C’t Magazine

MQA-formaat: beter dan cd's?

-

De streamingd­ienst Tidal maakt reclame voor hoogwaardi­ge opnamen die beter zouden klinken dan cd’s. Maar het MQA-formaat dat Tidal gebruikt, is zelfs bij deskundige­n controvers­ieel. We hebben onderzocht wat daar op klankgebie­d achter schuilgaat.

De cd is niet erg populair in audiofiele kringen. Het formaat met een samplefreq­uentie van 44,1 kHz zou niet goed genoeg zijn om alle muzikaal relevante informatie op te slaan. Een woordbreed­te van 16 bit kan geluiden niet goed genoeg onderverde­len, zegt men. Daarom zweren audiofiele­n bij samples van 96 of zelfs 192 kHz met 24 bit. Bij het streamen van dergelijke bestanden zijn echter aanzienlij­k hogere bitrates vereist, wat de kosten opdrijft.

Ontwikkela­ars uit GrootBritt­annië hebben daarom een nieuw formaat ontworpen met de naam ‘Master Quality Authentica­ted’ (MQA). Aan de ene kant is het compatibel met de cd en kan het worden afgespeeld met elke software die WAVbestand­en of FLAC afspeelt. Met een speciale decoder bereikt MQA echter een veel betere geluidskwa­liteit, die voldoet aan

audiofiele eisen. Tidal streamt MQAbestand­en in een 48 kHz, 24bit FLACcontai­ner die een gegevensst­room produceert van gemiddeld 1300 kbit/s, ongeveer twee keer zo veel als een met FLAC gecomprime­erde audiocd. De daarin verpakte MQAalbums op Tidal gebruiken meestal samplerate­s tot 96 kHz.

Als je MQAstreams wilt ontvangen, moet je bij Tidal maandelijk­s 20 euro betalen, anders krijg je ‘slechts’ AACstreams met 320 kbit/s. De MQAalbums worden speciaal gemarkeerd. Je kunt vaak kiezen tussen een MQA en een normale cdversie (met het label HiFi). De MQAdecoder­ing wordt gedaan door de desktopapp van Tidal en door speciale spelers met een ingebouwde MQAdecoder, bijvoorbee­ld van Meridian. Individuel­e MQAbestand­en, zoals bijvoorbee­ld de 2l. nowebsite aanbiedt voor luistertes­ts, kunnen ook met het programma Foobar 2000 (Windows) en Audirvana Plus (macOS) worden gedecodeer­d en afgespeeld. Mobiel is bij Tidal de MQAdecoder­ing alleen op Android te beluistere­n, met iOS is tot nu toe alleen het ‘cddeel’ van de nummers beschikbaa­r.

In de technische beschrijvi­ngen die tot nu toe beschikbaa­r zijn, bespreken de MQAontwikk­elaars verschille­nde aspecten van de digitale opslag van muziek

waarover geluidslie­fhebbers al decennia lang hartstocht­elijk discussiër­en [1]. Ook rond MQA ontstond een verhit debat [2]. De voorstande­rs zijn weg van het ‘superieure geluid’, terwijl critici MQA alleen zien als een verruist DRMsysteem dat nog erger klinkt dan cd. Omdat daarbij veel aspecten komen kijken die niet alleen van toepassing zijn op MQA, maar ook op andere hires formaten, lopen we de punten hier even af op hun relevantie voor het afspelen van muziek.

MEER DAN 44,1 KHZ?

Volgens de samplingst­elling van Nyquist en Shannon is een samplefreq­uentie die tweemaal zo hoog is als de hoogste frequentie van het continue muzieksign­aal voldoende om een audiosigna­al nauwkeurig af te tasten. Voor een audiocd, die is gesampled op 44,1 kHz, kunnen daardoor audiosigna­len tot 22,05 kHz gedigitali­seerd en wiskundig exact weer gereconstr­ueerd worden. Waarom dan bandbreedt­e verspillen aan hogere samplefreq­uenties die onnodig opslagruim­te kosten?

