Elektrische Alpha
Dit is de Alpha Ace. Ja, met ‘ph’ en niet met een ‘f’. Het compacte, elektrische coupeetje komt dan ook niet uit Italië, maar uit de Verenigde Staten. Maar kijk eens, hij heeft wel iets weg van een klassieke Alfa Romeo Giulia Sprint GT!
De Alpha Motor Corporation is een Californische startup, die nu twee elektrisch voertuigen in ontwikkeling heeft. De ene is de Alpha Icon – een compact bedrijfswagentje – en dit is de Ace. De Ace is 4,18 meter lang en heeft enigszins karikaturale proporties, met flinke ballonbanden, uitgebouwde ronde spatborden en een bolhoedachtige daklijn. Ook leuk: als modellogo heeft de Ace het schoppensymbool uit het kaartspel op de voorschermen. Dat doet wel weer een beetje denken aan het klavertje vier dat de Quadrifoglio-versies van Alfa Rome siert. Het dashboard van de Ace is extreem minimalistisch, met een stuur en een scherm.
De tweezitter heeft een elektrische actieradius van
400 kilometer, aldus Alpha. Hij gaat in ongeveer 6 seconden naar 100 km/h. Althans, als de Ace ooit op de markt komt. Want de prioriteiten van Alpha lijken bij de eerdergenoemde Icon te liggen. Die moet – als alles goed gaat – in 2023 voor het eerst van de band rollen. Ook over richtprijzen van de Alpha Ace laten de makers nog niets los.
Het loopt even wat minder met Renault. Dus komt de nieuwe topman Luca de Meo met een ‘reddingsplan’. Daarin staat dat Renault zich gaat richten op een nieuwe productlijn, die sterk leunt op het verleden van het Franse merk. Er komen moderne varianten van de roemruchte Renault 4, die in 2021 zijn zestigste verjaardag viert, en de Renault 5. In beide gevallen draait het om retromodellen met een elektrische aandrijflijn.
Nadruk op c-segment
Renault draait verlies, onder meer door de wereldwijde coronacrisis. Het Franse merk doet het zelfs nog iets slechter dan gemiddeld. Daarom wil het bedrijf meer dan 2 miljard euro besparen. Daardoor zullen vele banen sneuvelen, bovendien wil de nieuwe topman van slecht lopende modellen af. Dit betekent dat in de nabije toekomst onder meer de Scénic, Espace en Talisman van het toneel verdwijnen. De Meo wil de nadruk gaan leggen op het C-segment, waarin Renault nu de Mégane en Kadjar levert.
Miljonairs
Van de originele Renault 4 zijn tussen 1961 en 1992 meer dan 8 miljoen exemplaren gebouwd. Het bijzondere aan de ‘Citroën 2CV van Renault’ was dat hij aan de linker- en rechterkant een andere wielbasis heeft. Dit komt doordat de achterste torsie-assen achter elkaar zijn geplaatst. Ook de Renault 16 kende die constructie.
Van de Renault 5 (1972 tot 1996) werden ruim 5,5 miljoen stuks gefabriceerd. Het Vijfje heette in de Verenigde Staten ‘Le Car’. Er waren diverse sportieve varianten van de Renault 5, waaronder de brede 5 Turbo met de motor achterin. In zijn nadagen werd de gemoderniseerde versie van de R5 ‘Supercinq’ genoemd. Vraag is of Renault bij de elektrische versie hierop gaat voortborduren, of juist op het oermodel. Hoe dan ook zijn we erg benieuwd naar de terugkeer van de R4 en R5.