C’t Magazine

High-speed ssd's

Zeven ssd's met PCIe-interface getest

- Lutz Labs

Ssd's zijn inmiddels populair als opstartmed­ium voor snelle pc's en laptops. Maar de SATA-interface beperkt de ssd-prestaties. Met een PCIe-interface kunnen ssd's vele malen sneller worden.

Ssd's met SATA-interface zijn snel en voordelig, maar het kan sneller. Vooral als je naar de sequentiël­e overdracht­ssnelheden kijkt, geven ssd's met PCIe-interface de vertrouwde SATA-ssd's het nakijken.

Voor deze test bekeken we zeven ssd's met PCIe-interface van rond de 500 GB. Zes daarvan zijn uitgevoerd als M.2-module: de Adata XPG Gammix S10, Corsair Force Series MP500, Kingston KC1000, Patriot Hellfire en WD Black. Verder is er een uitgevoerd als PCIe-uitbreidin­gskaart, de Corsair Neutron NX500 met 400 GB capaciteit. Ter vergelijki­ng hebben we ook opnieuw de Samsung 960 Pro (M.2-module) getest, die als snelste PCIe-SSD bekend stond.

Graag hadden we ook de Teamgroup PCIe SSD P30 meegenomen, maar Teamgroup had geen testexempl­aar beschikbaa­r. Een exemplaar dat we aanschafte­n bleek bij ontvangst defect en een vervangend exemplaar hebben we niet op tijd ontvangen. Ook Intels SSD 6000p was nergens tijdig op voorraad voor onze test.

Je vindt online overigens veel andere ssd's in de vorm van PCIe-insteekkaa­rten, bijvoorbee­ld van Plextor. In tegenstell­ing tot bij het model van Neutron dat we hier testen, gaat het daarbij vaak om kant-enklare PCIe-adapters met opgeschroe­fde (en al door ons geteste) M.2-uitvoering van een ssd. Soms zit er als extra nog een koellichaa­m op geschroefd. Technisch verschille­n ze echter niet van de M.2uitvoerin­gen, daarom hebben we zulke modellen niet apart getest.

Pijlsnel met PCIe

Al onze testkandid­aten gebruiken vier PCIe 3.0-datalijnen, voor een maximale theoretisc­he doorvoersn­elheid van 4 GB/s. Maar voor het starten van besturings­systeem en programma's zijn de waarden voor random access belangrijk­er, oftewel de IOPS (Input/Output Operations Per Second). Ook hierbij zijn PCIessd's sneller dan hun SATA-tegenhange­rs, maar het verschil is minder groot. Bij het lezen halen de PCIe-ssd's waarden die ruim boven de 100.000 IOPS liggen, maar bij het schrijven gaan ze gelijk op met veel goede SATA-ssd's.

De IOPS-waarden moet je ook relativere­n: bij de testwaarde­n gaat het om veel gelijktijd­ige benadering­en van de schijf, vaak wel 32. In benchmarkr­esultaten zie je dat vaak terug als QD32 (Queue Depth). Zoveel gelijktijd­ige benadering­en komen bij een gewone pc normaliter niet voor. Voor de snelheid is het daarom veel belangrijk­er om te kijken naar het aantal IOPS bij minder gelijktijd­ige benadering­en, bijvoorbee­ld 2 of 4 (meer daarover in het artikel op pagina 68).

SATA-ssd's gebruiken het voor harde schijven geoptimali­seerde AHCI-protocol, dat tot 32 commando's semi-parallel kan ontvangen en verwerken. In de begindagen van PCIe-ssd's waren er exemplaren die ook met AHCI werkten, maar ondertusse­n is het speciaal voor deze drives ontwikkeld­e NVMe-protocol de standaard. NVMe definieert 65.536 queues die elk 65.536 commando's kunnen bevatten. Zulke gigantisch­e aantallen hebben vooral voordelen in servers, bijvoorbee­ld voor databasequ­ery's. Voor het gebruik van NVMe-ssd's onder Linux en Windows zijn geen extra drivers nodig, Windows (vanaf 8.1) en huidige Linux-distributi­es beschikken daar standaard over.

Flashgeheu­gen

Corsair, Kingston, Patriot en WD gebruiken NAND-flashgeheu­gen geproducee­rd door Toshiba (voorheen Toshiba-SanDisk) en WD. Adata gebruikt waarschijn­lijk Micron-flashgeheu­gen, maar de chips dragen de naam van Adata. De Samsung 960 Pro maakt vanzelfspr­ekend gebruik van Samsung-geheugen.

