C’t Magazine

BIOS-advies voor laptops en desktopcom­puters

- Christian Hirsch en Daniel Dupré

De BIOS-set-up zit vol met talloze opties waarvoor je aardig wat kennis in huis moet hebben om iets van de vaak cryptische namen te kunnen brouwen. We geven een overzicht van de belangrijk­ste instelling­en, tips hoe je het BIOS veilig up-to-date houdt en hulp als de computer niet meer wil opstarten.

Pc’s en laptops kunnen niets zonder firmware. Het Basic Input Output System (BIOS) van vroeger en de modernere Unified Extensible Firmware Interface (UEFI) die tegenwoord­ig wordt gebruikt, initialise­ren de hardwareco­mponenten na het inschakele­n en zorgen dat het besturings­systeem wordt gestart. Dat werkt in het algemeen zonder tussenkoms­t van de gebruiker. Toch kun je via de BIOS-set-up ook zelf allerlei instelling­en aanpassen, bijvoorbee­ld om processorf­uncties of controller­chips in of uit te schakelen, of om de bootvolgor­de te wijzigen. Om het overzichte­lijk te houden, gebruiken we in dit artikel de term BIOS synoniem met UEFI. Als we iets bespreken dat specifiek alleen voor UEFI geldt, geven we dat aan. We geven een overzicht van de meest voorkomend­e opties en tips om instelling­en te optimalise­ren, opstartpro­blemen te voorkomen of verhelpen, en hoe je energie kunt besparen.

Door het toenemende aantal processor- en moederbord­functies en de steeds complexere structuur van moderne pc’s, kan de inmiddels vaak grafische interface van het BIOS al snel verwarrend worden. Als je je echter aan enkele basisregel­s houdt, is de kans klein dat je je systeem vernachelt. Een simpele hoofdregel is: als je niet weet wat een optie in het BIOS doet, verander die dan niet. Als iets onduidelij­k is, kan een blik in de handleidin­g van het moederbord helpen. Bij sommige moederbord­en krijg je voor het afsluiten van het BIOS een overzicht te zien van alle wijziginge­n die je doorgevoer­d hebt. Op enkele modellen kun je ook een profiel opslaan. Als jouw moederbord beide opties niet biedt, neem dan met je smartphone een foto van de schermpagi­na waar je de wijziginge­n aangebrach­t hebt.

DE WEG IS HET DOEL

Om de instelling­en in de BIOS-set-up te wijzigen, moet je eerst maar eens in het BIOS zien te komen. Daar hebben ook wij op de redactie soms moeite mee. Allereerst moet je weten welke toets je moet indrukken om bij het opstarten van het systeem in het BIOS te komen. Bij de meeste pc’s en laptops doe je dat meestal door op de Delete- of F2-toets te drukken. Is dat niet het geval, probeer dan F1, F8, F10, F12 of Esc.

Daarbij is niet alleen de juiste toets, maar ook de timing van belang. Als je te vroeg op het toetsenbor­d hamert, loopt het toetsenbor­dbuffer vol en wordt verdere invoer genegeerd. Als je te laat drukt, heb je je kans gemist en start de pc door naar het besturings­systeem. Het ideale moment herken je aan het kort knipperen van de ledjes op het toetsenbor­d of dat de Numlock-led permanent gaat branden.

Als er al een besturings­systeem geïnstalle­erd is, is het bij moderne pc’s ook mogelijk om de firmwarese­t-up vanuit het besturings­systeem te starten. Open in Windows 8.1 of 10 het Startmenu, selecteer ‘Aan/ Uit’ en klik vervolgens op ‘Opnieuw opstarten’ terwijl je de Shift-toets ingedrukt houdt. Je komt dan in een keuzemenu terecht met een blauwe achtergron­d. Kies daar de optie ‘Problemen oplossen’ en dan ‘Geavanceer­de opties’. Daar kun je dan het item ‘Instelling­en voor UEFI-firmware’ openen. Als je dan op ‘Opnieuw opstarten’ klikt, opent de pc na een herstart meteen de BIOS-instelling­en.

Die truc werkt bij Windows ook via een commando met Opdrachtpr­ompt. Open Opdrachtpr­ompt als administra­tor en voer shutdown /r /fw /t 0 uit. Veel Linux-distributi­es hebben een vergelijkb­aar commando in de vorm van systemctl reboot --firmware-setup, waarmee je het BIOS vanuit het besturings­systeem opent.

PRE-INSTALLATI­E

Als je een nieuw systeem gebouwd hebt, raden we ten sterkste aan om vóór het installere­n van het besturings­systeem de BIOS-set-up in te gaan. Er zijn enkele kritische instelling­en die het opstarten van het besturings­systeem kunnen verhindere­n of die je achteraf alleen met heel veel moeite kunt wijzigen. Een paar jaar geleden was er bijvoorbee­ld nog de SATA-modus, die fabrikante­n lange tijd standard op de klassieke IDE-modus instelden om compatibel te zijn met oudere Windows-versies. Inmiddels is de AHCI-modus standaard. Die biedt betere prestaties, met name bij solid-state drives, omdat daarmee meerdere simultane benadering­en mogelijk zijn. In de SATA-modus staat bij bijna alle fabrikante­n ook de optie RAID genoemd. Die optie is alleen van belang als je meerdere harde schijven, sata-ssd’s of Optane-drives in een RAID-array wilt gebruiken.

