Ventilatorregeling? Afblijven!
Veel van de Super-IO-chips kunnen niet alleen sensordata leveren en grenzen instellen, maar ook de ventilatoren regelen. Daar dient het pakket fancontrol voor, dat ook van het lm_sensors-project afkomt. Terwijl het BIOS op de achtergrond continu controleert hoe het met de temperaturen van de cpu en het moederbord en dergelijke gaat, neemt de fancontrol-daemon daarbij het aansturen op basis van de uitgelezen temperatuur voor zijn rekening. Als de pc volledig belast wordt, loop je dan wel het risico dat de daemon niet meer genoeg rekentijd toebedeeld krijgt voor het accuraat regelen of zelfs helemaal crasht. Dan draaien de ventilatoren met het laatst ingestelde toerental – en dat kan te laag zijn als koeling hard nodig is.
Je moet de ventilatorregeling dan ook niet gebruiken. Aan de ene kant zijn de door de sensors beschikbaar gestelde waarden vaak niet zo betrouwbaar als het lijkt. Dat kan ertoe leiden dat de softwareregeling te lage toerentallen instelt en de warmte zich in de behuizing ophoopt. Aan de andere kant leiden de instellingen soms tot een verkeerde werking, zodat de ventilatoren volledig onnodig op maximaal toerental draaien en pas weer onder controle zijn te krijgen door de computer uit te zetten. Je weet vaak ook niet precies welke instelling welke gevolgen voor de hardware heeft.
Het is beter om de ventilatorregeling over te laten aan het BIOS. Bij moderne systemen is heel gedetailleerd in te stellen wanneer en hoe hard de ventilatoren moeten draaien. Ook de Windows-tools van de hardwarefabrikanten regelen de ventilatoren niet, maar passen alleen de BIOS-instellingen aan.
Bij notebooks is de samenwerking tussen het koelsysteem, processortemperatuur en sensoren vaak zo afgewogen op elkaar afgestemd dat de mogelijkheden om daar wat aan te optimaliseren erg beperkt zijn.