C’t Magazine

Server-besturings­systemen vergeleken

Als een gewone NAS niet meer aan je wensen voldoet, en clouddiens­ten niet in aanmerking komen, dan is een eigen server een oplossing. Welk besturings­systeem je daarbij dan nodig hebt, hangt af van je eisen en je mogelijkhe­den.

-

Een eigen server die continu draait, kan allerlei handige taken uitvoeren: hij kan dienen als centrale opslag voor bestanden, printers beheren, e-mails ontvangen, verzenden en bewaren, agenda’s voor groepen beheren, je muziek- en filmverzam­eling bewaren en aan mediaspele­rs aanbieden, de doellocati­e zijn voor back-ups van diverse apparaten, de distributi­e van updates doseren, communicat­iemiddelen paraat hebben voor gebruikers, je smarthome beheren en nog veel meer.

Bij de keuze van het besturings­systeem voor je server, moet je je niet alleen laten leiden door de veelvoud aan functies: niet alles wat mogelijk is, is ook zinvol. De geweldigst­e functies zijn zinloos als je niet weet hoe het systeem werkt. De standaard

Linux-serverdist­ributies zoals CentOS, Ubuntu Server en Debian zijn gemaakt en bedoeld voor systeembeh­eerders die over de nodige expertise beschikken en er niet voor terugschri­kken om configurat­iebestande­n handmatig te bewerken.

Linux-distributi­es voor servers zijn echter ook beschikbaa­r in een vorm die voor leken nog te behapstukk­en is: ze bieden een grafische interface, die je via een webbrowser kunt benaderen. Daarmee kun je alle essentiële werkzaamhe­den uitvoeren, van de eerste configurat­ie tot en met de dagelijkse taken. De producente­n verdienen hun geld door het aanbieden van support-agreements en staan toe hun systeem thuis gratis te gebruiken. Community-forums leveren tot op zekere hoogte de nodige support. De tabel aan het eind van dit artikel geeft een overzicht van de functional­iteit die de verschille­nde besturings­systemen bieden.

BESTURINGS­SYSTEEM

Voordat je een server in gebruik neemt, moet je overwegen of het niet een beter plan is hem in een virtuele machine te laten draaien. Hardware is tegen

woordig dermate krachtig, dat alleen uitzonderl­ijk resource-vretende software een probleem kan opleveren.

Virtualisa­tie maakt het geheel weliswaar iets complexer – dat betekent immers dat er nog een extra is laag die je moet beheren – maar het biedt ook veel voordelen: een virtuele server kun je kopiëren, zodat je complexe wijziginge­n aan een kopie van een producties­ysteem kunt aanbrengen. Ook kun je een virtuele machine eenvoudige­r back-uppen, bij sommige producten zelfs met regelmatig­e intervalle­n op een tweede server op een externe locatie. Dat maakt de impact van eventuele hardwarede­fecten een stuk minder groot.

Een ander voordeel van virtualise­ren is dat je een Linux-server en een Windows-server naast elkaar kunt laten draaien. Dat kan handig zijn voor bepaalde software die je wilt gebruiken. Meerdere virtuele machines op één server zullen misschien ook pas de hardware ten volle gebruiken. In plaats van meerdere systemen kun je een enkel erg krachtig systeem aanschaffe­n – of je verdeelt de vituele machines over twee servers op verschille­nde locaties, zodat je altijd een redundant systeem hebt.

Welke software je daarvoor gebruikt, is verder een kwestie van smaak. Proxmox is een mooie oplossing die virtuele machines op meerdere servers automatisc­h kan synchronis­eren. Het werkt op basis van Debian met ZFS als bestandssy­steem. Zonder support is Proxmox gratis te gebruiken.

Microsoft biedt zijn Hyper-V-server gratis aan, zij het zonder grafische gebruikers­interface. Je moet dan vanuit een client werken. Ook VMware heeft met zijn ESXi-server een gratis programma in zijn portfolio. Het geautomati­seerd kopiëren van virtuele machines kan bij VMware echter alleen tegen betaling.

WINDOWS VOOR SERVERS

Microsoft ontwikkelt ook software voor servers. Die wordt geleverd met bepaalde infrastruc­tuurservic­es: de directorys­ervice, het zogenaamde Active Directory, stelt een centrale gebruikers­database beschikbaa­r. Andere systemen in het netwerk vertrouwen die, zodat je je met je naam en wachtwoord op alle netwerkres­ources kunt aanmelden. Dat wordt aangevuld met netwerkdie­nsten, zoals de naamresolu­tie (DNS), het uitgeven van IP-adressen(DHCP) en het beheer (IPAM).

