C en C++
De programmeertalen C en C++ lijken op het eerste gezicht misschien oeroude dinosaurussen te zijn, maar de waarheid is dat ze samen wel het fundament vormen voor moderne software.
compileren. Variabelen hebben in C en C++ een sterke typering, dus je moet expliciet aangeven wat voor soort gegevens je wilt bewaren. Als je fouten maakt, klaagt de compiler meteen.
Een groot voordeel van C(++) is de grote overdraagbaarheid. Een Cprogramma draait zonder veel moeite net zo makkelijk op een microcontroller als op een supercomputer. Een mooi voorbeeld daarvan is het spel Doom. Toen de Cbroncode werd vrijgegeven, hebben de fans Doom geporteerd naar vrijwel alles wat een onderscheid kan maken tussen een 0 en een 1. Omdat de code zo eenvoudig gehouden wordt, zijn er vaak maar een paar aanpassingen nodig en is er voor elke processorarchitectuur wel een Ccompiler.
C++ en C bevatten eigenlijk niet veel functies en structuren. Dankzij talloze bibliotheken kan er van alles mee uitgevoerd worden. Maar de taal aanleren is vaak moeilijk. Als je je eerste stappen zet met programmeren, kun je dat beter niet doen met C of C++. Er is aardig wat abstractie en begrip van de computerarchitectuur voor nodig, en daardoor gaat het plezier snel verloren. Als je al een programmeertaal kent en op zoek bent naar een nieuwe, spannende uitdaging, dan ben je hier aan het juiste adres.
In het begin zul je misschien een Arduino of iets dergelijks willen gebruiken. Die omgeving heeft alles wat je nodig hebt om de syntaxis te leren en de fouten te maken die elke C(++)programmeur in het begin maakt. Bij de Arduino heb je ook een grote community, veel informatiebronnen en voorbeelden, en veel eenvoudig te gebruiken bibliotheken. Alles bij elkaar helpen die je te begrijpen wat pointers eigenlijk zijn en waarom die je soms gek maken. Later kun je altijd nog programmeren voor je eigen pc.
Het is niet verkeerd als je het nodige incasseringsvermogen meebrengt en een sterke wil om verder te blijven leren. Veel dingen bij Python of JavaScript die een eitje zijn, vereisen liefdevol handwerk en het intensief bestuderen van de documentatie. Met C moet je bijvoorbeeld zelf zorgen voor geheugen en databeheer. Vaak betekent dat het traceren van fouten die moeilijk op te sporen zijn.
Maar dat alles heeft wel een positief resultaat: als je C(++) hebt geleerd, ben je in staat om snel en efficiënt code te programmeren voor bijna alles en begrijp je beter hoe je eigen pc echt werkt.
VOOR WIE?
C en C++ zijn talen voor elke toepassing, voor mensen die al een basiskennis hebben in het programmeren. Je kunt er alles mee uitvoeren. Echt alles. Als je je veilig voelt in C of C++, heb je een krachtige, maar ook gevaarlijke taal geleerd. Want alleen al omdat je zoveel met de hand moet doen, inclusief het geheugenbeheer, kan dat vervelende beveiligingslekken introduceren.