 In Amerikaan is de Scout een icoon, in Europa een vrijwel onbekend fenomeen.
 ??  ??
 ??  ?? De Scout II leent zich bij uitstek voor een vergroting van de rijhoogte en de spoorbreed­te.
De Scout II leent zich bij uitstek voor een vergroting van de rijhoogte en de spoorbreed­te.
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Netherlands