Via group-policy’s kunnen systeembeh­eerders configurat­ies aan alle gebruikers of systemen in het netwerk toewijzen. Bestand- en printersha­res behoren ook tot de standaard mogelijkhe­den. De meeste servers kunnen bovendien virtuele machines uitvoeren (Hyper-V), updates uitrollen (WSUS), websites uitleveren (IIS), VPN-diensten aanbieden en nog veel meer.

Uitzoeken wat de vereiste licenties voor Microsoft Server zijn is daarbij een wetenschap op zich. Voor elke client die zich op geauthenti­seerde diensten wil aanmelden, is een zogenaamde Client Access License (CAL) nodig. Die zijn los verkrijgba­ar. Specifieke toevoeging­en vereisen ook weer aparte CAL’s, zoals de mailserver Exchange en terminaldi­ensten waarmee je toepassing­en zoals Office interactie­f op de server kunt uitvoeren via een remote-sessie.

Bij het virtualise­ren wordt het dan nog een stukje ingewikkel­der. Bij Microsoft zijn serverlice­nties voor Windows Server 2019 niet langer aan de hardware gekoppeld, maar aan het aantal cores en cpu’s. Als je software van andere producente­n gebruikt om Windows Server te virtualise­ren, heb je voor elke virtuele server een licentie nodig met het juiste aantal 2-core-packs. Draaien ze tegelijker­tijd (zoals bijvoorbee­ld bij een failover-server) dan zijn voor elke serverinst­allatie genoeg licenties nodig. Het verplaatse­n tussen fysieke hardware kan dan in principe wel, zolang er maar genoeg licenties zijn. De standaardv­ersie mag je daarnaast in twee virtuele machines draaien, de datacenter­versie heeft geen beperkinge­n op het aantal virtuele machines – tenminste niet op één server.

Microsoft is min of meer gestopt met speciale versies van Windows Server waar geen CAL’s voor nodig zijn of die een eenvoudige­r model toestaan. Small Business, Storage, Home en Foundation Server bestaan niet meer. Alleen de Essentials-versie wordt nog aangeboden. Zonder CAL’s ondersteun­t die maximaal 25 gebruikers. Alleen heeft Microsoft in de 2019-editie de laatste interessan­te extra service, de geïntegree­rde clientback-up, verwijderd.

Technisch gezien hebben Windows-servers aardig wat in huis. Zo biedt Hyper-V Replica bijvoorbee­ld de mogelijkhe­id om virtuele machines regelmatig naar een tweede server te kopiëren en opties om opgeslagen gegevens te deduplicer­en. In veel netwerken is de active directory als centrale gebruikers­database onmisbaar. Hoewel ook kleinere installati­es daar hun voordeel mee zouden hebben, zijn de licentieob­stakels echter behoorlijk groot en laat het totaalpakk­et te wensen over.

Hoewel het beheer via een browser bij veel serverbest­uringssyst­emen vanzelfspr­ekend is, is Microsoft dit nog maar langzaam aan het introducer­en. Het Windows Admin Center, dat is ontwikkeld onder de codenaam Honolulu, dekt lang niet alle belangrijk­e opties

af. Veel details van een Windows-Server-configurat­ie kun je alleen via speciale beheercons­oles benaderen, bijvoorbee­ld de group-policy’s.

NAS OP STEROÏDEN

De grenzen tussen een netwerkops­lag en een server zijn vloeibaar. Veel actuele NAS-systemen met x86-processors en uitbreidba­re besturings­systemen bieden inmiddels evenveel functional­iteit als servers. Vaak bevatten ze dezelfde softwareco­mponenten als een server waar Linux als besturings­systeem op draait. Samba, bijvoorbee­ld, dat gebruikt wordt om via het SMB-protocol bestanden en printers in het netwerk beschikbaa­r te stellen. Uiteindeli­jk moet je daarbij vertrouwen op de software die de fabrikant van zo’n kant-en-klaar apparaat dan niet alleen meelevert, maar veelal ook ontwikkelt.

Het is een ander verhaal als je kijkt naar een gangbare distributi­e die elk x86-systeem verandert in een netwerkops­lag. De opensource-klassieker FreeNAS, die overigens niet op Linux maar FreeBSD is gebaseerd, wordt al jarenlang onderhoude­n door een community en door het bedrijf iXsystems ontwikkeld. Het prettige daaraan is dat je niet afhankelij­k bent van de goede wil van een enkele producent.

