Lezerspaneltest: filemanager Operation Center
Een aantal lezers van c’t is aan de slag gegaan met Operation Center, een filemanager met een behoorlijke dosis extra’s. De testpanelleden kregen een Premium-licentie om alle uitgebreide functies voor langere tijd aan de tand te kunnen voelen.
Om te beginnen eerst een beetje informatie over de software waar het hier over gaat. Operation Center is een programma dat te gebruiken is met Windows 10 (en 8.1 en 7 voor de liefhebbers) en in essentie bedoeld is als filemanager voor alledaagse en soms ook minder alledaagse taken.
Denk aan het verplaatsen en/of kopiëren van bestanden, het comprimeren (zippen) en ontdubbelen van bestanden in mappen en de mogelijkheid om foto’s te beheren. Daarnaast biedt het programma nog een aantal systeem gerelateerde functies in een grotendeels op pc-onderhoud gericht deel.
Het moge duidelijk zijn dat de mogelijkheden een stuk groter zijn dan wat de filemanager Verkenner van Windows zelf biedt. Het voert hier te ver om de complete featureset te noemen, maar het programma integreert meerdere tools en kan veel losse (of in Windows ingebouwde) programma’s vervangen.
Op sommige plekken wordt niet teruggevallen op ingebouwde tools, maar wordt bijvoorbeeld een specifiek deel van de Instellingen of het configuratiescherm van Windows meteen op de juiste plek geopend. De gemiddelde c’t-lezer zal zich niet laten afschrikken door de vele mogelijkheden, maar het is wel de vraag hoe nuttig en handig die extra’s in de praktijk nu echt zijn.
INSTALLEREN EN DE BASIS
Een van de testpanelleden werkte met een Engelstalige versie van Windows en liep meteen bij het installeren tegen de melding aan dat hij de software niet mag gebruiken. Dat heeft met specifieke redenen vanuit de maker van de software te maken, die gebruikers uit Canada en de Verenigde Staten subtiel buiten de deur wil houden. Maar er werd direct een workaround geregeld om alsnog verder te kunnen met het installeren. Naast Engels kun je voor de Duitse moedertaal van de producent kiezen bij het installeren.
De bestanden worden standaard uitgepakt in C:\ temp, waarna voorgesteld wordt het programma te installeren op schijf D (mits aanwezig natuurlijk). Dat lijkt wat raar omdat meestal de map Program Files op C daarvoor gebruikt wordt, maar dat kan in dit geval handig zijn om operaties op de C-schijf uit te voeren zonder daar zelf onderdeel van te zijn.
Na het installeren verschijnt de frisse interface met een welkomstvenster met een QR-code en een link naar een introductievideo. Die video geeft echter slechts een beperkt deel van de interface weer – en helaas niet in het Engels. Het daarop volgende filmpje geeft weer wel een duidelijke tekst en uitleg met de complete interface in beeld, maar wederom alleen in het Duits.
Je kunt kiezen uit een donker, blauw of licht thema. De testers maken daarbij meteen een vergelijking met bestandsbeheerders als Total Commander. De interface opent standaard met twee kolommen. Dat is een standaard optie bij veel bestandsbeheerders, en niet voor niets sinds het DOS-tijdperk al een bijzonder fijne manier van werken met bestanden. De previewfunctie verslikte zich in een aantal pdf-bestanden, waarbij er alleen cryptische tekens in beeld kwamen. Een aantal opties binnen de lay-out zorgden voor een herstart van het programma, waarbij niet helemaal duidelijk werd waarom dat nodig was.
De verwachtingen voor een speciale filemanager zijn natuurlijk hoog, maar het kopiëren van grote bestanden verloopt langzamer dan wenselijk. Meerdere acties tegelijk is niet mogelijk. De standaardfuncties zijn handig en werken prima, maar doordat de interface erg sober oogt is het vaak niet meteen duidelijk wat iets doet.
Duidelijkere knoppen met aanduidingen wat de functie is en wat korte aanwijzingen over het gebruik staan duidelijk op de wensenlijst bij onze testpanelleden. De zoekfunctie was volgens de meeste van de testers erg snel, alleen de voortgangsbalk voor wat duidelijkheid over de status werd behoorlijk gemist.
