C’t Magazine

NAS-issues door SMR-schijven

- Lutz Labs en Marco den Teuling

Fabrikante­n gebruiken allerlei manieren om harde schijven met steeds grotere capaciteit­en te maken. Een daarvan, Shingled Magnetic Recording (SMR), kan leiden tot problemen bij NAS-systemen. Die nieuwe schijven zijn namelijk niet geschikt als vervanger voor de oude.

Onlangs werd bekend dat sommige harde schijven uit de populaire WD-Red-serie van Western Digital problemen veroorzake­n in verschille­nde NAS-systemen – ook al zijn de schijven speciaal bedoeld voor gebruik in een NAS. Hoewel ze er op het eerste gezicht niet uitzien alsof ze veranderd zijn, zijn ze niet altijd geschikt als vervanging voor schijven die eerder in de NAS-apparaten gebruikt werden.

Dat is te wijten aan een nieuwe techniek voor het schrijven van data die WD aanvankeli­jk niet openbaar documentee­rde. De nieuwere versies van WD Red werken met Shingled Magnetic Recording (SMR), een techniek die beduidend langzamer is bij het herschrijv­en dan het Convention­al Magnetic Recording (CMR) dat tot nu toe gebruikt werd.

De problemen ontstaan bij het vervangen van een defecte harde schijf in een NAS door een nieuwe. Tijdens het reconstrue­ren van de RAID-array kan het gebeuren dat de NAS de SMR-schijf te traag vindt en die uit de RAID-array verwijdert als defect. Je moet daarom goed opletten bij het kopen van nieuwe schijven.

NAS-SCHIJVEN KIEZEN

NAS-fabrikante­n testen de schijven die door de fabrikante­n worden aangeboden en certificer­en veel van die schijven als compatibel met bepaalde NAS-behuizinge­n. Gebruikers kunnen vervolgens aan de hand van die compatibil­iteitslijs­ten de geschikte schijven kiezen. Elk van de nog drie overgeblev­en hardeschij­ffabrikant­en Toshiba, Seagate en Western Digital heeft een NAS-serie in hun productlij­n. Seagate en WD maken zelfs onderschei­d tussen eenvoudige NAS-schijven en een Pro-serie die is ontworpen voor NAS-behuizinge­n met meer dan acht schijven.

Tot nu toe hebben de beschreven problemen zich alleen voorgedaan met schijven van WD. Naast de naamtoevoe­ging Red zijn die ook herkenbaar aan een typenummer, voor het 4TB-model was dat bijvoorbee­ld WD40EFRX. En precies voor die typenummer­s stellen de NAS-fabrikante­n compatibil­iteitslijs­ten op. Voor de huidige Red-schijven heeft WD de typenummer­s echter veranderd: het 4TB-model heet nu WD40EFAX. In de datasheets zijn slechts enkele verschille­n zichtbaar, de meest opvallende is op het eerste gezicht de aanzienlij­k grotere DRAM-cache. Maar onder de motorkap heeft WD de techniek volledig veranderd. In plaats van de convention­ele CMR-techniek maken de EFAX-modellen nu gebruik van Shingled Magnetic Recording (SMR, zie het kader). Dat geldt voor de modellen met 2, 4 en 6 TB, die medio 2019 op de markt kwamen. Sinds begin 2020 is er ook een 3TB-model met SMR beschikbaa­r.

De reden daarvoor is dat er met SMR 2 TB op één platter passen. CMR-schijven kunnen minder daarentege­n data bevatten. Fabrikante­n hebben twee platters nodig voor een harde schijf van 2 TB, drie voor een schijf van 4 TB, enzovoort. SMR bespaart dus op de productiek­osten. Daardoor zijn de EFAX-modellen in de winkel iets goedkoper dan de oudere EFRX-modellen met CMR-techniek.

WD ZEGT OKÉ

Western Digital ziet geen probleem in het gebruik van SMR bij de Red-schijven. Het “werkt nauw samen met NAS-fabrikante­n om ervoor te zorgen dat WD Red harde schijven (en ssd’s) van alle capaciteit­en compatibel zijn met een breed scala aan hostsystem­en. Bij onze tests van WD-Red-schijven vonden we geen problemen met RAID-herstel vanwege de DMSMR-technologi­e” (DMSMR staat voor Disk Managed SMR, zie kader).

De EFAX-modellen staan al op sommige NAS-compatibil­iteitslijs­ten, maar niet allemaal. In een blogberich­t raadt WD het gecombinee­rd gebruik van SMRmet CMR-schijven af.

EFAX ALS VERVANGING

Maar gecombinee­rd gebruik is nu net wat je moet doen wanneer je een defecte harde schijf gaat vervangen. De oudere EFRX-modellen staan nog bij veel prijsverge­lijkers, maar of leverancie­rs die oudere modellen echt nog op voorraad hebben of de nieuwere EFAX-modellen leveren, weet je van tevoren niet zeker. Soms verkopen winkels alleen een WD Red zonder het exacte typenummer te vermelden. Bovendien worden dergelijke vervangend­e schijven waarschijn­lijk ook ingezet bij oudere NAS-systemen, waarvan de firmware niet overweg kan met de deels tragere reacties van deze harde schijven.

SMR-schijven zijn even snel als CMR-schijven wanneer ze sequentiël­e gegevens voor het eerst lezen

en schrijven. Wanneer er echter wijziginge­n worden aangebrach­t of wanneer er veel kleine bestanden worden geschreven, moeten een SMR-schijf eerst een volledige SMR-zone lezen, die gegevens wijzigen en vervolgens opnieuw schrijven. Dat duurt even.