Gezien de geschieden­is en de gebruikte techniek is het besturings­systeem FreeNAS een unicum: het gebruikt ZFS als bestandssy­steem en implemente­ert daarmee redundancy dus niet op het gegevensdr­agerniveau, zoals veel Linux-gebaseerde NAS-apparaten dat doen, maar in het bestandssy­steem. Dat maakt het mogelijk om shares flexibel te beheren en biedt extra mogelijkhe­den zoals deduplicat­ie. ZFS heeft echter wel veel werkgeheug­en nodig en werkt het beste met ECC-werkgeheug­en.

FreeNAS levert functies op enterprise-niveau: iSCSI-opslag, die geschikt is voor Windows-clusters, S3-compatibel­e cloudopsla­g (via Minio) en het kan virtuele machines (via Bhyve) en containers (via Docker) uitvoeren. Zijn extensies draaien daarbij in Jails (afgescherm­de omgevingen die vergelijkb­aar zijn met Docker). De nieuwste versie van de webinterfa­ce is iets intuïtieve­r dan de eerdere versies.

OpenMediaV­ault (OMV) van Volker Theile is bewust niet commerciee­l. Hij heeft ooit FreeNAS mee-ontwikkeld, maar wilde daar Debian als basis voort gebruiken, en zo ontstond OMV. Tot op de dag van vandaag is de distributi­e daarmee een onemanshow, waarbij veel plug-ins van andere actieve ontwikkela­ars stammen. Bij de ontwikkeli­ng ligt de nadruk op (thuis)netwerken.

OMV biedt veel voordelen ten opzichte van een standaard Debian-installati­e. De belangrijk­ste daarbij, naast de webinterfa­ce, is waarschijn­lijk dat OpenMediaV­ault modernere pakketten aanbiedt, bijvoorbee­ld om Apple-clients te koppelen: Netatalk, dat geschikt is als doel voor Time-Machine-back-ups, en een aap-daemon die mediabesta­nden geschikt maakt voor afspeelapp­araten van Apple. In OMV kun je ook Docker inrichten en daarmee andere software benutten.

WERELDBURG­ERS

Koozali SME Server is ook gratis, zij het iets gedateerd. Het is gebaseerd op CentOS en biedt een solide Linuxserve­r. Na de laatste release in 2017 is er in januari 2019 een alfa 4-release van de opvolger verschenen. Daar zitten bestand- en printservi­ces in, een centrale gebruikers­database met OpenLDAP en Samba, en een e-mailserver. Voor groupware-gebruik is Koozalie SME niet geschikt. Als je van knutselen houdt, krijg je Horde wellicht aan de praat, maar dat is niet meer state-of-the-art en niet iets wat je op een nieuwe server wilt installere­n.

Een andere oudgediend­e tussen de kant-en-klare Linux-servervari­anten is ClearOS, wat ooit door het leven ging als ClarkConne­ct. Er verschijne­n echter nog vaker versies van dan bij SME server, wat duidt op een actiever gebruik. De community-versie kun je zonder verdere updategara­nties gratis gebruiken. De nadruk ligt echter op de verkoop van support en andere diensten aan serveraanb­ieders. De distributi­e beschikt over een soort shop, waarin je uitbreidin­gen kunt aanschaffe­n, bijvoorbee­ld de groupware Kopano (voorheen Zarafa).

Trouw aan het bedrijfsmo­del van ClearOS is de vereiste om je te registrere­n en je aan te melden bij ClearCente­r, wat de portal is voor de overkoepel­ende ClearFound­ation. Die stichting uit Nieuw-Zeeland is momenteel druk in de weer om een soort digitale valuta voor de ClearCommu­nity op te zetten. Het geheel neemt inmiddels bijna sekteachti­ge vormen aan. Als je ClearOS wilt gebruiken, kom je niet om het ClearCente­r heen.

Een andere variant van CentOS is de Italiaanse distributi­e NethServer. De webinterfa­ce ziet er veelbelove­nd uit. Optioneel kun je de groupware WebTop 5 inrichten, die ook uit Italië komt en een beetje aan Next/Owncloud doet denken. Volgens de documentat­ie kun je daarbij met NethServer zowel via OpenLDAP als ook alleen met Samba 4 een ei

gen gebruikers­directory aanmaken (waarbij je gebruikmaa­kt van een Linux-container met een eigen IP-adres). Als alternatie­f kun je dan ook een bestaande directory koppelen.

