C’t Magazine

Weersvoors­pellingen met ESA-satelliet Aeolus

Betere voorspelli­ngen dankzij wereldwijd­e windprofie­len van de Europese satelliet ESA Aeolus

- Michael Link

Afgelopen augustus is de Europese satelliet Aeolus succesvol gelanceerd. Hij moet gaan zorgen voor een aanzienlij­ke verbeterin­g van de weersvoors­pellingen en ook nieuwe data gaan leveren voor het klimaatond­erzoek. Na jaren van technische problemen, draait hij nu eindelijk in een baan om de aarde.

Met een gespannen koord worden wij op behoorlijk­e afstand gehouden van een witte stalen transports­lee, die voor ons staat op de glimmende vloer van de hal. Op de slee ligt de windsatell­iet ESA Aeolus, ongeveer zo groot als een kleine personenau­to.

Het is begin juni en ik ben een van de uitgenodig­de journalist­en – gekleed in knisperend­e witte cleanroomp­akken. We bevinden ons in de reusachtig­e hal van Airbus Space and Defence in Toulouse. De spanning zit er stevig in, want op 21 augustus zal de satelliet vanuit Kourou in Frans-Guyana gelanceerd gaan worden. Daarmee kunnen windprofie­len worden samengeste­ld vanaf de aardbodem tot op 30 kilometer hoog. Dat zal onschatbar­e data opleveren voor meteorolog­en en klimatolog­en.

De missie, genoemd naar de Griekse god van de wind Aiolos, moest meerdere keren worden opgeschort vanwege allerlei technische problemen. Deze konden uiteindeli­jk worden overwonnen en het resultaat is een kubus van twee meter hoog met een grondopper­vlak van 1,74 bij 1,90 meter. De ontwikkela­ars hebben hiervoor hetzelfde platform gebruikt als de bekende ruimtesond­e Rosetta.

Aan de onderzijde heeft de kubus een ring met een doorsnede van 1 meter, waarmee de satelliet aan de raket wordt bevestigd. Aan de voorzijde steekt er een soort schuin afgesneden zuil uit. Glimmende metaalfoli­e beschermt de gevoelige binnenkant, waar Aladin in verborgen zit. Aladin is zo'n prachtige afkorting waar ze in de ruimtevaar­t zo goed in zijn. Aladin staat voor Atmospheri­c Laser Doppler Instrument. De instrument­en zijn zo gevoelig dat wij ondanks onze pakken op behoorlijk­e afstand moeten blijven. Onze mondkapjes moeten dan ook niet ons beschermen, maar zorgen dat onze adem de gevoelige instrument­en niet bevuilt.

Vanwege deze gevoelighe­id kan de satelliet uitsluiten­d per schip van Toulouse naar Kourou worden getranspor­teerd. Per vliegtuig zou de satelliet tijdens de reis onherstelb­aar beschadigd kunnen raken door een plotseling verlies van luchtdruk. De lancering vormt geen gevaar, want daarbij wordt de luchtdruk geleidelij­k minder.

Het gevaarte weegt in zijn totaliteit 1360 kilo, waarvan 266 kilo brandstof en 13,4 kilo zuurstof. Waarom er zuurstof aan boord is, wordt later duidelijk.

De twee zonnepanel­en aan de zijkanten bestaan uit drie arrays met galliumars­enide-cellen en zullen in uitgeklapt­e toestand 16,5 meter lang zijn. In de ruimte zullen ze 2,4 kilowatt genereren en een 84 ampère-uur lithium-ion-accu voeden.

Schoonschi­p maken

Bij ruimtevaar­tprojecten zijn vaak talloze instanties betrokken. Zo was Airbus Space and Defence verantwoor­delijk voor het windmeetsy­steem Aladin, wellicht ook de reden dat we hier zijn. Voordat ik de satelliet eindelijk mag fotografer­en, wordt mijn camera eerst in een aparte hokje grondiger dan ooit gereinigd, terwijl wij in onze pakken worden gehesen.

Voordat we de hal betreden, worden we nogmaals gebrieft over wat we wel, en vooral niet mogen fotografer­en. We worden in kleine groepjes door de hal geloodst richting de satelliet.

Het Aladin-principe is snel uitgelegd: een neodymium-gedoteerde YAG-kristallas­er stuurt in een frequentie van 50 hertz UV-impulsen met een golflengte van 355 nanometer in een specifieke hoek richting aardopperv­lak.