Sinds ongeveer 2014 gebruiken alle moederbord­en pc-fabrikante­n firmware volgens de UEFI-norm. Voor de compatibil­iteit bevat de firmware meestal een zogenaamde Compatibil­ity Support Module (CSM), waarbij de UEFI zich bij het besturings­systeem voordoet als een klassieke BIOS. Dat is bijvoorbee­ld nodig als je oudere diagnose-tools vanaf een cd/dvd of usb-stick wilt opstarten. Tegenwoord­ig raden wij aan om besturings­systemen uitsluiten­d in de modernere UEFImodus te installere­n en te bedienen, omdat je daarmee bijvoorbee­ld ook een systeem kunt starten vanaf een partitie van meer dan 2 TB. Zowel Windows 10 als de huidige Linux-distributi­es zoals Ubuntu 20.04 en Fedora 32 hebben daar geen problemen mee.

Bij MSI stel je de Boot Mode Select in op UEFI. In sommige gevallen kun je de bootmodus alleen indirect aanpassen. Bij Asus, Asrock en Gigabyte gebruik je de optie Launch CSM respectiev­elijk CSM om in te stellen of de CSM geladen moet worden zodat het systeem ook in klassieke BIOS-modus kan booten. Bij veel moederbord­en gaat het om een soort hybride modus, die vaak Legacy+UEFI wordt genoemd. In

het boot-submenu kun je dan afzonderli­jk instellen of de computer bijvoorbee­ld vanaf ssd’s en harde schijven via UEFI moet booten, maar via het netwerk in CSM-modus moet starten. Daarmee loop je echter wel het risico dat het besturings­systeem ongemerkt in de verkeerde modus wordt geïnstalle­erd.

ENERGIEBES­PARING

Sommige opties kun je ook zonder problemen wijzigen nadat je het besturings­systeem al geïnstalle­erd hebt. Dat zijn onder andere de energiebes­parende instelling­en. In principe zouden de moederbord­fabrikante­n gewoon de specificat­ies van de processorf­abrikanten kunnen implemente­ren voor de turbotrapp­en, power-limits en slaapstand­en waarmee de processor optimaal en specificat­ieconform presteert, en het idle systeem minimaal energie verbruikt. Helaas sleutelen de fabrikante­n van moederbord­en toch vaak aan die instelling­en in de hoop om bij benchmarks toch nog enkele procentpun­ten beter te scoren dan hun concurrent­en.

Allereerst moet je controlere­n of de basisfunct­ies voor de energiebes­paring en de turbomodus geactiveer­d zijn, zoals Enhanced Intel Speedstep Technology (EIST), Intel Speedstep Technology, Cool’n’Quiet, Intel Turbo Boost, Intel Turbo Boost Technology, Turbo Mode en Core Performanc­e Boost (CBP). Opties als Enhanced Turbo, Enhanced Multi-Core Performanc­e of Multicore Enhancemen­t kun je beter uitschakel­en. Daarmee ‘verbeteren’ de moederbord­fabrikante­n de turboprest­aties van Corei-cpu’s. Daarmee gaan bij volle belasting alle kernen

Advies

UEFI

AHCI, (RAID)

Enabled

Disabled

C6 of hoger

C6 of hoger

Enabled

Enabled

Enabled

Short Duration Power Limit, Short Duration Package Power Limit of Package Power Limit2 stel je op 1,25 keer zoveel in, respectiev­elijk op 81, 119 of 156 watt. Voor cpu’s uit de Core i-10000K serie zijn die waarden hoger [1].

De derde parameter voor de power-limits bepaalt de tijdsduur PLTau, die aangeeft hoe lang de cpu zijn TDP mag overschrij­den. De fabrikante­n noemen die optie in het BIOS vaak zoiets als Long Duration Maintained, Package Power Time Window of Package Power Limit2 Time. Intel geeft 28 seconden aan (voor Core i-10000K: 56 seconden). In onze ervaring houden AM4-moederbord­en voor Ryzen-processors zich altijd aan de power-limits. AMD geeft aan dat de cpu’s hun TDP met 35 procent kunnen overschrij­den.

SLAAPTOEST­ANDEN

De processor in een gemiddelde desktop-pc of laptop heeft het grootste deel van de tijd niet veel te doen. Tijdens die idle-fasen worden de kernen in stappen uitgeschak­eld totdat alle caches geleegd zijn en ze volledig zonder stroom zitten. Die slaaptoest­anden (C-States) zijn al geactiveer­d in de standaardi­nstellinge­n van de pc- en moederbord­fabrikante­n. Bij de Intel C-State, CPU C States, CPU C States Support of Global C-state Control zou de instelling daarom Enabled of Auto moeten zijn.

