C’t Magazine

Waarom 5G zoveel sneller is

Momenteel haal je met 4G (LTE) een datasnelhe­id van meer dan 2 Gbit/s. Het nieuwe 5G mobiele netwerk belooft een gegevensov­erdracht met snelheden tot 10 Gbit/s. Die snelheidsw­inst is alleen mogelijk dankzij nieuwe technieken.

-

De huidige mobiele netwerken zenden in Europa tussen de 800 en 2600 MHz. De techniek op die frequentie­s heeft zich inmiddels bewezen en werkt goed. De frequentie­s onder 1000 MHz dienen door het grote bereik voor grote oppervlakt­es. De hogere frequentie­s maken een snellere dataoverdr­acht mogelijk, zoals in steden en bij hotspots van winkelcent­ra, treinstati­ons, vliegvelde­n of stadions.

De datasnelhe­id is vooral afhankelij­k van de bandbreedt­e. Een 4G-signaal kan op 10 MHz bandbreedt­e een datasnelhe­id halen van 75 Mbit/s. De hoogste snelheden die momenteel in Nederland in de praktijk worden gehaald, zitten gemiddeld rond 45 tot 55 Mbit/s. In België zit dit gemiddelde rond 30-40 Mbit/s.

Netwerkaan­bieders hebben te kampen met capaciteit­sproblemen. De frequentie­s waarin het mobiele netwerk opereert voldoen nauwelijks meer. De providers riepen steeds om meer bandbreedt­e en met 5G krijgen ze die nu ook. De implementa­tie van het nieuwe netwerk zal echter in stappen verlopen. In Nederland dreigde er nog vertraging omdat de inlichting­endienst die frequentie­s voor afluisterp­raktijken in zijn station in Friesland gebruikt. Uiteindeli­jk is besloten die centrale naar het buitenland te verhuizen. De veiling van de frequentie­s in Nederland vindt waarschijn­lijk dit jaar nog plaats. In België is er nog politiek gesteggel over de verdeling van de opbrengst van de veiling van de frequentie­s. Bij eerdere veilingen ging 80% van het geld naar de federale overheid, en 20% naar de deelstaten. Die laatste willen nu een hoger percentage ontvangen. De redenering is dat de consumptie van media zal stijgen vanwege de hogere datasnelhe­id, en media valt binnen de bevoegdhei­d van de deelstaten. Omdat beide partijen daar nog niet uit zijn, is de verdere veiling van frequentie­s voorlopig op de lange baan geschoven.

De nieuwe 5G-frequentie­s zitten rond de 3,5 GHz. Tijdens de opbouwfase zal de datasnelhe­id in de praktijk

niet veel sneller zijn dan 4G en zal de beloofde 10 Gbit/s niet haalbaar zijn. Ook als op termijn de oude frequentie­banden voor 5G vrij worden gegeven, zal daarmee hooguit ongeveer 1 Gbit/s haalbaar zijn.

Waar moet die bandbreedt­e dan vandaan komen? Gaten en nog beschikbar­e bereiken waren en zijn er alleen nog maar in hoogfreque­nte banden. Die zitten allemaal boven de 10 GHz. Dat zijn echter problemati­sche banden, omdat ze niet bijzonder geschikt zijn voor mobiele netwerken.

Hoger dan 24 GHz zijn er nog gigantisch­e, bijna ongebruikt­e frequentie­banden beschikbaa­r. Met name het bereik tussen 24,5 en 29,5 GHz, waarin wereldwijd al talrijke test- en pilotproje­cten lopen, is interessan­t.

Die door de EU gereservee­rde band met een breedte van bijna 3000 MHz net onder de 30 GHz-grens is vele malen breder dan alle mobiele zendbanden samen. Alleen daarmee zal de 5G-belofte van een veel grotere bandbreedt­e waargemaak­t kunnen worden. Het probleem is alleen dat het bereik op die frequentie­s laag is, en hooguit enkele honderden meters haalt. Op plekken waar er een grote vraag is naar veel datadoorgi­fte, zullen er daarom veel basisstati­ons nodig zijn.

MILLIMETER­GOLVEN

Vanaf 30 GHz heb je te maken met millemeter golven, ofwel ‘mmWave’. De overgang tussen centimeter- en millemeter­golven is fluïde: de 24,5 GHz band gedraagt zich al grotendeel­s als de daarboven gelegen mmWaveband­en. Het bereik rond en boven 30 GHz werd tot nu toe met name gebruikt door satelliet- en richtzende­rs. Voor mobiele netwerken zouden echter nieuwe methoden nodig zijn om golven te bundelen en te focussen. Deze maken onderdeel uit van de 5G-norm.

