Premium 13"-laptops
De nieuw verschenen topmodellen laptops van 2020, zoals de Apple MacBook Air en Dell XPS 13, willen kopers verleiden met detailverbeteringen die veel gemak bieden. Superlichtgewichten zoals de Asus ExpertBook B9 en Dynabook Portégé X30L-G wegen zelfs minder dan een tablet met clip-on toetsenbord.
Compact, licht, lange accuduur, veel gemak – als je 1500 euro of meer uitgeeft voor een laptop, dan mag je ook veel verwachten. Toch zijn er grote verschillen tussen de apparaten binnen het premiumsegment, en tussen de innovaties en verbeteringen die ze bieden ten opzichte van de vorige generatie laptops die ze opvolgen.
We hebben de 2020-modellen van de Apple MacBook Air, Dell XPS 13 en Huawei MateBook X Pro in huis gehaald en vergeleken met soortgelijke apparaten als de Asus ExpertBook B9 (B9450FA) en Dynabook Portégé X30L-G. We zetten hier ook de Acer Swift 3 (SF313-52) naast, die overtuigt met een relatief lage prijs. In eerdere nummers van c’t hebben we al concurrerende premiumapparaten onder de loep genomen, zoals de HP Spectre x360 13 met OLED-display en de Microsoft Surface Pro X met een ARM-cpu [1, 2].
De MacBook Air staat bekend als een bijzonder dunne en lichte laptop, maar die reputatie hebben de apparaten met name te danken aan de succesvolle eerste productgeneratie uit 2008. In de ruim tien jaar die sindsdien zijn verstreken, heeft de laptopmarkt een flinke ontwikkeling doorgemaakt: dunne apparaten van ongeveer twee centimeter zijn nu standaard. De apparaten in deze test hebben zelfs een dikte van maar zo’n anderhalve centimeter.
ZWARE LUCHT
Wat het gewicht betreft, is de MacBook Air zelfs een van de zwaardere apparaten: het 2020-model weegt met 1,3 kilogram nauwelijks minder dan zijn voorganger. Bij de test was alleen de MateBook X Pro iets zwaarder. De Portégé X30L-G van Dynabook daarentegen weegt minder dan 850 gram en de
Asus ExpertBook B9 zit ook net iets onder 1 kilo. Ter vergelijking: de huidige tablets zoals de Surface Pro X en de iPad Pro zijn alleen lichter als je ze weegt zonder hun bijbehorende clip-on toetsenborden. De Surface Pro X, een van de lichtste Windows-tablets, komt met het toetsenbord op een totaalgewicht van iets minder dan 1,1 kilo. De iPad Pro is samen met het nieuwe Magic Keyboard zelfs nog zwaarder dan de MacBook Air.
Een nadeel van de twee genoemde lichtgewichten is dat de schermen van beide modellen net als de meeste laptops die momenteel beschikbaar zijn het gangbare brede 16:9-schermformaat hebben. De andere geteste apparaten hebben daarentegen formaten met een hogere scherm, waardoor je dan minder hoeft te scrollen. De laptops van Apple en Dell hebben een 16:10-beeldverhouding, terwijl de apparaten van Acer en Huawei een verhouding van 3:2 hebben. Dat was lange tijd dan ook een uniek verkoopargument voor de Surface-apparaten van Microsoft [2].
Alle zes de displays hebben dankzij de IPS-panels goede kleuren, ook vanaf de zijkant gezien, en ze zijn voldoende helder. Het panel van Asus is het donkerste met een maximale helderheid van rond 250 cd/m2. Dat is voldoende voor gebruik binnen en op het terras onder een parasol. De schermen van Asus, Dell en Dynabook zijn mat, de overige reflecteren. Touch- of penbediening is bij de testkandidaten niet aanwezig.
PRESTATIES
In alle zes de geteste laptops zitten Intel quadcore-processors van de tiende Core i-generatie, waarbij er drie met een 10- en drie met een 14-nanometer productieproces zijn vervaardigd. De cpu's van Acer, Apple en Dell bieden een modernere 10-nanometer microarchitectuur inclusief AVX512 instructieset, hebben een krachtigere geïntegreerde grafische eenheid en ondersteunen LPDDR4-geheugen. Door de voortdurende productieproblemen kan Intel echter niet zo veel van deze processors leveren als de laptopfabrikanten zouden willen. In plaats daarvan moeten zij en hun klanten het ook doen met oudere 14nm-modellen. In theorie zouden de betreffende laptops van Asus, Dynabook en Huawei ook kunnen worden uitgerust met zes- in plaats van vier-core-cpu's, maar in de praktijk biedt geen van de drie fabrikanten momenteel modellen met zes cpu-cores.
De cpu's in de nieuwe MacBook Air zijn een speciaal geval: Apple gebruikt processors uit de minder krachtige Y-serie, die maar rond 10 watt verbruiken. Ter vergelijking: de U-cpu's in de Windows-laptops hebben een specificatie van nominaal 15 watt en verbruiken vaak zelfs tijdelijk tot wel 25 watt.
In tegenstelling tot vroeger vind je in Windows-laptops voornamelijk die krachtigere U-cpu's, omdat de behuizingen voldoende ruimte bieden voor geschikte koelsystemen – zelfs de bijzonder platte behuizingen van de modellen in de test. De Y-processors waren overigens oorspronkelijk bedoeld om passief en dus geruisloos gekoeld te worden, met het doel om ze in Windows-tablets te gebruiken. Apple maakt helaas echter geen gebruik van die mogelijkheid en heeft de MacBook Air net als de andere laptops in deze test van een ventilator voorzien.