Processors
Wil een bedrijf of instantie met zijn computer een plek in de top 500 van supercomputers bemachtigen, dan moet het apparaat inmiddels ten minste 1 biljard berekeningen per seconde halen.
Het gonst recentelijk met superlatieven over AMD’s Rome en Intel moet zich op het ergste voorbereiden, zo luiden de geruchten. Maar de wonderprocessor van AMD bestaat nog helemaal niet. Voor het zover is, kan Intel nog redelijk tevreden zijn met zijn resultaat in de meest actuele lijst van top 500
supercomputers. In de 53e editie van de top 500 staan 94 nieuwkomers, waarvan 93 met Intel-cpu. De uitzondering is het Franse Power9-systeem Pangea III met een Nvidia Tesla V100 rekenversneller. Dat staat met 17,8 petaflops (PFlops) op nummer 11. In acht van de nieuwe systemen zitten Intels nieuwe Cascade Lake Xeons. Het ‘traagste’ systeem in de lijst heeft oudere Broadwell Xeons (60.000 cores) en zit op 1,022 PFlops. De totale prestatie van de top 500 groeide met maar 10 procent naar 1,56 EFlops. In de 25 jaar dat de lijst wordt bijgehouden, was de relatieve groei slechts één keer zwakker dan het afgelopen halfjaar.
Verrassende nieuwkomers met AMD Romesystemen waren er zoals gezegd niet en behalve de HPE Astra zijn er geen ARM-systemen. Dit zou binnen enkele jaren flink kunnen veranderen. De Sandia Labs willen in het kader van hun Vanguard-project een veel krachtigere opvolger voor Astra bouwen en Europa wil eind 2020 de Mare Nostrum 5 in Barcelona onthullen.
De trend om alles van rekenversnellers te voorzien lijkt wat af te zwakken. Intel heeft productie van de Xeon gestaakt en wil de Xᵉ pas in 2020 uitbrengen. De top 500 wordt zoals voorheen aangevoerd door de Summit-supercomputer in de VS met IBM Power9/ Nvidia Tesla V100-cpu’s. Het systeem met 148,6 PFlops heeft er sinds afgelopen november nog enkele racks bij gekregen en beschikt nu over 2,4 miljoen cores: 2,2 miljoen streaming cores van Nvidia en de rest Power9cores. Ook de tweede plaats is hetzelfde met het kleinere Power9-systeem van het Lawrence Livermore National Laboratory (LLNL) met 94,6 Pflops. Op de vijfde plaats vinden we de eerste nieuwkomer: de Frontera van het Texas Advanced Computing Center in Austin. Dit Dell C4130-systeem (zie foto) heeft geen rekenversneller en komt met 448.448 Xeon Cascade Lake-cores op 23,5 Pflops uit. Het mag zich daarmee de snelste ‘universele computer’ noemen. Europa wordt nog nipt in de top tien vertegenwoordigd door de SuperMUC-NG in München met 19,5 Pflops.
Het snelste systeem op Nederlandse bodem, een NA3 Lenovo C1040 met 57.600 Xeon-cores en 1,6 Pflops, bezet plaats 221. Dat is een flinke daling ten opzichte van plek 167 in november. Maar waar Nederland toen met zes systemen in de top 500 stond, zijn dat er nu al dertien. Dat betekent meer dan een verdubbeling, ook in totale rekenkracht. In aantallen gesproken zijn we ongeveer even goed vertegenwoordigd als Ierland en Duitsland. Frankrijk scoort binnen Europa het best met 19 systemen, Groot-Brittannië heeft er 18 en Italië maar 5. De snelste supercomputer in Europa is net als voorheen de Zwitserse Piz Daint met 21,2 Pflops.
Wereldwijd gezien is China nog steeds het vaakst vertegenwoordigd. De Verenigde Staten zijn iets ingelopen (119 stuks, eerder 108). Desondanks heeft China bijna twee keer zoveel systemen in de lijst. De Amerikaanse systemen hebben dank zij de twee eerste plaatsen echter aanzienlijk meer power. In totaal komen ze op 600 Pflops uit, de Chinese systemen op ‘maar’ 466. Naar verluidt zou China een nieuw 200 Pflops-systeem met AMD-techniek niet hebben aangemeld vanwege de gespannen politieke situatie.