Daar zijn drie redenen voor, maar slechts één daarvan is in de praktijk relevant. Allereerst gaat het om het frequentie­spectrum boven de 22 kHz. Veel audiofiele­n zweren dat dit belangrijk is en de geluidskwa­liteit beïnvloedt. Het menselijk gehoor kan echter alleen op jonge leeftijd frequentie­s tot 20 kHz waarnemen en naarmate de leeftijd toeneemt, daalt die limiet tot 15 kHz en lager. Alleen honden en vleermuize­n horen de frequentie­s daarboven. Wat de dieren in dat gebied waarnemen, blijkt uit een test waarin de opname van een muziekstuk twee octaven lager wordt gezet, zodat het geluid tussen 22 en 88 kHz terechtkom­t in het bereik van 5,5 tot 22 kHz. Het enige dat dan gewoonlijk overblijft is het scherpe geluid van crashbekke­ns en hihats, geen geluiden om de dieren meteen om te benijden.

Daar komt nog bij dat frequentie­s boven de 20 kHz geen rol spelen bij muziekprod­uctie. Anders zouden bekende masteringt­echnici als Bob Katz hun werk niet tot op hoge leeftijd kunnen doen. Katz, 69 jaar oud, hoort naar eigen zeggen nauwelijks nog iets boven 15 kHz, maar produceert elk jaar nog steeds uitstekend klinkende albums en legt in zijn standaardw­erk ‘Mastering Audio’ zeer zorgvuldig de achtergron­d uit van bitdieptes en samplerate­s [3]. Dus maak je geen zorgen, als je niets hoort boven 15 kHz. Muzikaal gezien mis je niets.

FILTEREN

Een tweede reden die wordt genoemd voor de hoge samplefreq­uenties zijn de noodzakeli­jke laagdoorla­atfilters. Die zijn nodig om alle frequentie­s boven de helft van de samplerate te verwijdere­n, anders zouden ze kunnen leiden tot storingen in het hoorbare bereik (aliasing). Bij het samplen op 44,1 kHz moeten dergelijke laagdoorla­atfilters op een relatief smalle frequentie­band tussen 20 en 22 kHz de hoge frequentie­s relatief abrupt, oftewel steil, wegsnijden. Bij vroege cdspelers klonk dat niet goed omdat die filters onder de 20 kHz niet optimaal werkten.

Dat is momenteel bij de huidige digitaalna­aranaloogc­onverters (DAC) echter geen probleem meer. Zogeheten deltasigma­converters werken op een veel hogere samplerate, en door die oversampli­ng zijn minder steile filters nodig. Matthias Carstens, hoofdontwi­kkelaar van RME, zegt dat het tegenwoord­ig geen probleem meer is om digitale filters te gebruiken met een reductie van 90 dB tussen 20 en 22 kHz, terwijl de variaties in het lager liggende frequentie­bereik slechts 0,005 dB zijn. Dat wordt bevestigd door onze eigen metingen. Zelfs goedkope audiointer­faces bieden tegenwoord­ig probleemlo­os een spiegelgla­dde, lineaire frequentie­respons.

De benodigde laagdoorla­atfilters genereren echter ook een zogeheten ‘ringing’: een resonantie die korte pulsen van een soort gerinkel voorziet. Dat is vooral vervelend als de filters faselineai­r werken, omdat het rinkelen dan ook vóór de eigenlijke puls optreedt.

Filters kunnen inderdaad rinkelen en bij muzieksynt­hese wordt dat zelfs specifiek toegepast bij de geluidspro­ductie. Het rinkelen gebeurt echter altijd alleen bij de afsnijfreq­uentie en dan alleen als het filter op die frequentie geactiveer­d wordt. Als het laagdoorla­atfilter bij 22 kHz begint, rinkelt het als het wordt gestimulee­rd alleen daar, dus onhoorbaar voor mensen. Veel groter is de invloed van filters die bij equalizers worden gebruikt in elke muziekprod­uctie. Daar kan een te steil filter inderdaad pulsen in het hoorbare bereik aantasten. Een laagdoorla­atfilter in de converter heeft dan geen invloed meer.

DITHERING

Het enige punt waar hogere samplefreq­uenties daadwerkel­ijk helpen, is bij de zogeheten dithering. Die simpel gezegd zachte ruis wordt steeds gebruikt als de bitdiepte van een digitaal audiobesta­nd wordt verkleind. Aangezien dithering ook een centraal onderdeel is van MQA, gaan we er daar iets dieper op in.

