Raspberry Pi 3A+
De Raspberry Pi 3A+ is goedkoop en zuinig
De Raspberry Pi 3A+ past prima in het grote gat tussen de kleine Pi Zero en het topmodel 3B+. Hij is net zo snel als een 3B+, maar aanzienlijk zuiniger en goedkoper. Dan moet je het net als bij de Zero wel met minder geheugen en zonder ethernet doen.
De 3A+ is bijna identiek aan zijn 10 euro meer kostende grote broer [1]. Ze rekenen allebei even snel en kunnen daarom dezelfde taken vervullen – met een paar uitzonderingen. Omdat de 3A+ slechts 512 MB werkgeheugen heeft, hoef je een gra sche desktop niet te installeren: met een wat zwaardere website zoals YouTube en een of twee terminalsessies zit je dan al tegen de limiet aan. De Raspberry Pi Foundation heeft verder bespaard op de ethernetaansluiting en op drie van de vier USB 2.0-poorten, waardoor hij ook niet echt als thuisservertje te gebruiken is.
De meeste Raspberry Pi's vullen hun dag echter met compleet andere en meer bescheiden taken: ze sturen dingen aan of monitoren van alles, of worden met Mosquitto gebruikt voor smarthome-gadgets [2]. Andere spelen muziek en video's af tot aan Full HD, waarvoor de ingebouwde wi chip de data nog snel genoeg aangeleverd kan krijgen.
Voor dit en andere typische Pi-taken is een 3A+ afdoende. De SoC is immers dezelfde als bij de 3B+. Daarin zitten dus vier ARMv8-cores, die terugschakelen naar 600 MHz als ze niets te doen hebben, maar door kunnen naar 1400 MHz als er meer van ze gevraagd wordt. Pas als de SoC meer dan 60 oC warm wordt, zakt de frequentie terug naar 1200 MHz, en vanaf 80 oC nog verder. Maar dan moet je hem wel meer dan een kwartier op alle kernen belasten met een synthetische taak als EEMBC CoreMark, dus erg realistisch is dat niet. Zodra de cpu maar even een paar seconden niets te doen heeft, daalt de kerntemperatuur al meteen meerdere graden, en dat zonder speciale koeling. De Pi 3A+ pro teert van de optimalisaties aan de SoC en aan het powermanagement, waaraan de Foundation voor de Raspberry Pi 3B+ aardig wat aandacht heeft besteed.
De Raspberry Pi 3A+ gebruikt – los van de vraag of hij wel of niet belast wordt – ongeveer 1,3 watt minder dan de 3B+. De SoC is onveranderd, het RAM heeft op het totaalverbruik weinig invloed – dus komen de besparingen voornamelijk door het weglaten van de combi-chips voor Gigabit-ethernet en de usb-hub.
Omdat de boorgaten, de externe aansluitingen (met uitzondering van usb) en de GPIO-pinnen op dezelfde plek zijn blijven zitten, passen de bestaande add-on-boards (HAT's) ook op de 3A+. De printplaat heeft dezelfde afmetingen als de vier jaar oude Raspberry Pi 1A+ met een singlecore-SoC.
Conclusie
Het zal niet vaak zinvol zijn om een Raspberry Pi 3B of 3B+ te vervangen door een 3A+. Het maximaal bespaarde vermogen van 1,3 wat komt uit op 11,4 kWh op jaarbasis, dus daar hebben zowel de portemonnee als het milieu weinig voordeel van. Voor nieuwe projecten, die geen hoge eisen aan het werkgeheugen en de netwerkverbinding stellen, is een Raspberry Pi 3A+ daarentegen een goed alternatief voor de vaak toch wel te langzame Pi Zero.
Maar los van de vraag hoe handig een zuinige en goedkope Raspberry Pi is, het blijft de vraag hoe het op de langere termijn met de Raspberry's zal gaan. De huidige architectuur biedt amper nog mogelijkheden voor noemenswaardige verbeteringen.
De Raspberry Pi Foundation laat er niets over los of er al iets besloten is over een nieuwe architectuur. Het blijft dus speculeren hoe een Raspberry Pi 4 eruit zou kunnen komen te zien en wanneer dat dan zou kunnen zijn. (nkr)
Literatuur
[1] Ingo T. Storm, De laatste in de serie, De Raspberry Pi 3B+ heeft Gigabit-ethernet, 5GHz-wi i en PoE, ct 5/2018, p.22
[2] Jan Mahn, Wereldtaal, Het MQTT-protocol voor robuuste data-uitwisseling in industrie en homeautomation, ct 5/2018, p.118