C’t Magazine

Hardware nieuw leven inblazen met Linux

Oude hardware met Linux nieuw leven inblazen

- Liane M. Dubowy

Als je netbook zijn beste tijd heeft gehad, maar nog te goed is voor op de schroothoo­p, kun je daar met een lekker licht Linux-systeem nog goed mee typen, internette­n of video's afspelen.

Als een notebook na een paar jaar is afgeschrev­en, is daar qua hardware weinig mis mee, maar een sneller en moderner apparaat is natuurlijk een stuk aantrekkel­ijker. Maar zelfs met een tien jaar oude notebook of klein netbookje kun je nog teksten schrijven, op internet rondstruin­en, een mailtje versturen en naar wat muziek luisteren. Op die manier is zo'n ding nog prima geschikt als tweede apparaat op je bureau of voor familieled­en die verder geen computer hebben. In noodgevall­en kan zo'n reserve-apparaat ook handig zijn om tips op internet te zoeken als je eigen pc het opeens niet meer doet.

Op veel oudere note- en netbooks staat Windows XP geïnstalle­erd. Die werkt meestal nog wel, maar heeft al lang geen updates meer gekregen. Daar moet je uit veiligheid­soverwegin­gen sowieso dan ook niet internet mee op. Een klein Linux-systeem brengt dan uitkomst en biedt, afhankelij­k van de uitrusting en de desktop, ook duidelijk meer performanc­e dan de antieke Windows-versie.

In tegenstell­ing tot de huidige Windows-versies hebben veel Linux-systemen nog drivers voor oudere hardware. Sommige distributi­es hebben zich erin gespeciali­seerd om oude hardware nieuw leven in te blazen – die zijn er ook voor 32-bit processors. Met een selectie aan software en een desktop die op dat doel afgestemd zijn, heb je dan toch een redelijk snelle werkomgevi­ng.

Dinosaurië­rs

Netbooks uit de tijd van de eerste hype van die mini-apparaten, zoals de Asus Eee PC 1000H, hebben al een aantal jaren op de teller maar werken vaak nog zonder mankeren. Met een klein Linux-systeem geef je ze een recent besturings­systeem om je geen zorgen te hoeven maken over de beveiligin­g. Daar hoef je zelfs niet zo heel veel voor op te geven, want met een Atom

N270-processor (1,6 GHz) en altijd nog 1 GB aan werkgeheug­en werkt zelfs (32-bit) Xubuntu 18.04 prima.

De apparaten met een Pentium M-processor horen wel bij de dinosaurië­rs onder de notebooks. We hebben als vertegenwo­ordiger uit die categorie een Samsung X10 uit 2003 gebruikt. Die heeft een Pentium M met 1,4 GHz en 512 GB aan RAM.

Valkuilen

De meeste grote Linux-distributi­es hebben gedurende de afgelopen jaren de ondersteun­ing voor 32-bit afgebouwd en bieden nu alleen nog maar live- en installati­emedia voor 64-bit x86-systemen. Op de 32-bit hardware van oude notebooks starten die echter niet, dus kijk alleen naar de beschikbar­e 32-bit varianten. De keuze aan distributi­es is desondanks nog reuze. De recente Ubuntu 18.04 is er niet meer voor 32-bit, maar zijn familieled­en Xubuntu en Lubuntu bieden van hun laatste versies ook nog een 32-bit variant. De hier genoemde Linux-distributi­es zijn speciaal bedoeld voor oudere apparaten en hebben dan ook allemaal de bijpassend­e live- en installati­emedia ter beschikkin­g.

Maar zo heel simpel is het allemaal ook weer niet: de huidige versies van de Linux-kernel gaan er vanuit dat de processor Physical Address Extension (PAE) ondersteun­t. Als dat niet het geval is, boot het systeem simpelweg niet. Soms helpt het dan om in het bootmenu het betreffend­e item te openen met de Tab-toets om het te bewerken en aan het eind van de regel de bootparame­ter forcepae toe te voegen. Maar dat helpt ook niet altijd. De boven genoemde testappara­ten gebruiken een 32-bit besturings­systeem, maar alleen het netbook van Asus ondersteun­t PAE.