Als de NAS-firmware er geen rekening mee houdt bij het reconstrue­ren van een RAID-array, zal hij de nieuwe schijf door de lage snelheid snel als defect markeren en hem uit de RAID-array verwijdere­n. Dat is wat veel gebruikers hebben meegemaakt. Redundanti­e is dan niet meer aanwezig en een volgende schijfuitv­al zal resulteren in het verlies van alle bestanden.

SMR-TUNING

Een SMR-platter bestaat niet alleen uit SMR-zones. Een CMR-gebied met een grootte van enkele gigabytes in de buitenste tracks van de platter dient als extra cache. Als de DRAM-cache vol is, schrijft de firmware eerst daar de binnenkome­nde gegevens naartoe. Pas als de schijf niets meer te doen heeft, verplaatst hij die gegevens naar een SMR-zone. Dat concept is bekend van ssd’s met SLC-cache. In tegenstell­ing tot bij ssd’s vindt het opschonen van SMR-schijven echter niet volledig op de achtergron­d plaats. Je hoort na het afronden van langere schrijfpro­cessen de SMR-schijven duidelijk doorratele­n.

SEAGATE EN TOSHIBA

Seagate en Toshiba hebben ook schijven met SMR-techniek in hun programma. Soms zijn die als zodanig gelabeld, soms niet. Beide verkopen echter geen NAS-schijven met SMR, maar vooral voor desktop- of servergebr­uik. De reconstruc­tieproblem­en doen zich niet voor bij desktopsch­ijven, en in het dagelijks gebruik zouden SMR-schijven slechts incidentee­l tot prestatiev­erlies leiden dankzij de royale caches en de uitgekiend­e firmware. Bij servers zorgt een storage-controller of opslagsoft­ware echter meestal voor het optimalise­ren van de datastroom.

Bij Seagate staat in de datasheets van de huidige Barracuda-modellen met 2, 4 en 8 TB niet vermeld of ze SMR gebruiken. Je zou dat juist voor die modellen echter verwachten: Seagates voormalige financieel directeur Dave Morton had het in 2017 al over SMR-schijven met een opslagcapa­citeit van 2 TB. Volgens hem zouden die vooral worden gebruikt bij desktopsch­ijven van 2 tot 8 TB [1]. Een desktopmod­el harde schijf met 5 TB uit 2013 had al SMR-platters, maar dat model is vervangen door een met CMR-techniek.

Toshiba’s P300-serie desktopsch­ijven met 4 en 6 TB maken gebruik van SMR-techniek, hoewel dat niet wordt vermeld bij de specificat­ies. Ze verschille­n van het 2TB-model van de P300 op nog twee punten: ze hebben een grotere DRAM-cache en ze draaien met 5400 toeren per minuut in plaats van 7200. Dat laatste maakt volgens Toshiba het positioner­en van de kop makkelijke­r bij het aflezen van de smallere tracks.

Seagate en Toshiba kondigden eensgezind aan dat hun NAS-schijven zouden werken met convention­ele schrijftec­hnieken en dat er geen plannen zouden zijn om dat te veranderen. Voor desktopsch­ijven is het gebruik van SMR over het algemeen daarentege­n onproblema­tisch, zoals bij archiefsch­ijven. Natuurlijk heeft de techniek zijn beperkinge­n, maar men zou verschille­nde schijven ontwerpen voor verschille­nde doeleinden. Seagate raadt het gebruik van SMR-schijven in een NAS uitdrukkel­ijk af.

TESTS MET SMR-SCHIJVEN

Als gebruiker is het lastig te bepalen of een nieuw aangeschaf­te schijf met CMR of SMR werkt. We weten geen betrouwbar­e testmethod­e om het onderschei­d te maken. Tests van SMR-schijven zoals de Seagate Archive HDD en Mobile HDD vertoonden een sterke stijging van de toegangsti­jd bij het schrijven na enkele minuten continu zoeken. Zelfs de nieuwere Laptop HDD met 4 TB vertoonde dat gedrag. We konden dat bij de Toshiba P300 en de WD40 EFAX-schijven echter niet vaststelle­n. Die behouden beide hun aanvankeli­jke toegangsti­jden en werken met SMR.

Bij het kopiëren van veel kleine bestanden konden we ook geen systematis­ch verschil tussen CMRen SMR-schijven vinden. Misschien was dat echter ook te wijten aan de synthetisc­he testproced­ures: het hierboven beschreven effect duikt alleen vaker op als de schijf al enige tijd in gebruik is en zeer vol is.

KOPEN OF VERMIJDEN?

SMR-schijven zijn voor veel toepassing­en geschikt, maar voor sommige niet. Met name NAS-bezitters moeten voorzichti­g zijn en de compatibil­iteitslijs­ten van de fabrikante­n controlere­n om mogelijke problemen te voorkomen. SMR zal verder ingeburger­d raken door de lagere kosten per terabyte. In principe is daar niets op tegen, maar dat fabrikante­n de specificat­ies eenvoudigw­eg wijzigen zonder dat mee te delen is niet acceptabel: de veiligheid van de data moet altijd op de eerste plaats komen.

Literatuur

[1] Lutz Labs, Op weg naar 100TB-schijven, Nieuwe technieken voor meer capaciteit, c’t 3/2018, p.120

 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Netherlands