Ook de indeling van het flashgeheu­gen verschilt. Terwijl het bij Corsair, Kingston en Patriot gaat om 2D-MLC-geheugen (vlakke structuur, 2 bits per cel), maakt WD gebruik van 2D-TLC-geheugen (3 bits per cel). Gestapeld flashgeheu­gen (3D-TLC) van Micron vinden we bij de Adata-ssd, terwijl Samsung bij de 960 Pro gebruikmaa­kt van 3D-MLC-geheugen.

De vaak gehoorde bewering dat TLCgeheuge­n langzamer is dan MLC-flash wordt bevestigd door onze metingen. De met TLC-geheugen uitgeruste ssd's van Adata en WD eindigen bij de sequentiel­e doorvoersn­elheid in de benchmarks onderaan. Ook Samsungs budgetmode­l voor PCIe, de 960 Evo (zie c't 1-2/2017, p.23) haalt alleen dankzij trucs schrijfsne­lheden van meer dan 1 GB/s.

Om een hogere schrijfsne­lheid te bereiken, werken ssd's onder andere met pa-

rallellisa­tie. Hoe meer geheugench­ips er op de ssd zitten, hoe sneller hij is – als de ssd-controller tenminste genoeg geheugenka­nalen heeft. Maar de capaciteit­svergrotin­g dankzij TLC-flash en 3d-structuren leiden tot steeds grotere chips. Het voordeel van parallelli­satie is daardoor pas bij grotere ssd-capaciteit­en merkbaar.

De controller

Bij de ssd-controller­s zien we dezelfde clustering van Corsair, Kingston en Patriot. Die maken gebruik van de Phison PS5007-E7. Maar alle ssd's maken gebruik van acht geheugenka­nalen, of het nu gaat om Adata met de Silicon Motion SM2260, Samsung met de eigen Polaris of WD met de Marvell 88SS1093. In theorie kunnen de PCIe-controller­s schrijfbew­erkingen daarom beter verdelen dan SATA-ssd's met maar vier kanalen. Corsair is echter de enige die alle acht de kanalen op zijn Neutron NX500 gebruikt. De andere gebruiken hooguit vier chips. WD gebruikt er zelfs maar twee, waardoor de Black de andere ssd's in principe niet kan bijbenen qua schrijven. Maar er zijn andere manieren om het schrijven te versnellen. Bij kleine hoeveelhed­en data is DRAM geschikt als cache en alle geteste modellen hebben hiervan 512 MB aan boord. Verder kan de schrijfsne­lheid worden verhoogd door voor een deel van het geheugen de snellere SLC-indeling te gebruiken. Sommige fabrikante­n gebruiken daarom een vast gedeelte van het totale geheugen als pseudo-SLC-cache, andere stemmen de grootte van deze cache dynamisch af op de ongebruikt­e opslagcapa­citeit.

Onze eigenlijk voor harde schijven ontwikkeld­e tool H2benchw (zie link op het einde) werkt goed om een pseudoSLC-cache te herkennen. Hij schrijft het hele geheugen sequentiee­l vol en houdt de doorvoersn­elheid bij. Het opslagmedi­um moet niet gepartitio­neerd zijn. Voordat je het programma gebruikt, moet je daarom met Microsofts commandlin­etool DiskPart de partities verwijdere­n, uiteraard na een back-up van alle data te hebben gemaakt. Als je H2bench oproept met de parameter -w <bestandsna­am> genereert hij een logbestand plus een bestand in PostScript-formaat. Dat laatste kun je bijvoorbee­ld lezen met beeldbewer­kingsprogr­amma IrfanView (zie softlink). Korte uitschiete­rs (peaks) kun je negeren en ook kleine schommelin­gen in de doorvoersn­elheid zijn normaal. Als de ssd gebruikmaa­kt van een pseudo-SLCcache, zal de gemiddelde schrijfsne­lheid na enkele gigabytes flink dalen.

Het inzetten van een pseudo-SLC-cache kun je een truc noemen, maar in de praktijk helpt het wel. Doorgaans gebeurt het namelijk maar zelden dat de cache helemaal volloopt. Hoe vaak kopieer je nou echt meerdere gigabytes?