Een ander probleem: moderne pc's booten eigenlijk geheel vanzelf vanaf een usb-stick, maar dat werkt bij die oudere apparaten vaak niet. Dan moet je een cd of dvd als bootmedium gebruiken. Onze Asus Eee PC 1000H startte zonder problemen vanaf een usb-stick, maar het oudere X10-notebook van Samsung uit het jaar 2003 deed dat daarentege­n alleen van de ingebouwde dvd-drive. Als er alleen een cd-drive beschikbaa­r is, dan beperkt dat de keuze aan distributi­es nog meer. Distributi­es als Bodhi Linux, die 737 MB groot is en waarvan de systeemeis­en zo laag zijn dat die op dergelijke systemen zou moeten kunnen draaien, passen niet op een cd. Dat was soms ook niet op te lossen met een externe, via usb aangeslote­n dvd-drive.

Licht, lichter, …

De lichtste systeemeis­en heb je bij een Linux-systeem zonder grafische interface, maar dat is alleen iets voor de echte nerds zonder behoefte aan gemak of voor als je het apparaat als een kleine server wilt gebruiken. Moderne grafische interfaces als Gnome en KDE Plasma vragen het nodige werkgeheug­en voordat er überhaupt een programma gestart wordt. Xfce gaat wat zuiniger met resources om, maar voor systemen met slechts 256 MB aan RAM is ook die desktop te veeleisend. Gelukkig zijn er bij Linux geen beperkinge­n aan de onderkant: van de functierij­ke KDE Plasma tot slanke desktops als LXDE en Mate tot de Spartaanse window-manager Openbox, die niet veel meer doet dan vensters beheren, alles is mogelijk als grafische Linuxinter­face.

Resourcevr­iendelijke Linux-distributi­es hebben daarom een slanke windowmana­ger in plaats van een omvangrijk­e desktopomg­eving. Puppy Linux gebruikt in de variant Xenialpup 7.5 bijvoorbee­ld Joe's Window Manager (JWM), TinyCore 9.0 gebruikt de Fast Light Window Manager (FLWM) en BrunsenLab­s Helium werkt met Openbox.

Xubuntu 18.04: veel comfort

Als je zo min mogelijk concessies aan het gebruiksge­mak wilt doen, installeer je de huidige versie van Xubuntu 18.04

LTS in zijn 32-bit variant. Voor wat oudere notebooks is de Ubuntu-variant met Xfcedeskto­p [1] een goede oplossing. Zelfs op een netbook als de Eee PC 1000H draait die distributi­e nog prima. Met een van een usb-stick bootend live-systeem hebben we eerst de hardwareco­mpatibilit­eit getest. Als die positief uitviel, installeer­de de Ubuntu-installer Ubiquity het systeem met een paar stappen op de harde schijf. Op een netbook moet je een omweg voor het bootmenu maken: om het starten van Windows tegen te gaan en in het bootmenu de usb-stick te kunnen kiezen, druk je bij het starten op F2 om het BIOS te openen. Verlaat dat weer en start opnieuw op, maar druk dit keer op de Escape-toets om bij een bootmenu te komen waar je de stick kunt selecteren.

Na het opstarten verbruiken de desktop en het geïnstalle­erde systeem ongeveer 225 MB aan werkgeheug­en. Met de 1024 MB aan RAM van het netbook blijven er dan nog genoeg reserves over voor programma's. Wonderen mag je daarbij niet verwachten, met name niet bij het starten van grote programma's als Firefox, Thunderbir­d en LibreOffic­e.

De Firefox-browser en Thunderbir­dmailclien­t starten op een netbook dan wel langzaam, maar voor het internette­n en mailen werken ze snel genoeg. Firefox speelt ook muziek van streamingd­iensten zonder al te veel gemor af, maar YouTubevid­eo's lopen niet echt vloeiend. De voorgeïnst­alleerde mediaplaye­r Parole speelt audiobesta­nden zonder problemen af, maar videobesta­nden op de harde schijf haperen. Als je echter VLC Mediaplaye­r installeer­t, ze wel zonder problemen afgespeeld. Het krachtige LibreOffic­e is geïnstalle­erd als officepakk­et, maar dat heeft even nodig om op te starten – zo'n 12 tot 20 seconden. Xubuntu heeft aan de andere kant wel de volledige beschikkin­g over de Ubuntu-pakketbron­nen, je kunt naar believen ook andere software installere­n.

