Ssd's: snel maar ook keihard
Dat je kwijtgeraakte data met een beetje geluk nog kunt herstellen, geldt wel voor harde schijven, flashgeheugenkaarten en de meeste usb-sticks, maar niet voor ssd's. De manier waarop die werken is daar verantwoordelijk voor. Ze bestaan uit flashgeheugen, dat zijn inhoud ook vasthoudt zonder energievoorziening. Dergelijke geheugencellen zijn echter niet zomaar te overschrijven: om nieuwe data te kunnen opslaan, moeten ze eerst gewist worden. Dat kost tijd, maar belangrijker is dat er geen afzonderlijke cellen gewist kunnen worden, maar dat in zogeheten pages gaat van doorgaans 128 kB groot.
Om ervoor te zorgen dat een ssd bij het schrijven niet eerst geheugen hoeft te wissen, bevat hij meer fysiek geheugen dan de bruikbare capaciteit doet vermoeden. Die buffercapaciteit wordt gebruikt om altijd een paar gewiste pages op voorraad te hebben. Daarvoor moet wel bekend zijn welke geheugencellen gebruikt worden voor data en welke gerust gewist kunnen worden. Ssd's begrijpen echter niets van bestandssystemen. Ze vertrouwen erop dat moderne besturingssystemen zoals Windows via het zogeheten Trimcommando doorgeven dat bepaalde sectoren niet meer worden gebruikt, bijvoorbeeld vanwege een verwijderd bestand.
Zodra een controller niets anders te doen heeft, wist hij de vrijgekomen sectoren en voegt hij ze toe aan de buffercapaciteit. Dat duurt bij typische desktopsystemen meestal maar enkele seconden. Daardoor valt er na het verwijderen van een bestand al na korte tijd niets meer te herstellen.