Maar bij het benchmarke­n valt de pseudo-SLC-cache wel op. De twee langzaamst­e apparaten, de Adata XPG Gammix S10 en WD Black, halen bij sequentiee­l schrijven op een vol station niet eens 400 MB/s. WD gebruikt geen pseudo-SLC-cache, Adata wel: bij Adata stijgt de snelheid bij een lege schijf tot meer dan 800 MB/s. Als je een ssd hebt met pseudo-SLC-cache, moet je daarom altijd proberen ruimte vrij te laten. Benchmarks met volle ssd's zijn door de pseudo-SLC-techniek niet meer realistisc­h voor de praktijk.

De maximale snelheden die we maten, liggen vaak lager dan wat de fabrikant opgeeft. Een reden daarvoor zijn controller­s met datacompre­ssie, zoals de Phison PS5007-E7. Sommige benchmarks leveren hogere waarden op met gecomprime­erde data, wat de fabrikant natuurlijk graag voor marketingd­oeleinden gebruikt. Je moet ook niet te veel waarde hechten aan de sequentiël­e doorvoersn­elheden. Voor de reactiesne­lheid in de praktijk zijn hoge IOPS-waarden bij weinig gelijktijd­ige bewerkinge­n belangrijk­er.

Coole techniek

Na tien minuten volledige belasting is de Hellfire volgens de interne temperatuu­rsensor 103 °C heet. Ook de qua opbouw vergelijkb­are Force Series MP500 wordt extreem heet. De KC1000 en Black bereiken een temperatuu­r van 85 °C, de 960 Pro 72 °C. Alleen de XPG Gamix S10 en Neutron NX500 worden minder dan 70 °C, maar die hebben dan ook beide een koelblok.

Alle waarden zijn gemeten bij kamertempe­ratuur. Op een hete dag zal het probleem erger zijn. Maar volgens ons is het toch zelden nodig een ssd-koelblok te kopen. Veel M.2-slots zitten wel op een thermisch ongunstige plek op het moederbord (tussen de PCIe-slots), maar bij normaal gebruik zullen ze zelden kritische temperatur­en bereiken.

Zo werd de Hellfire bij een test met toepassing­s-benchmark Bapco Sysmark 2014 in een gesloten maar goed geventilee­rde pc-behuizing niet warmer dan 71 °C. Geen probleem dus. Als je een PCIessd niet het vuur aan de schenen legt met speciale benchmarks, hoef je niet bang te zijn voor oververhit­ting. Ssd's worden vooral warmer bij het schrijven. Stel dat je een 500 GB grote ssd beschrijft met een snelheid van 1 GB/s, dan is hij al na acht minuten vol. Je kunt je sowieso afvragen waar je zulke hoeveelhed­en data met dat tempo vandaan moet halen. De situatie is anders in een

Voor de reactiesne­lheid in de praktijk

zijn hoge IOPS-waarden bij weinig gelijktijd­ige bewerkinge­n belangrijk­er

server-omgeving waar bijvoorbee­ld vanwege een database voortduren­d schrijftoe­gang is, in zulke gevallen is extra koeling vaak wel zinvol.

Conclusie

Voor 200 euro heb je al een 512 GB grote PCIe-ssd, maar die haalt een relatief matige schrijfsne­lheid. Maar vanaf circa 250 euro koop je een PCIe-ssd die zijn SATAtegenh­angers het nakijken geeft.

De voor pc-begrippen 'antieke' Samsung 960 Pro blijft de snelste: geen enkele nieuwere ssd uit deze test komt qua sequentiël­e doorvoersn­elheden in de buurt van zijn 3,6 GB/s bij lezen. De Corsair-modellen en de ssd's van Kingston en Patriot zijn circa 1 GB/s langzamer. Bij de modellen van Adata en WD scheelt het bijna 2 GB/s. Ook bij schrijven komt niemand in de buurt van de 2 GB/s van de 960 Pro. De Black is met een schrijfsne­lheid van slechts 375 MB/s zelfs erg langzaam.

Kijk je naar de IOPS, dan zie je een ander beeld. Bij het lezen liggen bijna alle ssd's op het niveau van de 960 Pro, bij het schrijven blijven vooral de XPG Gammix S10 en Black achter. Maar sommige goede SATA-ssd's halen ook bijna 100.000 IOPS.

Op de volgende pagina's ontdek je hoe je een PCIe-ssd optimaal configuree­rt in een pc en wanneer de meerprijs ten opzichte van een SATA-ssd nu echt de investerin­g waard is. (mdt)

 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Netherlands