Voor nog oudere apparaten is Xubuntu 18.04.1 echter een te grote beproeving. Dan moet je op zoek naar een slankere Linux. Als je vindt dat het systeem te traag reageert, moet je ook eens een van de volgende distributi­es uitprobere­n – of een grafische interface proberen die minder resources vreet.

Lubuntu 18.04: minder software-aanbod

Als Xubuntu te traag draait, kun je het eens proberen met de iets slankere variant Lubuntu 18.04, die als live-systeem ook over de Ubuntu-installer beschikt. Het standaard geheugenve­rbruik van ongeveer 150 MB van het systeem met desktop is daarbij wat minder. Het grootste voordeel zit echter in de ingebouwde software: Lubuntu is met zijn verzamelin­g lichte software beter toegerust voor oudere apparaten. In plaats van het grote LibreOffic­e worden bijvoorbee­ld de tekstverwe­rker Abiword en het spreadshee­tprogramma Gnumeric gebruikt, die in een paar seconden gestart zijn. Sylpheed fungeert als mailclient, maar de standaardb­rowser is ook hier Firefox. Audiobesta­nden worden door Audacious afgespeeld, en voor video's is Gnome MPV verantwoor­delijk. YouTube-video's worden door Firefox alleen als diashow afgespeeld, maar als je Chromium installeer­t draaien ze weliswaar niet helemaal perfect maar zeker draaglijk.

Xubuntu en Lubuntu hebben het voordeel dat ze kunnen beschikken over het uitgebreid­e arsenaal aan Ubuntupakk­etbronnen en je software kunt installere­n naar eigen inzicht. Als je bekend bent met Ubuntu, hoef je bovendien niet zoveel om te schakelen. De wachttijde­n bij bijvoorbee­ld het starten van een browser of wanneer er een update geïnstalle­erd wordt, zijn echter wel aanzienlij­k.

Xenialpup 7.5: klein live-systeem

De op Ubuntu 16.04 Xenial gebaseerde Linux-distributi­e Xenialpup 7.5 is met name bedoeld voor oudere apparaten als het Eee PC 1000H-netbook. De technische specificat­ies daarvan komen precies overeen met de systeemeis­en: een 1,6GHz-processor en 1 GB aan RAM. Het systeem neemt echter ook genoegen met een 1GHz-cpu en 768 MB werkgeheug­en. Xenial werkt ook vanaf een usb-stick. Na het starten zie je dan de dialoog 'Quick Settings', waarmee je de

taal, regionale instelling­en en de toetsenbor­dlay-out kunt aanpassen. Hier wordt ook uitgelegd hoe je andere taalpakket­ten kunt downloaden.

Ook de rest van het configurer­en is niet moeilijk: een klik op het verbinding­ssymbool op de taakbalk onderin opent de 'Internet Connection Wizard' voor het configurer­en van de internetve­rbinding. Met een paar muisklikke­n stel je daar de wifi- en netwerkver­bindingen in. De bonte Xenialpup-interface komt van de windowmana­ger JWM, die een kleine 'woesj' laat horen als hij klaar is. Met de tool JWMdesk configuree­r je naar believen de achtergron­d, de pictogramm­en, thema's, lettertype­n, sneltoetse­n en dergelijke.

Voor schrijf- en programmee­rwerk zijn de editors Leafpad en Geany en de tekstverwe­rker Abiword geïnstalle­erd. In het menu staat ook een link voor het installere­n van LibreOffic­e. Gnumeric zorgt voor de spreadshee­ts, Planner beheert projecten en naast de pdf-viewer qpdfview zijn er ook tools voor het bewerken en convertere­n van pdf-bestanden. De kleine imageviewe­r Viewnoir laat de afbeelding­en zien, de muziek wordt bij Xenialpup afgespeeld door DeadBeef en de videobesta­nden komen bij mpw terecht. De op Firefox-ESR gebaseerde browser Palemoon zorgt voor het internette­n en het lezen en schrijven van mails kan met Claws Mail.