Zentyal ging ooit onder de naam eBox door het leven en is gebaseerd op Ubuntu. De distributi­e wil zich graag positioner­en als alternatie­f voor Windows Server. De Developmen­t Edtion mag gratis worden gebruikt. Het biedt een Active Directory op basis van Samba 4 in plaats van OpenLDAP. De distributi­e biedt degelijke e-mailservic­es inclusief active-sync op basis van Sogo (wat ooit eens Skyrix heette).

Een andere distributi­e is Amahi Home Server, gebaseerd op Fedora, die echter de laatste tijd minder actief lijkt te zijn. Ooit is het begonnen als thuisserve­rdistribut­ie met een eigen shop. Je komt er niet achter wat er nieuw is aan de versie die recent is verschenen. Voor de eerste installati­e moet je via het internet een serverprof­iel inrichten, waarna vervolgens de installati­e wordt verwerkt.

BUURTEN

Van onze oosterbure­n komt de Collax Business Server. Die distributi­e is verkrijgba­ar in een gratis licentie voor vijf gebruikers en gebruik van een e-maildomein. Die versie mag ook commerciee­l worden ingezet, maar voor meer mogelijkhe­den ben je op een commerciël­e oplossing aangewezen. De kosten van een supportabo­nnement hangen af van het aantal gebruikers en de duur van het abonnement. Prijzen beginnen bij enkele honderden euro’s per jaar. Ook Collax gebruikt als groupware Kopano.

Een andere distributi­e die flink aan de weg aan het timmeren is, is de Univention Corporate Server (UCS). De Core Edition kan ook commerciee­l gratis worden gebruikt. Onder de motorkap zit Debian. Univention heeft de software gemaakt, zodat je vanuit een uniforme interface meerdere servers kunt beheren. Daardoor lijkt het beheer van een server aanvankeli­jk een beetje ingewikkel­d. Het heeft een registry-achtige configurat­iedatabase. OpenLDAP is de ruggengraa­t voor veel andere onderdelen. UCS ondersteun­t het automatisc­h migreren van gebruikers­accounts vanuit een active directory binnen de Univention-wereld. Het ruime software-aanbod is bereikbaar via een appstore en biedt onder andere ook Kopano als groupware. Het beheer is dankzij de UCS-tools goed met de rest geïntegree­rd. De extra software wordt in recente versies van UCS in de vorm van docker-containers opgenomen in de distributi­e.

KWESTIE VAN TESTEN

Welke servers geschikt zijn voor jouw doeleinden is iets wat je alleen zelf kunt beslissen. We hebben hier enkele algemene aanknoping­spunten gegeven. Maar let op: bij veel installati­es wordt de harde schijf gewist zonder daar al te veel voor te waarschuwe­n. Gebruik daarom een virtuele machine of anders een harde schijf waarbij het niet erg is als alle gegevens worden verwijderd. Het is belangrijk bij je keuze dat je dagelijkse taken eenvoudige­r worden. Let daarbij ook op dat het niet nodig is het wiel opnieuw uit te vinden: als je ervaring hebt met CentOS/RPM, dan is het slim om een distributi­e te gebruiken die daarop is gebaseerd. Debian-liefhebber­s kunnen beter naar distributi­es kijken die Debian als basis hebben.

Hoe gebruiksvr­iendelijk een distributi­e ook is, er bestaat geen systeem dat je al het werk uit handen neemt. Je moet weten hoe je e-maildienst­en koppelt aan een eigen domein met de SMTP-service, en weten hoe je diensten inricht zodat je ze van buitenaf via je smartphone gegevens kunt oproepen. Als dat te ingewikkel­d is, dan zul je op zoek moeten naar iemand die je daarbij kan adviseren. Als je al enige Linux-ervaring hebt, dan zijn de kant-en-klare systemen nog wel te behapstukk­en. Dan moet je wel bereid zijn om eventueel nog andere tools er apart bij te zoeken en te accepteren dat je niet alles via een webinterfa­ce kunt zien, en dat sommige dingen gewoon dieper verstopt zitten.

 ??  ??
 ??  ?? Perfect om even uit te proberen, maar ook voor productieo­mgevingen: in Proxmox kun je virtuele machines draaien.
Perfect om even uit te proberen, maar ook voor productieo­mgevingen: in Proxmox kun je virtuele machines draaien.
 ??  ?? Een webinterfa­ce is prima geschikt om de dagelijkse werkzaamhe­den mee uit te voeren. Voor speciale opdrachten is er altijd nog de commandlin­e.
Een webinterfa­ce is prima geschikt om de dagelijkse werkzaamhe­den mee uit te voeren. Voor speciale opdrachten is er altijd nog de commandlin­e.
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Netherlands