Processors
Eerlijk gaat het traagst Over ARM64, RISC-V en Microsofts toekomstplannen. En hoe niet gedocumenteerde aanpassingen eerlijke vergelijkingen tussen processors verhinderen.
Processors met x86-architectuur (al dan niet gefabriceerd door Intel) zijn zeker niet het enige platform voor Windows. Afgelopen jaar doken berichten op over een x86-emulator voor het geplande Windows 10 voor ARM64 met de naam CHPE. Dat werd gezien als codenaam voor Cobalt-HP-Emulation maar bleek te staat voor Compiled Hybrid Portable Executable. Volgens de toelichting van Microsoft op Build 2017 zijn dit hybride 32-bit DLL's met compatibele interface, maar native ARM64-code. Het PE-bestandsformaat heeft ook al langere tijd een entry voor ARM64, passend genoeg als 0xaa64.
Maar behalve CHPE omvat het concept van Microsoft ook een (32-bit) x86to-ARM-CPU-emulator. Daarbij zou HP mogelijk wel een rol spelen. Want als dit concept al haalbaar is, kan het nog op legale problemen stuiten. Intel heeft afgelopen zomer maar al te duidelijk aan Microsoft en Qualcomm laten weten dat ook x86-emulatie beschermd is en dat het bedrijf nauwlettend in de gaten zal houden of patentrechten niet geschonden worden. Behalve natuurlijk als de aloude (Itanium-)partner HP er op de een of andere manier bij betrokken is met oude emulatierechten.
Andromeda, Aruba, Oasis, Polaris: Microsoft houdt zich flink bezig met allerlei modulaire besturingssystemen voor verschillende hardwareplatformen. Net als ooit bij Itanium, moeten ze met een Hardware Abstraction Layer worden vertaald voor de onderliggende processors. Dat kan nog spannend worden.
Risc V en AMD
Ondertussen staat ook RISC-V te wachten achter de coulissen. Voor deze open processorarchitectuur van de universiteit van Berkely bestaan ook PE-entry's voor 32-, 64- en zelfs 128-bit, evenals verschillende emulators. SiFive heeft al de eerste 64-bit quadcore-SoC U54 MC Coreplex uitgebracht, in ieder geval als Verilog-code. Het begint langzamerhand serieus te worden, volgend jaar valt de eerste hardware te verwachten. Daarna kan ook RISC-V interessant worden voor Microsoft. Microsoft maakt overigens net als HPE, Qualcomm en AMD deel uit van de RISC-V-Foundation. Alleen Intel zit daar niet in.
De concurrentie op de markt voor legale x86-hardware wordt dus groter. Zo zijn ondertussen de eerste systemen op basis van AMD's Epyc op de markt. Her en der worden problemen gemeld met Ryzen en Linux, maar bij ons draaien twee Epyc-7601-processors al geruime tijd probleemloos onder Ubuntu 16.04. Die slaan een goed figuur tegenover Intels Scalable Xeon-processors, zelfs met AVX512.
Oneigenlijke resultaten
Eerlijk benchmarken wordt tegenwoordig wel steeds lastiger. In het grijze gebied tussen processor, moederbord en BIOS wordt flink gerommeld met klokfrequenties, spanningen, turbo enzovoort, nog los van omstandigheden als koeling, stroomvoorziening en de aardstralen ter plekke. Dit komt duidelijk naar voren bij Intels mobiele Y-processors zonder cpu-fan. Bezuinigt een fabrikant op de koeling, dan werkt een dure Core-i7Y trager dan een veel goedkopere Core-i3Y. Het is sowieso de vraag of een processor volgens de specificaties draait. Het BIOS past soms instellingen toe die eigenlijk bij 'overklokken' thuishoren. Misschien draait het wel stabiel, maar het verbruikt duidelijk meer energie. En hoe zit het dan met de garantie?
Moederbordfabrikanten voeren op die manier hun producten op. Zo ontdekten we bij een test van Intels Core i9-7980X dat het Asus-moederbord de turbo van de cpu opvoerde bij automatisch laden van XMP-profielen voor het RAM. Bij handmatig instellen van dezelfde timings was de cpu 5 procent trager, maar verbruikte hij bij maximale belasting 30 watt minder.
Dat komt cpu-fabrikanten waarschijnlijk ook niet slecht uit, omdat ze zo met hogere benchmarks kunnen pronken. Er zijn meer van dit soort praktijken, zoals het verhogen van de frequentie van het subsysteem voor de cpu-cache. Eerlijk duurt in dit geval echt het langst. (mdt)