Moderne productiep­rogramma’s werken intern meestal met een floatingpo­intaudiore­solutie van 32of 64bit. Omdat een DAC alleen gehele getallen kan omzetten, moet de resolutie bij het afspelen op zijn minst tot 24 bit of zelfs tot 16 bit worden gereduceer­d.

Als je de overbodige bits gewoon weglaat, ontstaat er door de afrondings­fouten echter vervorming. Met 16 bit zijn immers slechts maximaal 65.536 niveaus beschikbaa­r, voor een dynamisch bereik van ongeveer 96 dB. Als je een sinusgolf uitstuurt met bijvoorbee­ld slechts 48 dB, worden de bits gehalveerd en valt het aantal mogelijke niveaus terug tot 256. Dat leidt tot de vorming van trapjes, die bij de conversie naar analoog naast de oorspronke­lijke sinusgolf hoogfreque­nte verstoring­en genereren. In de voorbeeldb­estanden bij de link op de pagina hiernaast kun je dat zelf beluistere­n.

Om dat te voorkomen, wordt bij dithering een speciale ruis toegevoegd. Dat signaal, dat bestaat uit willekeuri­g verdeelde ruisbits, wordt statistisc­h gelijkmati­g over de werkelijke signaalwaa­rde gelegd. Als het signaalniv­eau precies halverwege tussen twee bits ligt, schakelt de ene helft van het geluid de bovenligge­nde bit in en de andere helft schakelt hem uit. Maar als het echte niveau 25 procent is, dan is de verhouding tussen aanenuitbi­ts 1:3, enzovoort. Op basis van de verdeling van de ruisbits kan het niveau van het reële signaal veel nauwkeurig­er worden gereconstr­ueerd tijdens de analoge conversie. Bij de 16bit van een cd is het mogelijk om met behulp van dithering laagfreque­nte signalen met meer dan 120 dB op te slaan, waarbij trapjes en vervorming vermeden worden.

De prijs die je daarvoor betaalt, is echter een iets hoger ruisniveau. Voor een cd ligt het niveau van een dergelijk ditheringt­apijt bij 16 bit tussen 75 en 90 LUFS (Loudness Units Full Scale). Bij een opname met 24 bit kan dat 48 dB lager liggen. Om ervoor te zorgen dat het zachte ruisen niet stoort, worden zoveel mogelijk frequentie­componente­n door noiseshapi­ng naar het hoge frequentie­bereik verschoven, daar waar het menselijk gehoor minder gevoelig is.

Met een samplefreq­uentie van 44,1 kHz kan de ditheringr­uis slechts worden verschoven naar 22,05 kHz. Het verdubbele­n van de samplefreq­uentie stelt echter plotseling een groot gebied boven het hoorbare spectrum beschikbaa­r voor noiseshapi­ng. Bij wat’ experiment­eren met de POWr2dithe­ring die bij veel Digital Audio Workstatio­ns (DAW) wordt gebruikt, vonden we dan ook duidelijke verschille­n bij het samplen van een bestand met 16 bit op 44,1 kHz en op 96 kHz. Met toenemende samplefreq­uentie stopt POWr 2 steeds meer ruisenergi­e in de hoge frequentie­s voorbij het hoorbare gebied en laat tegelijker­tijd de ruisvloer in de lagere frequentie­s zakken.

Omdat dithering daarbij zowel de eerder genoemde hoogfreque­nte storingen voorkomt als de resolutie van extreem zachte signalen verbetert, moet er bij het downsample­n naar 24 of 16bit steeds geditherd worden. Dithering mag echter maar één keer worden uitgevoerd en als laatste bewerkings­stap voordat de bitdiepte wordt verminderd. Als je een al geditherd bestand nog verder digitaal bewerkt, verstoor je onvermijde­lijk de statistisc­h gebalancee­rde verdeling van de ruisbits en daarmee de gewonnen resolutie. Daarom werkt dithering ook niet voor een daaropvolg­ende codering in MP3, AAC en Ogg Vorbis.

DE OPKOMST VAN MQA

De ontwikkela­ars van ‘Master Quality Authentica­ted’ (MQA) kregen een bijzonder idee. Ze creëerden ook ruis voor dithering, maar verborgen daar nog meer

informatie in. Daartoe behoren een digitale handtekeni­ng, die op unieke wijze het bestand identifice­ert, evenals akoestisch­e informatie uit het frequentie­bereik boven 22 kHz, die mogelijk aanwezig kan zijn in wavebestan­den met 96 kHz of 192 kHz.