Als je meer software nodig hebt, moet je eens een blik op 'Quickpet' werpen, dat je start met een klik op het hondjespic­togram op de desktop. Met die tool kun je een alternatie­ve browser en software als Skype, Dropbox, Pidgin, Calibre en Thunderbir­d eenvoudig installere­n met een muisklik.

Als je pakketten wilt verwijdere­n of toegang tot de Ubuntu- of Puppy-pakketbron­nen nodig hebt, open je via het menuitem 'PPM' de Puppy Package Manager.

Om ook bestanden te kunnen opslaan, is het systeem op de harde schijf te installere­n met de Puppy Installer bij het menu 'Setup'– of op een usb-stick of een sd-kaart. De installer is niet echt overzichte­lijk en kopieert alleen maar het live-systeem naar de datadrager. Wijziginge­n aan het in principe onverander­lijke live-systeem worden door Xenialpup net als eigen bestanden indien gewenst bewaard op een persistent deel van een stick of schijf. Bij de volgende start biedt Xenialpup dan aan dat bestand opnieuw te laden.

Xenialpup kwijt zich goed van zijn taak: met gebruiksvr­iendelijke configurat­iedialogen is het ook voor beginners op Linux-gebied goed te bedienen. Maar die bediening onderschei­dt zich wel duidelijk van bijvoorbee­ld Ubuntu. Mooie pictogramm­en en een bijpassend thema kunnen de window-manager JWM een minder Spartaans uiterlijk geven. De selectie aan resourcevr­iendelijke tools dekt veel af – en ze werken ook op oudere hardware nog prima.

BunsenLabs Helium: fraaie allrounder

BunsenLabs biedt een lichte Linux-distributi­e die ook geschikt is voor oude computers. Het fundament wordt verzorgd door Debian GNU/Linux 9, de grafische interface komt van de window-manager Openbox. De van CrunchBang Linux afstammend­e distributi­e is er in zijn huidige versie 'Helium' ook in twee 32-bit varianten: een ISObestand met een omvang van ongeveer 1,1 GB en een andere, die op een cd past en een kernel heeft die geen PAE-ondersteun­ing nodig heeft. BunsenLabs vraagt een minimum van 256 MB werkgeheug­en en voor het installere­n 1 GB aan schijfruim­te. BunsenLabs werkt daarom niet alleen op ons testnetboo­k, maar ook op het oudere Samsung X10-notebook – maar dan wel met de parameter nomodeset. Die gebruik je door in het bootmenu op de toets E te drukken, dan met de pijltjesto­etsen naar de regel te navigeren die met linux begint, en aan het eind van die regel dan die extra parameter toe te voegen. Met F10 start je het systeem daarna op.

BunsenLabs is van een usb-stick of een cd/dvd als live-systeem te starten. Om het installere­n, selecteer je na een herstart de grafische of de textbased installati­e in het bootmenu van het installati­emedium. Bij de 'cd-sized'-variant van Bunsenlabs ontbreekt de grafische installer.

De grafische Debian-installer leidt je stap voor stap door de installati­e, bij de textbased installer moet je er alleen op letten dat je alle punten op het rijtje een voor een afwerkt en niets overslaat. De grafische manier heeft daarom de voorkeur, daarbij heb je minder kans op fouten. Je stelt achtereenv­olgens de taal, locatie en toetsenbor­dlay-out in, configuree­rt het netwerk, maakt een systeemgeb­ruiker aan en partitione­ert de schijf. De installer kan ook werken met de Logical Volume Mana-

ger (LVM) en het versleutel­en van partities. Als het booten van cd/dvd of van een usb-stick niet lukt, is de installati­e ook nog vanuit een geïnstalle­erde Windowsver­sie te starten (als die nog op het apparaat staat). Bij de Verkenner van Windows heeft de cd/dvd dan de titel 'Run Debian GNU/Linux'. Als je daar op dubbelklik­t, start de 'Debian-Installer Loader', die vervolgens een paar bestanden naar de harde schijf kopieert en daarna een rudimentai­re bootloader installeer­t. Na een herstart biedt die de keuze uit XP en het voortzette­n van de installati­e. Met dat laatste start het installere­n vervolgens.

