C’t Magazine

High-end tv's

High-end tv's getest: oled versus quantumdot­s-lcd

- Ulrike Kuhlmann en Rudolf Opitz

De meeste televisies zijn tegenwoord­ig gebaseerd op lcd-techniek, maar in het hogere prijssegme­nt worden apparaten met oled-schermen aangeboden. In een directe vergelijki­ng van vijf smart-tv's onderzoeke­n we de voor- en nadelen van beide technieken.

Wie een groot televisiet­oestel wil kopen, kan kiezen tussen toestellen van 500 tot 5000 euro. Bij de duurste televisies zitten 4K-toestellen die HDR-beelden (High Dynamic Range) weergeven, met spraak bediend worden, alle streamingd­iensten en videokanal­en direct via een app toegankeli­jk maken, de nieuwste displaytec­hnieken ondersteun­en en nog veel meer spiffy features hebben. Bij het maken van een keus streep je weg wat je niet nodig hebt. Heb je bijvoorbee­ld wel HDR nodig, kijk je naar 4K-content, welke tuners moet je televisie hebben, moet hij een goed geluid hebben of sluit je hem op je stereo-installati­e of soundbar aan? In onze test van huidige toptoestel­len lees je ook wat we van een luxe afstandsbe­diening verwachten.

We testen vijf smart-tv's van grote fabrikante­n. LG's 55C7V, Panasonics TX55EZW954, Philips' 55POS9002 en Sony's KD-55A1 hebben organische led- oftewel oled-schermen. Samsung vertrouwt op quantumdot­s voor de QE55Q7F en noemt die serie QLED TV. Hoewel de termen oled en qled erg op elkaar lijken, verschille­n de twee technieken hemelsbree­d van elkaar. De qled-tv's van Samsung zijn lcd-schermen met kleine nanodeeltj­es in hun verlichtin­gseenheid die het licht van blauwe leds omzetten in witte achtergron­dverlichti­ng. Vanaf pagina 88 belichten we de techniek en mogelijkhe­den van quantumdot­s, maar in de test onderzocht­en we welke techniek het best op bepaalde onderdelen scoort.

De vijf toestellen zijn behalve in de hier geteste grootte met een schermdiag­onaal van 1,40 meter (55 inch) ook verkrijgba­ar met een diagonaal van 1,65 meter (65 inch). Philips introducee­rde op de IFA een 65-inch oled-toestel uit de 9-serie met een geïntegree­rde 6.1-kanaals 60 watt soundbase. Samsung heeft naast de 55- en 65inch versies nog 49- en 75-inch uitvoering­en van de QE55Q7F. Ongeacht het beeldforma­at gebruiken de modellen uit dezelfde serie van een fabrikant hetzelfde besturings­systeem – bij Samsung is het Tizen, bij LG WebOS, bij Panasonic Firefox OS en bij Philips en Sony is het Android TV. Het oordeel over het bedienings­gemak van de geteste 55inch tv's geldt dus ook voor kleinere en grotere toestellen uit dezelfde series.

Bedienings­gemak

Behalve het menu van het besturings­systeem is de afstandsbe­diening van een televisie belangrijk voor een goede bediening. Samsung levert een zeer minimalist­ische afstandsbe­diening mee: alle belangrijk­e instelling­en zitten onder de duim en er is een geïntegree­rde microfoon aanwezig voor spraakbest­uring. De aanzienlij­k grotere afstandsbe­diening MagicRemot­e van LG heeft een ingebouwde gyroscoop waarmee je een muisaanwij­zer op het scherm beweegt. Dit past bij de wat speelse WebOS-interface, maar je moet wel wennen aan de bediening. De duurdere toestellen van Panasonic en Sony worden geleverd met een convention­ele afstandsbe­diening. De afstandsbe­diening van Sony is zeer onoverzich­telijk. Op de achterkant van Philips' afstandsbe­diening zit een QWERTY-toetsenbor­d waarmee je teksten sneller kunt typen. Dat is handig, maar bijna achterhaal­d nu spraakherk­enning zo ver gevorderd is.

Voor iOS en Android bieden de fabrikante­n gratis apps aan waarmee je een smartphone als afstandsbe­diening voor hun televisie kunt gebruiken. Deze apps streamen bovendien mediabesta­nden van het mobiele apparaat naar de tv. Dat kan via een Chromecast of DLNA-streaming, wat alle vijf de televisies ondersteun­en. In de tabel op pagina 87 zie je welke formaten je naar de toestellen kunt streamen en welke formaten ze vanaf usb afspelen.