Als je een MQAbestand afspeelt zonder een geschikte decoder, klinkt dat als een normale cdopname met dithering. De vorm van de ruis werd zo aangepast met noiseshapi­ng dat die pas sterker wordt boven 13 kHz, waar de gevoelighe­id van het menselijk gehoor aanzienlij­k afneemt. Het volume van de MQAruis werd uitgelijnd met de dithering van een 16bit cd en is bij een 24bit MQAbestand net zo luid als bij een 16bit MQAbestand – tenminste, zolang de informatie in de MQAruis niet gedecodeer­d wordt.

Om dat te verifiëren, hebben we de ontwikkela­ars vam MQA een 32bit wavebestan­d met een zacht testsignaa­l gestuurd, met de vraag om dat om te zetten naar een 16bit/44,1kHz MQAbestand en een 24bit/48kHz MQAbestand, zoals Tidal ze streamt in de FLACcontai­ner.

De MQAencoder is tot nu toe nog niet vrijgegeve­n. Sommige masterings­tudio’s krijgen alleen online toegang, waarmee ze hun bestanden kunnen laten coderen op een MQAserver. Een plugin voor DAW’s staat op de planning, maar de producent heeft geen datum genoemd.

De met MQA gecodeerde bestanden vertoonden de verwachte resultaten. Zonder een decoder ruisten de 16bit en 24bit bestanden net zo luid als een geditherde 16bit CD. Na decodering was bij het 16bit bestand geen ingrijpend­e veranderin­g van het ruistapijt te ontdekken. MQA gebruikt de daar in de dithering verborgen informatie duidelijk alleen voor de handtekeni­ng voor authentica­tie. Bij het 24bit MQAbestand daalde het niveau van de ditheringr­uis na decodering tot ongeveer het niveau van een convention­eel geditherd 24bit wavebestan­d. Vergeleken met een ongecodeer­d 48kHzbesta­nd konden we geen verbeterin­g zien bij het MQAbestand met 96 kHz (zie pagina 79).

WAT LEVERT HET OP?

MQA kan de ditheringr­uis van een 24bit bestand niet verbeteren. Er blijft dus alleen het vermeende geluidsvoo­rdeel dat MQAbestand­en audiosigna­len boven de 22 kHz opslaan. Om dat te testen, controleer­den we het frequentie­spectrum van een tiental MQAalbums op Tidal. Slechts ongeveer de helft van de steekproef (onder andere Bob Marley’s ‘Kaya’, 3D Katalog van Kraftwerk, ‘Rhythm and Repose’ van Glen Hansard) vulde het frequentie­bereik tot 48 kHz inderdaad met audioinfor­matie. Bij de andere helft (waaronder Adams ‘The Love Album’, ‘Colors’ van Beck en ‘Desperate Man’ van Eric Church ) waren in de spectraala­nalyse van Music Scope frequentie­gaten of stoorstrep­en te zien. Als het gebrek aan een frequentie­band in het ultrasone bereik niet belangrijk was voor de masteringt­echnici, dan maakt het blijkbaar niet uit voor het geluid.

Toch merkten we geluidsver­schillen op tussen de HiFi en de MQAversie van een Tidalstrea­m. De gedecodeer­de MQAbestand­en werken met een diepte van 24 bit en hebben daarom minder ruis dan de 16bit HiFibestan­den. Hetzelfde kan echter worden bereikt met een puur 24bit FLACbestan­d zonder MQA. Bovendien zijn sommige MQAversies anders afgemixt. Soms waren ze 2 dB luider dan de HiFiversie­s (zoals Beck ‘Colors’ en Red Hot Chili Peppers ‘Californic­ation’), soms 3 dB zachter met meer dynamiek (Glen Hansard ‘Rhythm and Repose’). De oorzaken liggen bij de master, niet bij het MQAprocedé.

GESIGNEERD­E DITHERING

Is MQA dus akoestisch­e kwakzalver­ij? Een directe geluidswin­st ten opzichte van een normaal wave of FLACbestan­d met 24bit/48kHz is volgens ons onderzoek niet te behalen. Hogere samplerate­s van 96 kHz zijn alleen nuttig voor muziekbest­anden die in de productie als afzonderli­jke tracks moeten worden gemixt tot een arrangemen­t. Daarbij kunnen de ruistapijt­en elkaar immers versterken. Op Tidal klinken MQAalbums beter omdat ze minder ruisen dan de 16bit hifiversie­s, dankzij de 24bit woordbreed­te. Maar dat zou ook mogelijk zijn met normale FLACstream­s met 24bit/48kHz.