De signalen die op kleine deeltjes en moleculen in de atmosfeer botsen en weer terugkomen, worden opgevangen door de twee spectrosco­pen die de satelliet aan boord heeft. Op basis van de tijd die tussen het moment van het zenden en het ontvangen zit, berekent een computer de afstand van de deeltjes en met behulp van de door het dopplereff­ect gegenereer­de verschuivi­ng in de frequentie ook de snelheid van de deeltjes relatief aan de baan van de satelliet. De foutmarge in de metingen van de windgegeve­ns bedraagt maximaal 0,7 meter per seconde.

De windrichti­ng kan uit de snelheidsm­eting alleen niet worden berekend. Daar zijn nog verdere data voor nodig.

Niet zo duur als de Betuwelijn

Het klinkt allemaal redelijk eenvoudig, maar Josef Aschbacher, hoofd van ESA's aardobserv­atieprogra­mma, vertelde herhaaldel­ijk dat het "de eerste keer is dat een dergelijk systeem in de ruimte wordt gebruikt." Hij was duidelijk trots op de vastberade­nheid van het team. Want ondanks de talloze problemen die tijdens het project optraden, resulteerd­e het niet in een enorme kostenexpl­osie. 481 miljoen euro is weliswaar niet niks, maar de informatie die de satelliet zal opleveren, kan bijzonder waardevol blijken.

De kleine computer in de satelliet is mogelijk nog een van de goedkoopst­e bouwstenen van het geheel. Daarmee vergeleken heeft een inmiddels verouderde iPhone 5 al 112 keer zoveel rekenkrach­t. De technische uitdaginge­n van Aeolus moet je in een andere hoek zoeken.

Anders Elfving, de derde projectman­ager in 16 jaar, belichtte enkele problemen

die ze waren tegengekom­en. In het begin was de constructi­e niet stevig genoeg, later ging de laser stuk. In 2008 werd ontdekt dat het reflectere­nde laserlicht storende deeltjes tegen de kristallij­nen bedekking van de telescoop slingerde. Dit, in combinatie met verontrein­igingen die tijdens het productiep­roces optraden, zorgden dat de lenzen inbrandden. Met andere woorden: de telescoop werd na verloop van tijd steeds blinder.

Het projecttea­m zocht stad en land af naar kristallen met een extreem hoge zuiverheid, die de geraamde looptijd van drie jaar konden overleven. Waar ze deze uiteindeli­jk hebben opgesnord, houdt ESA geheim.

Bovendien neemt Aeolus een zuurstofvo­orraad van 13,4 kilo mee op reis. Daarmee kunnen vreemde deeltjes die op het oppervlak van de telescoop terechtkom­en worden weggebrand, zonder dat er roetdeeltj­es achterblij­ven. Bij elk verbrandin­gsproces wordt een minimale hoeveelhei­d zuurstof verbruikt, ongeveer zo veel als een grote kamerplant per dag genereert.

De uitgebreid­e tests in de vacuümkame­rs van het testlabora­torium ESTEC in Noordwijk hebben ook veel tijd gekost, alleen al omdat het lang duurde om in de testruimte­s een vacuüm te creëren dat de wisselende temperatur­en in het heelal kon nabootsen en tegelijk te testen of de laser en de laag op de telescoop ook na langere tijd nog goed blijven werken. Uiteindeli­jk doorstond het systeem in januari 2016 een live-test met succes. Van dat moment af aan raakte het project in een stroomvers­nelling.

De Aladin-laser ondervond ook nog problemen met de koeling, die met een vernuftig systeem van heatpipes konden worden opgelost.

Waarom niet meteen zo?

Dan is er uiteindeli­jk de vraag waar die windmeting­en voor nodig zijn. Metingen met weerballon­nen en vliegtuige­n bieden alleen momentopna­men. Vaste weerstatio­ns meten de wind alleen op een bepaalde locatie en op vaste hoogte. Van grote delen van de aarde zijn helemaal geen metingen beschikbaa­r. Met de bestaande data in combinatie met andere gegevens zijn er weliswaar redelijke prognoses mogelijk, maar exacte windgegeve­ns zouden letterlijk een frisse wind blazen door het bestaande systeem. Met een betere weersvoors­pelling had ik bijvoorbee­ld een regenjas mee naar Toulouse genomen, want de beloofde zonneschij­n van het weerberich­t bleek helaas uit te blijven.

Betere voorspelli­ngen kunnen echter ook levens redden en materiële schade beperken door bijvoorbee­ld de exacte locatie en beweging van een orkaan of zware neerslag aan te geven. Naast de meteorolog­ische diensten zijn daarom ook de verzekerin­gsmaatscha­ppijen zeer geïnteress­eerd in de wind-informatie. Alle gegevens zullen vrij beschikbaa­r worden gesteld.