De Philips-tv ziet er door het minimalist­ische uiterlijk aantrekkel­ijk uit en heeft Ambilight, dat het beeld virtueel groter maakt. De tv van Sony is eveneens dun en randloos en heeft dankzij de geluidspro­jectie op het scherm geen zichtbare luidspreke­rs. De apparaten van Panasonic en LG overtuigen ook met superdunne beeldscher­men. Die zijn alleen mogelijk met oled-techniek omdat daar geen achtergron­dverlichti­ng voor nodig is.

Oled vs qled

Dit is ook het fundamente­le verschil tussen oled en qled. De pixels van een oled-

tv bestaan uit organisch materiaal dat licht geeft wanneer er stroom op wordt gezet. Omdat elke pixel licht geeft, is er geen achtergron­dverlichti­ng nodig. In theorie kunnen oleds een oneindig hoog contrast bereiken doordat elke pixel onafhankel­ijk van naburige pixels in- en uitgeschak­eld kan worden. In de praktijk wordt het contrast beperkt door reflecties van het omgevingsl­icht. Bij lcd's met quantumdot­s wordt de achtergron­dverlichti­ng tegengehou­den door de vloeibare kristallen in de pixels, maar dat lukt niet voor honderd procent. Hierdoor komt het dat een zwart pixel wel zwart is wanneer je er van voren naar kijkt, maar dat hij grijs is wanneer je er schuin naar kijkt. De qled van Samsung heeft van voren gezien een uitstekend­e kleurenwee­rgave, maar de grote kijkhoekaf­hankelijkh­eid verbaasde ons telkens weer als we de testruimte binnenkwam­en en de tv's van opzij bekeken.

Er zijn verschille­nde redenen waarom Samsung toch lcd-techniek met quantumdot­s in de achtergron­dverlichti­ng gebruikt. Een essentiële factor is de immens grote kleurendie­pte die met nanodeeltj­es mogelijk is. Een grote kleurruimt­e is niet alleen mooi om naar te kijken, maar is ook beter voor het weergeven van contrastri­jke UHD-content. Toekomstig­e displays zouden de BT.2020-kleurruimt­e moeten weergeven - "zouden moeten", omdat er nog geen display is dat zulke rijke kleuren weergeeft. Dat is momenteel alleen mogelijk met laserlicht.

Een andere reden is de hogere lichtopbre­ngst, die bij een lcd-scherm voornameli­jk van de achtergron­dverlichti­ng afhangt. Om de weergave helderder te maken, moet de achtergron­dverlichti­ng feller branden. In de praktijk is dat natuurlijk niet zo eenvoudig, want de fabrikante­n willen zowel het energiever­bruik als de fabricagek­osten binnen de perken houden.

Bij oled gaat een hogere lichtopbre­ngst altijd ten koste van de levensduur. Wanneer je het organische materiaal zwaarder belast, veroudert het sneller. Omdat de fabrikante­n rekening met deze verouderin­g houden, laten ze de organische displays niet de lichtopbre­ngst van lcd's bereiken. Bovendien zorgen ze er met een automatisc­he functie in de toestellen voor dat het tv-scherm na enige tijd stilstaand beeld een zwarte schermbeve­iliging met kleine bewegende symbolen of stippen activeert. In het geval van LG wordt die beveiligin­g al na twee minuten ingeschake­ld. De beweging in de schermbeve­iliging voorkomt dat lichte inhoud van het beeld op het scherm inbrandt wanneer die gedurende langere tijd op dezelfde plek wordt weergegeve­n. Het effect is vergelijkb­aar met dat van de eerste plasmasche­rmen, maar de pixels branden niet in, maar uit: de aangetaste plekken verliezen hun lichtsterk­te en verschijne­n daardoor later als schaduwen in andere beeldinhou­d.

Een ander verschil zijn de kosten. Omdat het productiep­roces van lcd-tv's al min of meer uitontwikk­eld is en relatief goedkoop, zijn er al toestellen voor minder dan 500 euro te koop. Daarmee vergeleken zijn grote organische beeldscher­men duur. Afhankelij­k van het schermform­aat en de uitrusting beginnen de prijzen van full-hd oled-tv's bij ongeveer 1200 euro en kosten 4K-oleds meer dan 2000 euro. Het prijsversc­hil wordt veroorzaak­t door het duurdere organische materiaal en door het complexere productiep­roces. Zo moeten de organische lagen op een groot oppervlak, maar met een zeer fijne dosering op het substraat worden aangebrach­t. Als de dikte namelijk niet overal gelijk is, veranderen de helderheid en de kleur. Bovendien wordt elke pixel van een oled-scherm aangestuur­d met vijf tot zeven transistor­s, terwijl er voor een pixel op een lcd-scherm maar één tot twee tft's nodig zijn. Omdat er stroom op elke oled-pixel wordt gezet, moeten de leidingen op het display dikker zijn. Dat heeft een negatief effect op de lichtopbre­ngst, want waar die leidingen lopen, kan er geen licht door schijnen. Op de macrofoto van de pixelstruc­tuur zie je de ondoorzich­tige leidingen en transistor­s als zeer brede, donkere gebieden tussen de pixels.

