Wetenschap
Een groep wetenschappers van de Europese Zuidelijke Sterrenwacht (ESO) hebben met behulp van de Very Large Telescope (VLT) in de woestijn van Chili het verdwijnen van een instabiele en bijzonder massieve ster ontdekt. Het onderzoeksteam onder leiding van Andrew Allan van Trinity College Dublin wilde eigenlijk het einde van bijzonder massieve sterren onderzoeken aan de hand van een geschikt voorbeeld.
Dat de ster in het Kinman-dwergstelsel zijn einde naderde was al tussen 2001 en 2011 waargenomen, en het team vonden hem een ideale kandidaat voor hun geplande onderzoek. Maar toen ze met de VLT op zoek gingen naar de ster, konden ze die niet vinden. Het is altijd mogelijk dat een ster donkerder is geworden of verdekt wordt, of dat een ster tot een zwart gat ineen is gestort zonder een enkel spoor achter te laten.
Het Kinman-dwergstelsel (PHL 293B) is 75 miljoen lichtjaar van onze blauwe aardbol verwijderd. Dat is te ver weg om de individuele sterren te detecteren. Wel zijn karakteristieke signaturen van sterren op die afstand meetbaar. Volgens die informatie ging het om een zogenaamde ‘lichtsterke blauwe variabele’ die ongeveer 2,5 miljoen keer helderder schijnt dan onze eigen trouwe zon. Dat maakt het een van de helderste sterren ooit. Waarnemingen gaven aan dat de ster zich in een laat stadium van ontwikkeling bevond – maar nu is hij stomweg verdwenen.
Het zou hoogst ongebruikelijk zijn als zo’n enorme ster zou verdwijnen zonder een supernova-explosie te veroorzaken, aldus Allan. Dat maakt de observatie zo opmerkelijk. Ondanks diverse pogingen met verschillende instrumenten is het niet gelukt de ster te detecteren. Er bestaat de optie dat de bewuste ster door een onopgemerkte uitbarsting gedeeltelijk door stof is verduisterd en zich heeft getransformeerd tot een ster die minder licht uitstraalt. Met toekomstige instrumenten hopen ze het lot van de ster alsnog te kunnen achterhalen.