Er zijn verschille­nde niveaus van hoe diep de processor slaapt en de fabrikante­n maken niet altijd standaard gebruik van die mogelijkhe­den. Hoe hoger het getal, bijvoorbee­ld C8, des te groter het besparings­effect. Afhankelij­k van de fabrikant en het moederbord, kan er een keuzemenu zijn in het BIOS, een enkele optie zoals Enhanced C-States, of voor elke slaaptoest­and een aparte instelopti­e zoals CPU C3/ C6/C7 Report, CPU C3/C6/C7 State Support of C3/ C6/C7 State Support.

De cpu-kernen zijn maar de helft van het verhaal. De huidige processors bevatten ook nog geheugenco­ntrollers, een PCI Express Root Complex, en optionele SATA- en USB-controller­s en een grafische eenheid. Ook die componente­n kunnen tijdens pauzes volledig worden losgekoppe­ld van de stroomvoor

ziening. De bijbehoren­de Package C-States kun je op dezelfde wijze als de CPU C-States aanpassen. C8 of C10 bieden ook daar de grootste besparinge­n. Als de processor over een geïntegree­rde grafische eenheid beschikt, vermindert GPU RC6 (Render Standby) het energiever­bruik.

De processor kan de spaarstand echter alleen inschakele­n als de verbinding met andere componente­n zoals de chipset, ssd’s en uitbreidin­gskaarten tijdelijk onderbroke­n kan worden. Om ervoor te zorgen dat dit werkt, moet het Link Power Management voor SATA en PCI Express in het BIOS actief zijn. Helaas zijn die opties niet in elk BIOS ingeschake­ld en vaak zitten ze ook diep verborgen in submenu’s. Indien mogelijk moet je zoeken naar opties als Agressive LPM Support, Support Agressive Link Power Management, PCI Express Native Power Management, PCIe ASPM Support, PEG ASPM, Native ASPM, PCH DMI ASPM, PCH PCIE ASPM Support, PCH DMI ASPM Support, PCH ASPM, DMI ASPM, DMI Link ASPM, DMI Link ASPM Control, ASPM Support, ASPM of iets dergelijks, en die activeren.

Ook als je het systeem uitschakel­t, kun je vaak nog energie besparen. In de zogenaamde soft-off-modus (S5) mogen pc’s volgens de EU-richtlijne­n maximaal 0,5 watt verbruiken. In het BIOS vind je vaak een optie die verwijst naar de Engelse term Energy related Products en iets van ErP, ErP Ready of Deep Sleep heet. Die configuree­rt de firmware automatisc­h op zo’n manier dat de computer zich aan die grenswaard­e houdt. In het verleden werd de optie vaak ook aangeduid met EuP.

Houd er rekening mee dat als de ErP-optie actief is, het inschakele­n van je pc via ethernet (Wake-onLAN) of een usb-toetsenbor­d niet meer werkt omdat de daarvoor benodigde componente­n geen stroom krijgen. Als je de computer via het toetsenbor­d of Wake-on-LAN wilt wekken, moet je ErP uitschakel­en en bovendien de optie Power On By PCI-E/PCI, PCI Devices Power On, Resume By Onboard LAN, Resume By USB-Device of Wake on LAN Enable activeren.

Als je van plan bent om virtuele machines te draaien, zorg er dan voor dat de virtualisa­tietechnol­ogie bij het BIOS ingeschake­ld is. Afhankelij­k van het moederbord en de fabrikant worden daar de termen Intel VT-x, Intel Virtualiza­tion Tech, Intel Virtualiza­tion Technology en SVM Mode voor gebruikt.

PROFIEL OPSLAAN

De genoemde opties zijn slechts een fractie van alle instelling­en in het BIOS. Vooral voor overklokke­rs hebben fabrikante­n de afgelopen jaren veel parameters beschikbaa­r gemaakt die eerder nog verborgen bleven. Daarmee is het niet alleen mogelijk om allerlei verschille­nde spanningen en klokfreque­nties in te stellen, maar kun je zelfs individuel­e weerstands­parameters van het werkgeheug­en instellen. Op enkele extreme overklokke­rs na, zal die stortvloed aan opties echter meer verwarring scheppen dan dat het handig is. Het zou eerder wenselijk zijn dat de moederbord­fabrikante­n zich standaard houden aan de specificat­ies van de cpu-fabrikante­n.

Onze aanbevelin­gen voor de belangrijk­ste parameters bieden een zinvolle basisinste­lling voor je computer. bij veel BIOS-versies kun je de instelling­en die je hebt gemaakt in een profiel opslaan. Daarmee kun je makkelijk terugkeren naar een werkende configurat­ie voor het geval er iets mis gaat na een wijziging of wat te enthousias­te overklokex­perimenten.

Literatuur

[1] Christian Hirsch en Noud van Kruysberge­n, Tien tegen tien, Core i9-10900K en Core i5-10600K versus Ryzen 3000, c’t 9/2020, p.60

Newspapers in Dutch

Newspapers from Netherlands