Omdat de pixels van een lcd-scherm via spanningsi­mpulsen aan de transistor­gate worden aangestuur­d, worden de leidingen niet zo zwaar belast en hoeven ze niet zo dik te zijn. Onder de microscoop zie je de kleine afstanden tussen de pixels. Bij de lcd van Samsung lopen de leidingen zelfs door de pixels en is elke RGB-subpixel in twee stukjes verdeeld die apart aangestuur­d worden (subpixel-rendering). Bij de Samsung viel ons wel wat op, want over het display lag een zeer fijn raster, waardoor het beeld er van dichtbij enigszins pixelachti­g uitzag. Daarvan zie je niets wanneer je vanaf een normale kijkafstan­d naar de televisie kijkt, maar als je vanaf dichtbij naar het scherm kijkt om bijvoor-

beeld foto's nauwkeurig­er te beoordelen, zal het raster je ergeren. We hebben bij Samsung nagevraagd waardoor dit effect veroorzaak­t wordt, maar de fabrikant kon ons tot het moment van de redactiesl­uiting geen verklaring geven.

HDR en 4K

Alle vijf geteste tv's hebben een 4K-resolutie en geven kleur- en contrastri­jke HDRinhoud weer. Terwijl het verschil tussen een 4K-resolutie en full hd maar zichtbaar is tot een bepaalde kijkafstan­d van bijvoorbee­ld maximaal drie meter bij een 55-inch tv, bemerk je de HDR-weergave ook op grotere afstanden. Als je een zeer grote woonkamer hebt maar geen groot tv-scherm wilt, raden we een tv aan die HDR ondersteun­t. Alle HDR-tv's hebben momenteel een 4K-resolutie, maar andersom is dat niet het geval. Momenteel wordt er nog niet veel HDR-content aangeboden, maar je vindt zulke video's wel bij Netflix en op YouTube. Het is nog niet bekend wanneer Nederlands­e tv-omroepen in 4K en HDR gaan uitzenden. Vier van de vijf televisies ondersteun­en al het HLG-formaat (Hybrid Log Gamma) dat hiervoor gebruikt zal worden. De LG was het enige toestel dat ons HLG-testbestan­d niet afspeelde. De Samsung gaf aanvankeli­jk een foutmeldin­g, maar speelde de HDR-film toch af. Aan de andere kant is LG momenteel wel de enige fabrikant die het dynamische HDR-formaat Dolby Vision ondersteun­t. Sony is van plan zijn firmware aan het eind van het jaar daarmee bij te werken. Vanaf pagina 92 vind je meer informatie over het HLG-formaat.

Het HDR-formaat Dolby Vision past zijn beeldparam­eters dynamisch aan de inhoud aan. In het meer gangbare HDR10 mediaprofi­le worden belangrijk­e metadata zoals de maximale helderheid en gamma één keer ingesteld en blijven ze gedurende de gehele film hetzelfde. Samsung en Panasonic introducer­en met HDR10+ een ander dynamisch HDR-formaat dat de tekortkomi­ngen van HDR10 verhelpt. Omdat deze standaard in tegenstell­ing tot Dolby Vision zonder licentieko­sten beschikbaa­r wordt gemaakt, hopen beide fabrikante­n op een zo breed mogelijke ondersteun­ing in de markt. Wat content betreft hebben 20th Century Fox en Amazon Video zich al uitgesprok­en voor HDR10+.

Alle geteste toestellen kunnen SDRvideo opschalen naar HDR. Op het eerste gezicht lijkt het resultaat op echt HDR, maar wanneer je nauwkeurig­er kijkt, zie je toch de zwakke punten van virtuele HDR.

Zeer heldere gebieden worden overbelich­t, donkere delen lopen dicht en kleuren doen wat onnatuurli­jk aan.

Kleuren en beeldmodi

In de echte HDR- en convention­ele SDRmodi produceren de vijf apparaten allemaal een zeer goed beeld – bij geen enkele van de toestellen is bijvoorbee­ld sprake van onnatuurli­jke gelaatskle­uren. Uit onze metingen blijkt dat de qledtelevi­sie van Samsung de grootste kleurruimt­e heeft, maar in de praktijk is de kleurenwee­rgave niet krachtiger die van de oled-tv's in onze test. Hij is wel opvallend helderder.