MQA is vergeleken met de cd geen codec met verlies, zoals sommige critici zeggen. Door ervoor te zorgen dat een MQAbestand dithering bevat en niet achteraf kan worden gewijzigd, kan dat in de praktijk fouten in de distributi­eketen voorkomen. Want af en toe vergeten muziekprod­ucenten dithering of andere digitale bewerkinge­n uit te voeren, zoals het aanpassen van het volume van een album. Dat vernietigt de belangrijk­e distributi­e van ruisbits en maakt het positieve effect van dithering ongedaan.

Dergelijke fouten kunnen bij MQA niet voorkomen. Bovendien hoeven muziekprod­ucenten zich geen zorgen te maken over verschille­nde streamingf­ormaten en volumeaanp­assingen. Die zijn tot nu toe namelijk niet mogelijk bij MQA. ‘We werken aan een oplossing’, aldus de producent. Wat er overblijft van de aangekondi­gde ‘geluidsrev­olutie’ van MQA is uiteindeli­jk een dithering met een digitale handtekeni­ng. Niets meer, maar ook niets minder.

 ??  ??
 ??  ?? Dithering vergeleken: een zachte sinustoon steekt bij 125 Hz en -120 dBFS in verschille­nde mate af bij de dithering-ruis. Boven een cd met 16-bit/44,1kHz en POW-r-2-dithering. Daaronder hetzelfde signaal bij 16 bit en 96 kHz. De dithering verschuift daar meer naar het hoge frequentie­bereik. Bij 24-bit en 48 kHz zakt het hele ruistapijt van POW-r-2 verder weg. In het gedecodeer­de MQA-bestand met 24-bit en 96 kHz (onderaan) kent het ruistapijt echter geen verbeterin­g meer.
Dithering vergeleken: een zachte sinustoon steekt bij 125 Hz en -120 dBFS in verschille­nde mate af bij de dithering-ruis. Boven een cd met 16-bit/44,1kHz en POW-r-2-dithering. Daaronder hetzelfde signaal bij 16 bit en 96 kHz. De dithering verschuift daar meer naar het hoge frequentie­bereik. Bij 24-bit en 48 kHz zakt het hele ruistapijt van POW-r-2 verder weg. In het gedecodeer­de MQA-bestand met 24-bit en 96 kHz (onderaan) kent het ruistapijt echter geen verbeterin­g meer.
 ??  ?? De spectraals­can van Adam Naas’ MQA-gecodeerde ‘The
Love Album’ vertoont een brede donkere kloof tussen 22 en 24 kHz. Dergelijke gaten
komen veel voor in de door ons onderzocht­e MQA-albums en komen door de masterings­jablonen.
De spectraals­can van Adam Naas’ MQA-gecodeerde ‘The Love Album’ vertoont een brede donkere kloof tussen 22 en 24 kHz. Dergelijke gaten komen veel voor in de door ons onderzocht­e MQA-albums en komen door de masterings­jablonen.
 ??  ?? Bij een zachte sinusgolf, die werd gekwantise­erd op 16-bit zonder dithering, zijn trapjes zichtbaar.
Bij een zachte sinusgolf, die werd gekwantise­erd op 16-bit zonder dithering, zijn trapjes zichtbaar.
 ??  ?? De MQA-versie van Mischa Maisky’s ‘Adagietto’ laat bij het afspelen zonder een decoder (boven) in het hoge frequentie­bereik aan de rechterkan­t een blauwe zachte ruisbalk van het ditheren zien. De cd-versie (onder) maakt geen gebruik van dithering. Hij ruist minder, maar de nagalm klinkt iets minder zuiver.
De MQA-versie van Mischa Maisky’s ‘Adagietto’ laat bij het afspelen zonder een decoder (boven) in het hoge frequentie­bereik aan de rechterkan­t een blauwe zachte ruisbalk van het ditheren zien. De cd-versie (onder) maakt geen gebruik van dithering. Hij ruist minder, maar de nagalm klinkt iets minder zuiver.
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Netherlands