HPE ProLiant ML30 Gen10 groepsserver
Kleine groepsservers combineren veel opslag met een hoge beschikbaarheid en veel configuratie-opties. We hebben een betaalbare instapper bekeken: de HPE ProLiant ML30 Gen10.
Midden- en kleinbedrijven gebruiken graag een server op eigen locatie in plaats van een cloudserver. Dan blijven alle data immers veilig in eigen huis. We hebben een groepsserver voor kleine netwerken van HPE in huis gehaald en langs dezelfde lat gelegd als vijf vergelijkbare apparaten [1].
Het moederbord biedt plek aan een Xeon E-21xx (socket LGA1151v2, ook gebruikt voor Core i’s). Het moederbord hee een C246-chipset en 16 GB DDR4 van 2666MHz, plus interfaces om voldoende opslag in RAID te kunnen gebruiken.
BEPERKTE KEUZE
Het testexemplaar van de ProLiant ML30 Gen10 had een Xeon E-2124. Die hee vier kernen, maar geen Hyper-Threading. De snelheid gaat tot 3,9 GHz in turbo-boost. De score van 1542 bij Cinebench R20 is ongeveer gelijk aan de Fujitsu uit een eerdere test [1] met dezelfde cpu. Als je wat meer performance wilt, kun je nog kiezen voor een andere quadcore, de Xeon E-2134. Die hee een hogere snelheid en wel HyperThreading. O icieel zouden er een Core i3 en Pentium beschikbaar moeten zijn, maar we zagen alleen de E-2124 en E-2134.
De graphics worden geregeld door de Baseboard Management Controller. Voor 2D-gebruik prima, maar hij voelt traag aan. Als je meer power wilt, dan zijn workstationkaarten van AMD of Nvidia wellicht een mogelijkheid.
NETWERKEN
HPE biedt tot vier gigabit-poorten of 2-poort-modellen met 10 Gbit/s. Het testexemplaar had twee gigabitpoorten. Via HPE’s management-engine iLO 5 (integrated Lights-Out) waren ze beide in te stellen als remote-beheer-poort. Standaard stond er geen wachtwoord ingesteld, via de managementtool kun je het standaard wachtwoord van acht tekens activeren. Dat staat op de sticker aan de bovenkant van de kast.
Aan keuze qua besturingssystemen geen gebrek. Behalve Windows Server 2016 en 2019 en de gebruikelijke serie Linuxopties en VMware wordt ook het op Linux CentOS en RHEL gebaseerde Clear OS 7 ondersteund. Onder CentOS 7.6.18110 wilde de installer de RAID-controller van het testexemplaar alleen configureren als er nog geen aangemaakte array aanwezig was.
SNELHEID EN STILTE
Transferrates zijn belangrijk voor een server. Bij de HPE lagen de snelheden binnen de verwachtingen van de configuratie die we hadden uitgekozen. Het lezen van de twee SATA 6G-disks in RAID 1 ging met 276 MB/s en schrijven met 195 MB/s. Met Raid 0 kwamen we bij het lezen uit op 405 MB/s en bij het schrijven op 380 MB/s.
De schijven in de behuizing zijn niet voorzien van trillingsdemping (niet ontkoppeld). Bij random-access kregen we dan ook geluidspieken van 3,2 sone om de oren. Idle was dat 1,4 sone, maar ook dat is nog steeds te veel lawaai voor op een kantoor. In een serverruimte is dat minder erg.
HPE biedt geen snelle USB 3.1 Gen2poorten, maar wel vijf USB 3.0-poorten. Die zijn allemaal van type A en halen 460 MB/s.
CONCLUSIE
Als de beperkte configuratie-opties geen beperking voor je zijn en de server in een serverruimte gezet zal worden, valt er weinig te klagen over de HPE ProLiant ML30 Gen10. Het remote beheer en de transferrates zijn prima in orde en de prijs is daarbij zeer schappelijk.
Literatuur
[1] Carsten Spille, Instap-servers, Vijf servers met Xeon E-2100 voor kleine netwerken, c’t 6/2019, p.94