Kleine krachtpatser
Na lang wachten heeft Apple eindelijk een nieuwe Mac mini uitgebracht. De vorige versie dateert uit 2014. Het nieuwe model lijkt aan de buitenkant veel op de oude, maar van binnen is de mini-pc flink vernieuwd. Zo is de koeling verbeterd en is volgens Apple de airflow verdubbeld.
Een voordeel ten opzichte van het 2014-model is dat de geheugenmodules niet vastgesoldeerd zijn. Net als bij de versie daarvoor heeft het 2018-model maximaal twee SO-DIMM-geheugenmodules, die je zelf kunt vervangen. Het gaat daarbij dan om 2666 MHz DDR4 SO-DIMMmodules. De maximale geheugengrootte is 64 GB.
Er zijn verschillende configuraties verkrijgbaar. Qua processor kun je kiezen tussen een Core i3, Core i5 of Core i7 van de achtste generatie (Coffee Lake) met vier of zes cores. Net als andere recente Appleapparaten is de mini uitgerust met Apples T2-chip voor onder meer encryptie van de ssd. Alle modellen zijn uitgerust met een ssd (PCIe), die niet zelf te vervangen is. Op de Nederlandse Apple-website kun je kiezen uit capaciteiten van 128 GB tot 2 TB.
In tegenstelling tot Apples notebooks beschikt de mini over een groot aantal poorten. Om te beginnen zitten er aan de achterkant vier Thunderbolt 3-poorten met een USB-C-connector. Verder zijn er een HDMI-aansluiting, twee USBA-poorten, een RJ45-ethernetpoort en een hoofdtelefoonaansluiting. Standaard is heeft de Mac mini gigabit-ethernet, maar tegen een meerprijs van 120 euro is 10-gigabit-ethernet mogelijk.
Het slechte nieuws is dat de mini geen 'goedkoop' instapmodel voor Apples desktopbesturingssysteem meer is. Het goedkoopste model met quadcore Core-i3 (3,6 GHz), 8 GB werkgeheugen, 128GB-ssd en gigabit-ethernet kost bij Apple 899 euro. Met die vanaf-prijzen is het apparaat erg prijzig om hem zoals het oude model als mediastreamer of HTPC in te zetten. Qua performance is de mini echt een volwaardige pc. De duurste configuratie kost dan ook bijna 5000 euro. De mini heeft trouwens ook een nieuwe, donkergrijze kleur gekregen, die lijkt op die van de iMac Pro.