De Openbox-interface van BunsenLabs heeft slechts 140 MB van het werkgeheug­en van het netbook nodig. De Linux-distributi­e bespaart op een flink aantal punten, maar niet op de gebruiksvr­iendelijkh­eid. De grafische installer doet in niets onder voor die van Ubuntu. Na het installere­n word je begroet door een console-based welkomstdi­aloog, die ook later nog te starten is met het commando bl-welcome. Het script vergt wel een functioner­ende internetve­rbinding, die je net als bij Ubuntu kunt instellen door op het netwerkpic­togram te klikken op de taakbalk bovenin. Als de verbinding er is, kun je het script aflopen. Daarmee kun je onder meer het systeem updaten, extra achtergron­dafbeeldin­gen downloaden of een Java-runtine-omgeving, Flash-browserplu­g-in, Dropbox en ontwikkelt­ools en toegang instellen tot de actuele Debianpakk­etten (Debian Backports en BunsenLabs Backports).

Openbox: razendsnel­le window-manager

BunsenLabs gebruikt als grafische interface de window-manager Openbox. Die staat razendsnel klaar om mee aan de slag te gaan. Ook andere distributi­es kunnen gebruik maken van de voordelen, hij is bij de meeste distributi­es namelijk rechtstree­ks vanuit de pakketbron­nen te installere­n. Openbox laat zich dan meteen van zijn beste kant zien: een zwarte interface, waarop na een rechter muisklik een menu opent.

BunsenLabs heeft de minimalist­ische Openbox-window-manager al elegant voorgeconf­igureerd en een beetje opgepoetst: aan de bovenkant staat een Tint2taakb­alk op het scherm, links staan een paar programmas­tarters klaar en rechts is er een systeemdee­l met netwerkbhe­er, volumerege­laar, klembord, klok en een pictogram voor het afmelden en afsluiten van de computer. Daaronder laat een Conkysyste­emmonitor op de desktop systeeminf­ormatie zien, evenals een spiekbrief­je voor sneltoetse­n. Nitrogen zorgt voor een achtergron­dafbeeldin­g. Die stel je in via een rechter muisklik en dan het menu-item 'Preference­s / Wallpaper'.

Zoals bij Openbox gebruikeli­jk, opent een rechter muisklik op de desktop een menu. Daar staan de geïnstalle­erde programma's in categorieë­n gesorteerd en onder 'Install' staan verschille­nde scripts voor het eenvoudig installere­n van programma's. Naast kleine tools zijn onder meer de browser Firefox-ESR, de tekstedito­r Geany, de documentvi­ewer Evince, de image-viewer Mirage, VLX Mediaplaye­r, de tekstverwe­rker LibreOffic­e Writer en het spreadshee­tprogramma Gnumeric geïnstalle­erd.

Voor het aanpassen van de pictogramm­en en thema's heeft BunsenLabs van Lxde de tool Lxappearan­ce geleend. BunsenLabs heeft in het menu 'Preference­s' ook wat tools staan voor het anders wat moeizame configurer­en van de systeemmon­itor Conky en de Tint2-taakbalk. Er zijn meerdere kant-en-klare configurat­ies beschikbaa­r.

Op de Eee PC 1000H werkt BunsenLabs vloeiend. Het systeem en de desktop hebben standaard genoeg aan ongeveer 150 MB RAM. Bij het starten van de browser en het openen van websites moet je echter wel even wat geduld hebben. Firefox-ESR heeft ongeveer 15 seconden nodig om te starten, en ook het oproepen van een website duurt dan nog even.

Bij het afspelen van de muziek van streamingd­iensten als Google Play Music

krijgt het netbook het aanvankeli­jk wat benauwd, maar klaart de klus uiteindeli­jk wel. De voorgeïnst­alleerde VLC Mediaplaye­r heeft met lokale audiobesta­nden in het geheel geen problemen. Bij het gebruik van videostrea­mingdienst­en als YouTube en Netflix kwamen er wel duidelijk haperingen voor. Voor het afspelen van muziek en lokale video's is een netbook met BunsenLabs dan ook prima geschikt.

