Kies vóór de parallelle installatie één manier van opstarten!
Je kunt op één schijf geen besturingssystemen naast elkaar installeren die klassiek en via UEFI booten. Er zijn distributies die dat negeren, per ongeluk, of omdat ze (soms gekunstelde) trucs gebruiken waarmee het toch werkt. Maar het werkt niet met alle BIOSsystemen. Bovendien komen dergelijke installaties zelden voor. Er gaat bij de installatie snel iets verkeerd, waardoor het eerder geinstalleerde besturingssysteem beschadigd wordt en niet langer opstart. En zelfs als het werkt, kan zo'n gemengde installatie enkele weken of maanden later vastlopen bij een grote update. Je kunt je dergelijke problemen beter besparen door in de BIOSinstellingen van je UEFIpc slechts één opstartprocedure te gebruiken: klassiek (dus via CSM) of UEFI (met of zonder Secure Boot). Als je een gloednieuwe pc installeert, kies dan voor UEFI, want dat heeft de toekomst. Als je een tweede besturingssysteem installeert, stel dan bij voorkeur de methode in waarmee het geïnstalleerde besturingssysteem opstart.
Met een geïnstalleerde Windows kun je het gebruikte opstartproces controleren met Systeeminformatie (msinfo32. exe), waar je de opstartprocedure ziet in de regel 'BIOSmodus'. Bij de meeste nieuwe pc's staat daar 'Status beveiligd opstarten' of 'UEFI' omdat ze opstarten met UEFI, al dan niet met Secure Boot. Bij opstarten met CSM of een klassiek BIOS staat er 'Verouderd' (bij Engelse Windowsversies: 'Legacy').
Bij Linuxdistributies test je de opstartprocedure door het programma efibootmgr aan te roepen. Als het programma de UEFIbootvariabelen laat zien, start het besturingssysteem via UEFI. Als het klassiek opstart, krijg je de foutmelding 'EFI variables are not supported on this system'.