Voorwoord
Software-draaimolen
Als ik iets wil hebben dat aan iemand anders behoort, zijn er in principe twee (legale) opties: lenen of kopen. Onder vrienden leen je wat zonder tegendienst. Als je daar voor moet betalen, zoals bij een bibliotheek, dan heet dat 'huren'. Fietsen en boeken geef je na een tijd weer terug als je ze geleend of gehuurd hebt.
Als je die dingen daarentegen gekocht hebt, dan mag je ze houden. Een derde mogelijkheid is een regelmatig bijgehouden dienstverlening zoals Net ix – daar neem je een abonnement op. Dat lijkt allemaal redelijk eenduidig en overzichtelijk.
Ik heb software vroeger altijd beschouwd als een boek of een
ets: ik betaal er eenmalig voor, en dan mag ik het 'eeuwig' gebruiken. Daarbij verwacht ik van de makers alleen lichte inspanningen achteraf. Grote fouten werden meestal wel verholpen, maar voor nieuwe functies kreeg je dan een aanbieding om de volgende versie al dan niet goedkoper te kopen.
Continu gebruikte software is vandaag de dag echter geen eenmalige aankoop meer, maar continue dienstverlening. Security is daar een eerste aandachtspunt bij, zeker omdat alles tegenwoordig met alles verbonden is. Bijna ieder programma communiceert met andere partijen, en is daardoor een mogelijk aanvalspunt.
Bij het ontwikkelen van dergelijke software voor de steeds complexer wordende besturingssystemen komt hier nog bij dat daarin veel standaard bibliotheken worden gebruikt. Als in één daarvan een lek wordt gevonden, moet iedereen snel reageren. Maar ook zonder veiligheidsupdates blijk je updates nodig te hebben: Microsoft brengt ieder half jaar een Feature Upgrade uit die weer het een en ander door elkaar gooit. Ook Apple en Google doen dat minstens eenmaal per jaar.
Producenten van andere software moeten hun programma's dan ook regelmatig onder grote tijdsdruk aanpassen. Bij bijna alle belangrijke software hoort tegenwoordig bovendien een server-infrastructuur voor het opslaan van de instellingen of voor het synchroniseren van documenten op meerdere computers en smartphones. Dergelijke mogelijkheden zijn natuurlijk niet meer te nancieren met een eenmalige betaling.
Microsoft, Apple en Google zijn groot genoeg om het basispakket – het besturingssysteem – gratis aan te bieden en dan geld te verdienen met de extra diensten. Andere bedrijven zijn daarentegen aangewezen op regelmatige inkomsten en moeten daarom van te voren abonnementen verkopen.
Daar kan ik mee leven. Wat ik daarentegen niet accepteer, zijn abonnementen waarbij je in een houdgreep wordt gehouden. Ik verwacht een (liefst wat langere) testfase en een (liefst korte) opzegtermijn. Propriëtaire bestandsformaten mogen mij niet dwingen om bij een bepaald programma te blijven.
De software mag een dienst niet geheel onbereikbaar maken als ik het abonnement opzeg: het openen van documenten, het printen en met name het exporteren naar een ander (vrij) formaat moeten ook achteraf mogelijk blijven.
Aan dergelijke voorwaarden wordt echter eigenlijk nooit voldaan. Bij veel aanbieders voelt het alsof je in een draaimolen zit, waarbij je voor elke ronde moet bijbetalen, zonder dat je de mogelijkheid hebt om uit te stappen.
Veel plezier
Noud van Kruysbergen