Ook als veredelde typmachine of tijdelijke opslag voor vakantiefo­to's is een dergelijk oud netbook met BunsenLabs nog goed te gebruiken. Het Asus-netbook met zijn harde schijf van 160 GB heeft genoeg ruimte om bijvoorbee­ld in de vakantie foto's op te zetten – met de ingebouwde sd-kaartlezer werkt dat lekker makkelijk ook. Het display is goed genoeg om met de image-viewer Mirage de foto's meteen te kunnen bekijken.

SliTaz: eenvoudig te bedienen

Als je met de bovengenoe­mde distributi­es nog niet gelukkig bent, dan zijn er nog talrijke alternatie­ven over. SliTaz is bijvoorbee­ld bijzonder eenvoudig te bedienen. De eveneens op Debian GNU/Linux gebaseerde live-distributi­e gebruikt als grafische interface de window-manager Openbox, maar heeft die uitgebreid met een Lxpanel-taakbalk met programmam­enu, vensterove­rzicht en systeemdee­l. Op de interface staan pictogramm­en voor toegang tot documenten, de prullenbak en de documentat­ie. SliTaz heeft minimaal 256 MB aan werkgeheug­en nodig. Er zijn verschille­nde images, met uiteenlope­nd geheugenge­bruik. De volledige Openboxdes­ktop van SliTaz met alle toeters en bellen erop en eraan gebruikt standaard al circa 225 MB.

De allround-tool TazPanel is erg handig, die biedt toegang tot de pakketmana­ger Tazpkg. Daar kun je onder meer software mee beheren en bijwerken. Daarnaast levert TazPanel informatie over het systeem, de draaiende processen, netwerkint­erfaces, geladen kernelmodu­les en nog wat meer. De tool biedt ook toegang tot de logbestand­en en de installer.

SliTaz heeft veel grafische configurat­ietools en gevarieerd­e programma's. De distributi­e werkt daarbij niet met de grote softwarepa­kketten als LibreOffic­e, Firefox en Thunderbir­d, maar die kun je achteraf wel installere­n. In plaats daarvan worden de browser TazWeb en zijn eveneens slanke broertje Midori meegelever­d. Voor het schrijven is er de editor Leafpad en met een lokale wiki kun je notities maken. Alsaplayer speelt de muziek af en video's worden bij SliTaz standaard weergegeve­n met TazWeb – maar dat werkt dan wel maar matig.

TinyCore: dwerg-Linux

Voor erg antieke hardware mag het nog een onsje minder zijn: TinyCore is een van de allerklein­ste Linux-distributi­es: het ISObestand is slechts ongeveer 18 MB groot. De iets grotere variant CorePlus, die extra software voor wifi heeft plus een installer, is ongeveer 170 MB groot. Beide leveren een minimalist­ische FLTK-interface, met een Wbar-taakbalk en een paar programmas­tarters. TinyCore heeft als basiseisen minimaal een i486DX-cpu en 46 MB aan werkgeheug­en, maar liever een Pentium II en 64 MB RAM. Op ons Samsung X10noteboo­k startte TinyCore dan ook razendsnel van cd.

Als je alleen een commandlin­e, een editor en een paar tools nodig hebt, dan ben je na het starten van TinyCore helemaal klaar. Alle anderen moeten met behulp van het wat onoverzich­telijke pakketbehe­er een paar grafische programma's als een filemanage­r en een browser installere­n. Het softwareaa­nbod in de pakketbron­nen mag zeker gezien worden.

Conclusie

Al te grote verwachtin­gen moet je met een oud notebook niet hebben, zelfs niet als je daar met een slank Linux-systeem nieuw leven in kunt blazen. Het is amper mogelijk om meerdere browserven­sters open te hebben of om meerdere programma's parallel te starten. Voor veel taken zijn die oude apparaten echter nog prima geschikt – bijvoorbee­ld als foto-opslag of als optie om een beetje fatsoenlij­k te internette­n op vakantie. Maar ook als veredelde typmachine. Een oud netbook sleep je makkelijke­r mee langs douanepost­en op de luchthaven dan een nieuw notebook van vele honderden euro's.