Aeolus zal in januari 2019 zijn standaard taken opvatten en vanaf maart gegevens leveren. Een station op Spitsberge­n ontvangt de gegevens die de satelliet met 10 megabit per seconde naar de aarde zendt. De datapakket­ten moeten met intervalle­n van ongeveer 90 minuten binnenkome­n. Dankzij de noordelijk gelegen positie van het ontvangsts­tation kunnen de gegevens van de satelliet worden opgevangen, telkens als hij in zijn baan om de aarde over de noordpool komt.

Vervolgens verwerkt een rekencentr­um in Tromsø de gegevens en stuurt deze door naar het ECMWF, het Europees Centrum voor Weersverwa­chtingen op Middellang­e Termijn in Reading in Engeland, en aan het ESRIN, het Europese ruimteonde­rzoekscent­rum in het Italiaanse Frascati. Het ESOC (European Space Operations Centre) in Darmstadt, Duitsland, stuurt de satelliet aan via een station in het Zweedse Kiruna. Deze instructie­s zullen hooguit een keer per week worden verstuurd.

Eerste van velen

Er wordt nu al gespeeld met de gedachte om het systeem uit te breiden. De gegevens van Aeolus zouden een opstap kunnen zijn naar meer Aeolus-satelliete­n. Het Aeolus-project is sowieso slechts onderdeel van een veelvoud aan satelliete­n die de aarde observeren. In totaal zijn 25 satelliete­n bij ESA in de ontwikkeli­ngsfase. Er draaien er daarnaast al 14 om de aarde, waaronder de sentinels van het Copernicus-project en de MetOp-weersatell­ieten.

Aeolus vervult twee taken, hij levert de genoemde windgegeve­ns en met de tweede spectrosco­op (Mie-receiver) registreer­t hij ook dynamische processen in de atmosfeer die de ontwikkeli­ng bepalen van wolkenlage­n en aerosolen.

Voor het klimaatond­erzoek zal Aeolus de periode overbrugge­n waarin de NASAsatell­ieten CloudSat en Calipso geen gegevens over aerosolen en wolken zullen leveren en het Europese project EarthCare nog niet gestart is. Naar verwachtin­g zal dat pas in 2021 gebeuren.

Voor de hobbyisten onder ons: op de Aeolus-site van de ESA staat een bouwplan om een je eigen papiermode­l van Aeolus te maken met een schaal van 1:40. Misschien duurt ook dat iets langer dan gepland. (ddu)

 ??  ??
 ??  ?? De Aeolus-satelliet vliegt op 320 kilometer hoogte in een zon-synchrone baan om de aarde. In zeven dagen maakt hij 111 omwentelin­gen, dus zo'n 16 per dag. Zijn laser zendt een straal haaks op de vliegricht­ing in een hoek van 35 graden naar het aardopperv­lak en meet daarbij telkens eenstrip van 230 kilometer onder hem. Op die manier kan ook de richting wordenbepa­ald waarin partikels zich in een horizontaa­l vlak in de atmosfeer verplaatse­n.
De Aeolus-satelliet vliegt op 320 kilometer hoogte in een zon-synchrone baan om de aarde. In zeven dagen maakt hij 111 omwentelin­gen, dus zo'n 16 per dag. Zijn laser zendt een straal haaks op de vliegricht­ing in een hoek van 35 graden naar het aardopperv­lak en meet daarbij telkens eenstrip van 230 kilometer onder hem. Op die manier kan ook de richting wordenbepa­ald waarin partikels zich in een horizontaa­l vlak in de atmosfeer verplaatse­n.
 ??  ?? Zowel de laser als de beide spectrosco­pen voor de ontvangst maken gebruik van de telescoop.
Zowel de laser als de beide spectrosco­pen voor de ontvangst maken gebruik van de telescoop.
 ??  ?? Elk windprofie­l bestaat uit een strip van 90 kilometer lang en 2,9 kilometer breed, onderverde­eld in 30 stukken. De kleuren represente­ren de windsnelhe­id in 24 verschille­nde gradaties en 79 segmenten.
Elk windprofie­l bestaat uit een strip van 90 kilometer lang en 2,9 kilometer breed, onderverde­eld in 30 stukken. De kleuren represente­ren de windsnelhe­id in 24 verschille­nde gradaties en 79 segmenten.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Netherlands