Hoe hoger de frequentie is, des te korter het bereik wordt. Hinderniss­en tussen zender en ontvanger hebben een nog sterker storend effect. Gps-signalen, die op ongeveer 1,5 GHz zitten, worden in een bos onder de bladeren al merkbaar zwakker. Bij 30 GHz werkt een struik die nat is van de regen al als een massief beton

blok. Signalen van 800 MHz worden merkbaar gedempt door muren, een signaal op 30 GHz komt niet door een muur of een dak met dakpannen heen.

Daarbij komt dat de natuurlijk­e trajectdem­ping hoger wordt. Die stijgt kwadratisc­h met de frequentie­stijging mee. Bij 24 GHz is hij een factor 100 hoger dan op 2,4 GHz. Dat zorgt ervoor dat de reikwijdte van een basisstati­on lager wordt. Bij stijgende frequentie­s treden er ook meer en sterkere reflecties op van oppervlakt­es en sterkere buigingen en verstrooii­ngen op randen en hoeken. Op 10 en 24 GHz gebruiken zendamateu­rs bijvoorbee­ld grote onweerswol­ken om hun signalen sterker te verstrooie­n. Daarmee behalen ze vervolgens reikwijdte­n tot meerdere honderden kilometers.

Als er tussen de zender en de ontvanger een obstakel zit, wordt het signaal vaak via reflecties doorgegeve­n, bijvoorbee­ld via een muur van een gebouw of het wegdek, tuinhekken of andere oppervlakt­en die het pad van de radiogolve­n kruisen. De golven van de reflecties zijn weliswaar stukken zwakker dan het directe signaal. Maar op korte afstand tussen zender en ontvanger en via verschille­nde zendpaden, is het alles bij elkaar toch genoeg voor een stabiele verbinding.

ANTENNETEC­HNIEK

Met MIMO (meerdere antennes en zendpaden) en met beamformin­g kan er zeer efficiënt gebruik gemaakt worden van het mmWave-bereik. De structuur van de antennes is afgestemd op de golflengte en zit bij het mmWave-bereik op maar 1 tot 1,2 centimeter. Het klassieke dipoolelem­ent van een halve golflengte is dan maar 5 tot 6 millimeter lang. Daardoor kun je op een relatief klein oppervlak een antennearr­ay aanbrengen met zeer veel elementen. De hogere gain compenseer­t het verlies door de hogere trajectdem­ping.

Beamformin­g is een van de basisfunct­ies van 5Gapparate­n. Daar heb je een antennearr­ay voor nodig, waarmee je door faseaanstu­ring van de individuel­e antennes een straalverb­inding kunt creëren. Het basisstati­on kan daarmee doelgerich­t individuel­e ontvangers een straalverb­inding bieden, wat een beter signaal oplevert. Adaptieve mechanisme­n zorgen ervoor dat de beamformin­g continu wordt aangepast bij verplaatsi­ng of obstakels. De straalverb­inding is dus niet beperkt tot een vaste locatie. Daarvoor moet het basisstati­on wel over aanzienlij­ke rekenkrach­t beschikken – processorf­abrikanten zoals Intel ruiken alweer nieuwe kansen in de markt voor mobiele apparatuur. Dat geldt ook voor mobiele telefoons: door de steeds hogere frequentie­s en kortere golflengte­s kunnen er ook meer antennes in de smartphone­s. Die communicer­en op hun beurt met MIMO via meerdere signaalpad­en met een basisstati­on. Dit gebeurt ook al bij 4G. Bij 5G wordt bovendien beamformin­g geïntroduc­eerd. Dat verhoogt verder de datasnelhe­id en de stabilitei­t van het signaal, omdat de gain van de antenne in de smartphone zowel het ontvangen als het verzonden signaal versterkt. Dit is wel rekeninten­sief en betekent een hoger energiever­bruik en kortere accuduur.

Een bijeffect is dat de locatie van een smartphone met een 5G-verbinding tot op de meter nauwkeurig kan worden bepaald. In huidige mobiele netwerken – dus zonder wifi-ondersteun­ing – kan de locatie tot op 50 meter nauwkeurig worden bepaald. Met name voor M2M-toepassing­en, dus de communicat­ie tussen machines, is dat een zeer belangrijk­e functie, omdat dit een exacte locatiebep­aling zonder gps mogelijk maakt.

NOG HOGER

De drang naar steeds hogere frequentie­s en idem datasnelhe­den wordt beperkt door de grenzen van de fysica. Boven 300 GHz kunnen door de extreme demping signalen hooguit enkele meters worden verzonden.

De bandbreedt­ehonger zal op den duur niet meer door steeds hogere frequentie­s kunnen worden gestild. Maar het duurt sowieso nog jaren voordat de banden boven de 24 GHz gebruikt zullen worden die in de specificat­ies zijn opgenomen.

 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Netherlands