VEELVOUD
Wat juist bedoeld is als de kracht van de tool, de vele extra functies, wordt door een aantal testers als erg verwarrend en zelfs onnodig gezien. De maker wilde overduidelijk meer in de breedte gaan en zo veel mogelijk opties bieden, maar daarvoor moet de basis dan wel eerst helemaal strak in orde zijn.
En daar valt nog wel wat aan op aan te merken. De opties onder de kop Wizards lijken een samenraapsel van tools die voorheen niet in Windows-versies te vinden waren of nogal een gedoe waren om apart voor elkaar te krijgen.
Het kunnen opnemen van geluid, het maken van een screencapture en de tool Determine Color Value om de RGB-waarden van een pixel van het scherm te achterhalen kan handig zijn, maar komt in de praktijk minder vaak voor en lijkt daarom vooral ballast te zijn dat Operation Center met zich meezeult.
Ook de mogelijkheid om een link naar een webcam in te voeren en dan naar het beeld ervan te kijken lijkt wat ver weg van de kern van het programma.
Windows 10 is inmiddels ook volwassen genoeg en uitgebreid qua instellingsmogelijkheden, dat je daar al heel veel zelf kunt terugvinden. Menu-items voor Uninstall Apps en Control Panel doen niet meer dan de desbetreffende instellingen van Windows openen, maar dan wel nog met het oude Configuratiescherm en bij Windows 10 1909 niet naar de Instellingen-app.
Die opties kunnen dan beter uit de software gehaald worden voor wat meer overzicht en rust in de hoeveelheid opties. En dat biedt wellicht weer wat ruimte voor wat meer aandacht voor het verder verbeteren van de basistaken.
OPVALLENDE ZAKEN
De software doet in basis prima wat hij moet doen, het biedt namelijk een goed bestandsbeheer, maar er kwamen wat foutjes en opvallende bevindingen boven water. Snap-to-Windows-functies werkten niet, en niet alle functies voor bestanden en mappen zitten onder de rechtermuis-opties.
Een aantal van de functies zijn ook verwarrend karig, Zo is het aanpassen van de datum en tijd bij de bestandsattributen een kwestie van losse data invullen. Je kunt geen data selecteren, maar alleen de huidige datum en tijd automatisch in laten vullen. Bij het zoeken naar bestanden heb je zoals we eerder meldden geen voortgangsindicator, net als bij bepaalde andere extra functies, waardoor je geen idee hebt hoe lang het nog gaat duren en je dus niet weet of de software misschien is vastgelopen. Regelmatig verschijnt er in de Engelse versie nog een Duitse term in de interface – en ook het Engels zelf kan hier en daar nog een verbeteringsslag gebruiken. Het is ook jammer dat de installer zijn bestanden niet netjes opruimt.
CONCLUSIE
Er was sprake van twee soorten reacties op de tool Operation Center: aan de ene kant is het een handige tool, maar aan de andere kant blijven veel mogelijkheden waarschijnlijk ongebruikt en is er een aantal toch wel overbodige opties waar ook betere alternatieven voor te vinden zijn.
Wat dan ook als argument gaat meespelen, is dat we erg verwend zijn met de zeer goede (gratis) bestandsbeheerders die er zijn (zie ook onze test in c’t 1-2/2020 op pagina 60) en er prima tools zijn voor specifieke functies die we niet zo nodig in een meervoudige toolverzameling hoeven hebben zitten. We houden toch het liefst de hand op de knip als het gaat om het aanschaffen van software. Operation Center is overigens na de gratis trialperiode nog wel bruikbaar in de free-mode voor een aantal basistaken, waardoor je niet verplicht bent om je portemonnee te trekken.
Als kleine softwaremaker is het natuurlijk lastig opboksen tegen zowel de gevestigde namen aan de ene kant en een gigantische opensource-community met goede kwaliteit software en dito ondersteuning aan de andere kant.
Als laatste willen we graag de testpanelleden bedanken die Operation Center Premium hebben uitgeprobeerd en hun ervaringen met ons hebben gedeeld: Wim Bronswijk, Rob van Laarhoven, Ton Strik en Raymond van Pietersom. Binnenkort lees je meer over een nieuwe lezerspaneltest.