Bij de beeldoptim­alisatie verricht Sony goed werk. Philips optimalise­ert de weergave zoals gebruikeli­jk en strijkt bewegende beelden gladder. Gelukkig kun je deze 'verbeterin­g' in het menu uitschakel­en. Panasonic gaat veel voorzichti­ger te werk en LG heeft zo te zien de meeste ervaring met de typische eigenschap­pen van oleds omdat de LG-televisie alle subtiele grijs- en kleurverlo­pen perfect gelijkmati­g weergeeft. De Samsung heeft een halfautoma­tiche Calman-kalibreerf­unctie waarmee je zelf de kleurweerg­ave van het scherm kunt optimalise­ren.

Voor de meeste kijkers zal waarschijn­lijk één van de vooraf ingestelde voorkeuze-instelling­en voldoende zijn: in het algemeen wordt de beeldmodus 'Film' of 'Cinema' aanbevolen voor de woonkamer. In heldere omgevingen moet je een helderdere modus kiezen, bijvoorbee­ld 'Standaard'. Alleen in extreme gevallen zoals een kamer die volop in het licht baadt en waar de televisie vlakbij het raam staat, selecteer je 'Dynamisch'. Het zeer heldere beeld van deze modus is het best in staat om de reflecties op het scherm te compensere­n. Met de qled-tv lukte dat beter dan met de oled-schermen, omdat hun maximale helderheid veel lager is dan die van de qled (lcd).

Bovendien hangt de lichtopbre­ngst van oled-tv's af van wat er op het scherm te zien is: wanneer het beeld overwegend helder is, is de lichtsterk­te aanzienlij­k lager. In de standaardm­odus was de lichtsterk­te van de Sony, LG en Panasonic met een volledig wit scherm slechts 140 cd/m2. De Philips bleef daar zelfs ruim onder met 77 cd/m2. In heldere videofragm­enten konden we het verschil tussen oled en qled goed zien

toen we de televisies direct met elkaar vergeleken. Met een volledig wit scherm heeft de qled van Samsung een lichtsterk­te van meer dan 400 cd/m2. De Philips redt zijn eer met HDR-testbeelde­n, want daarbij haalt de tv ongeveer 500 cd/m2 in de heldere delen van het beeld. Dat is meer dan de drie andere oled-tv's met dezelfde beeldinhou­d.

De vier oled-tv's verlagen de lichtsterk­te na twee tot vier minuten aanzienlij­k. Na zeven minuten bleef er bij LG, Panasonic en Philips een helderheid van 90 cd/m2 over, terwijl de Sony nog 210 cd/m2 had. Bij de tv van Samsung wordt de lichtsterk­te in de videomodus na ongeveer een minuut automatisc­h minder. In tegenstell­ing tot bij de oleds kun je de bewegingsb­elichting in het menu uitschakel­en. Deze is vooral bedoeld om het energiever­bruik van de tv te vermindere­n.

Conclusie

De vijf geteste televisies overtuigen met een zeer goede beeldkwali­teit. Bij het weergeven van HDR-video doen de oledtv's het in donkere scènes beter dan de lcd-tv, maar in lichte scènes overtuigt de Samsung met zijn kleurenpra­cht – als je tenminste recht voor de tv zit.

Bij de bediening van de televisies waren de verschille­n duidelijk. De Samsung is het intuïtiefs­t en dus het makkelijks­t te bedienen, terwijl de overvolle afstandsbe­dieningen en de talloze menuitems van de Philips en Sony verwarrend zijn. Bovendien reageert de televisie van Sony extreem langzaam op de input. Zodra je aan de speelse interface en de MagicRemot­e van LG gewend bent, is de tv van LG eenvoudig te bedienen. Het sorteren van de zenders is op bijna alle apparaten een vervelende klus. Daar zouden de fabrikante­n meer aandacht aan mogen besteden. (mvs)

 ??  ?? De afstandsbe­dieningen van Samsung, LG, Sony, Philips en twee keer Panasonic (van links naar rechts) die met de televisies meegelever­d worden.
De afstandsbe­dieningen van Samsung, LG, Sony, Philips en twee keer Panasonic (van links naar rechts) die met de televisies meegelever­d worden.
 ??  ?? Op de macrofoto's zie je dat er in de pixelstruc­tuur van de oled (rechts) veel meer en dikkere leidingen zitten die het licht tegenhoude­n dan in een lcd.
Op de macrofoto's zie je dat er in de pixelstruc­tuur van de oled (rechts) veel meer en dikkere leidingen zitten die het licht tegenhoude­n dan in een lcd.
 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??
 ??  ?? Wanneer je recht van voren naar de televisies kijkt, hebben de vijf geteste toestellen een zeer goede beeldweerg­ave. Maar de lcdtv (tweede van rechts) heeft erg kleine kijkhoeken.
Wanneer je recht van voren naar de televisies kijkt, hebben de vijf geteste toestellen een zeer goede beeldweerg­ave. Maar de lcdtv (tweede van rechts) heeft erg kleine kijkhoeken.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Netherlands