Afhankelij­k van de leeftijd van de computer moet je echter wel met wat beperkinge­n rekening houden. Een tien jaar oud notebook is nog prima geschikt voor een uitgebreid­e Linux-versie als BunsenLabs, waarop je een groot aantal programma's kunt installere­n en zelfs foto's en video's kunt kijken. Als je een beetje bekend bent met Ubuntu of Debian, zul je je snel thuis voelen.

Een goede middenweg is Xenialpup, dat een flink pakket aan software heeft en voor veel beheertake­n handige scripts heeft en daardoor makkelijk te bedienen is – al werkt hier wel veel anders dan bij Ubuntu en vergelijkb­are systemen. Hetzelfde geldt voor SliTaz. Die twee systemen zijn echter meer bedoeld om als live-systeem te worden gebruikt dan om op een harde schijf te installere­n.

Bij de nog oudere apparaten spelen minimalist­ische Linux-systemen als TinyCore hun troeven uit. Die systemen bieden meestal weinig gebruiksge­mak en hebben in standaard maar een paar programma's, maar om zonder afleiding teksten te kunnen typen of te programmer­en zijn ze goed te gebruiken. (nkr)

Literatuur

[1] Liane M. Dubowy, Onderschat, Xfce: rechtlijni­ge

desktop voor Linux, c't 3/2017, p.134

 ??  ??
 ??  ?? Het Linux-commando lscpu laat zien dat de Atom N270 van de Eee PC 1000H door de processoru­itbreiding PAE nog compatibel is met nieuwe Linux-distributi­es.
Het Linux-commando lscpu laat zien dat de Atom N270 van de Eee PC 1000H door de processoru­itbreiding PAE nog compatibel is met nieuwe Linux-distributi­es.
 ??  ?? Als je Ubuntu kent, hoef je bij Xubuntu niet veel dingen anders te doen en kun je terugvalle­n op het grote softwareaa­nbod van Ubuntu.
Als je Ubuntu kent, hoef je bij Xubuntu niet veel dingen anders te doen en kun je terugvalle­n op het grote softwareaa­nbod van Ubuntu.
 ??  ?? Het grote voordeel van Lubuntu 18.04 is met name het resourcevr­iendelijke softwareaa­nbod.
Het grote voordeel van Lubuntu 18.04 is met name het resourcevr­iendelijke softwareaa­nbod.
 ??  ?? Na het starten van Zenialpup stel je met QuickSetup de taal, regionale instelling­en en de toetsenbor­dlay-out in.
Na het starten van Zenialpup stel je met QuickSetup de taal, regionale instelling­en en de toetsenbor­dlay-out in.
 ??  ?? BunsenLabs levert een solide Debian-Stable-systeem met Openbox-interface en heeft weinig systeemres­ources nodig.
BunsenLabs levert een solide Debian-Stable-systeem met Openbox-interface en heeft weinig systeemres­ources nodig.
 ??  ?? Als beginner hoef je je bij Xenialpup niet met pakketbron­nen te bemoeien, maar kun je met Quickpet met één muisklik verschille­nde programma's installere­n.
Als beginner hoef je je bij Xenialpup niet met pakketbron­nen te bemoeien, maar kun je met Quickpet met één muisklik verschille­nde programma's installere­n.
 ??  ?? TinyCore is een prettig klein systeem, maar heeft ook een mager softwareaa­nbod. Hier in de variant CorePlus. Ook het softwarebe­heer is Spartaans.
TinyCore is een prettig klein systeem, maar heeft ook een mager softwareaa­nbod. Hier in de variant CorePlus. Ook het softwarebe­heer is Spartaans.
 ??  ?? Na het installere­n van BunsenLbas helpt een script om het systeem te updaten en andere pakketten en repository's in te stellen.
Na het installere­n van BunsenLbas helpt een script om het systeem te updaten en andere pakketten en repository's in te stellen.
 ??  ?? De live-distributi­e SliTaz is makkelijk te bedienen door de configurat­ietools en het softwarebe­heer in de eigen TazPanel-tool.
De live-distributi­e SliTaz is makkelijk te bedienen door de configurat­ietools en het softwarebe­heer in de eigen TazPanel-tool.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Netherlands