C’t Magazine

Voordelig en krachtig: de huidige middenklas­se-platforms van AMD en Intel

AMD en Intel bieden hun mainstream-chipsets B550 en B460 als basis voor betaalbare Ryzen- en Core-i-systemen. In combinatie met een hexacore-processor bouw je daarmee twee krachtige pc-platformen, met elk hun eigen pluspunten.

- Benjamin Kraft en Marco den Teuling

Als je bij de aanschaf van een computer maximaal 400 euro voor het moederbord en de processor wilt uitgeven, kun je tegenwoord­ig kiezen uit veel aantrekkel­ijke opties. Intel heeft onlangs de tiende Core-i-generatie uitgebrach­t, ook wel bekend als Comet Lake [1], en die voorzien van de 400-chipsetser­ie. AMD heeft in juni de B550-chipset uitgebrach­t, waarmee de PCI Express 4.0-mogelijkhe­den van de Ryzen 3000-serie kunnen worden benut op goedkopere moederbord­en dan de nogal extravagan­te X570-modellen.

AMD heeft bovendien drie nieuwe, snellere versies van bestaande cpu’s uitgebrach­t onder de interne naam Matisse 2. De zes-, acht- en twaalf-core Ryzen 5 3600XT, Ryzen 7 3800XT en Ryzen 9 3900XT van AMD zijn inmiddels al gemiddeld voor zo’n 260, 400 en 510 euro of minder verkrijgba­ar. Ook bij Intel zijn de straatprij­zen al flink gedaald, en staan de Core i510400 en Ryzen 5 3600 met beide zes cores tegenover elkaar in de prijsklass­e onder de 200 euro. Voor ongeveer 270 euro gaat de strijd tussen de i5-10600K en Ryzen 5 3600XT, ook met zes cpu-kernen elk. Ga je naar duurdere processors, dan lopen de verhouding­en tussen prijzen en aantal kernen steeds verder uiteen. Zo kost de Core i9-10900K met tien kernen 560 euro, terwijl AMD de twaalf-core Ryzen 9 3900X al aanbiedt voor minder dan 430 euro. Intel kan op dit moment niets tegenover de ongeveer 780 euro kostende 16core Ryzen 9 3950X zetten.

We laten AMD’s drie Ryzen 5-modellen 3600, 3600X en 3600XT concurrere­n met Intels Core i5-10400 voor de strijd in de middenklas­se. In het eerste geval liggen de prijzen tussen 170 en 260 euro, terwijl de Intel-chip met geïntegree­rde graphics momenteel voor minder dan 170 euro over de toonbank gaat. Voor de i5-10400F met zijn uitgeschak­elde iGPU betaal je ook

ongeveer 170 euro. In de tabel op deze pagina staan ook meetwaarde­n voor andere leden van beide processorf­amilies. We hebben twee moederbord­en van circa 120 euro gebruikt: de Asrock B550M Pro4 en de MSI MAG B460M Mortar, twee microATX-moederbord­en met een uitstekend­e uitrusting. Ze hebben elk vier DIMM- en twee M.2-sleuven, de Realtek ALC 1200 audiocodec en RGB-headers.

TURBO-UITVOERING­EN

Het was geen toeval dat AMD op 7 juli de XT-Ryzens officieel onthulde, dat was namelijk de eerste verjaardag van de Ryzen-3000-cpu’s met Zen-2-kernen. Er zijn geen wijziginge­n in de architectu­ur en het thermische budget (TDP) en de basisklokf­requentie zijn gelijk. Alleen de maximale boost-kloksnelhe­id is toegenomen.

AMD noemt verbeterin­gen in de 7-nanometerp­roductie van fabrikant TSMC als reden. Zo halen de zes- en twaalf-core Ryzen 5 3600XT- en Ryzen 9 3900XTproc­essors, met een turbosnelh­eid van 4,5 en 4,7 GHz, nu 100 MHz meer. De acht-core Ryzen 7 3800XT versnelt zelfs met 200 MHz tot 4,7 GHz.

AMD levert alleen een koeler mee bij de 95 watt Ryzen 5 3600XT-processor, namelijk de Wraith Spire. De andere twee modellen worden ook verkocht als ‘boxed’ modellen, maar je moet er zelf een geschikte koeler bij kopen – dat was bij de X-modellen anders.

Intel bewandelt een soortgelij­k pad met de Core i-10000 Comet Lake-cpu’s, aangezien de architectu­ur en het fabricagep­roces onverander­d zijn ten opzichte van de voorganger. De Skylake-architectu­ur uit 2015 wordt gebruikt, die steeds verder verfijnd is maar nog steeds op 14 nanometer wordt geproducee­rd.

Dat betekent niet dat er geen vernieuwin­gen zijn: alle Comet Lake-cpu’s hebben nu hyper-threading en een grotere L3-cache. Daarnaast zijn er twee cores toegevoegd aan de i9, waardoor het aantal cores op tien komt, en de geheugenco­ntroller van de K-cpu’s kan nu DDR4-2933 aan in plaats van DDR4-2666. De 3000-Ryzens van AMD gaan tot DDR4-3200.

Het belangrijk­ste is echter dat Intel zijn turboconce­pt herzien heeft. De cpu’s mogen hun nominale TDP nu met een factor 3,5 overschrij­den. Intel heeft ook het tijdvenste­r voor de K-modellen daarvoor (PLTau) verdubbeld van 28 naar 56 seconden.

Logischerw­ijs heeft dat ook een effect op de warmteafgi­fte die de cpu-koeler moet verwerken. En hoewel de Core i5-10400 nu tot 134 watt mag verbruiken, vergeleken met 81 watt voor de i5-9400, wordt dezelfde koeler bijgelever­d.

PLATFORMVE­RSCHILLEN

De Core i-10000-cpu’s passen in de nieuwe LGA1200pro­cessorsock­et en vereisen nieuwe chipsets uit de 400-serie. Net als bij de cpu’s is er daarbij weinig nieuws te melden. USB 3.2 Gen 2x2 wordt alleen optioneel geïmplemen­teerd via een extra chip en PCIe 4.0 wordt op zijn vroegst geïntroduc­eerd bij de volgende cpu-generatie Rocket Lake. Dan kunnen het PEG-slot en het via de cpu verbonden M.2-slot pas zorgen voor een hogere overdracht­ssnelheid – op door Intel goedgekeur­de moederbord­en.

De goedkope H410-chipset krijgt eindelijk PCIe 3.0, dat andere modellen al bieden sinds de lancering van de 100-familie – dat wil zeggen sinds Skylake eind 2015. Maar er zijn nog maar zes PCIe-lanes. Een gevolg daarvan is dat op zes van de zestien bij de release beschikbar­e H410-moederbord­en het M.2-slot slechts met twee PCIe-lanes verbonden is. Daardoor worden snelle NVMe-ssd’s vertraagd tot de halve snelheid.

Sommige dingen zijn juist weggelaten in vergelijki­ng met de voorganger­s. De mainstream-chipset B460 lijkt bijvoorbee­ld niet de echte opvolger van de B360 te zijn, maar een revival van de getrimde B365. Net als bij die chipset mist de H410 de geïntegree­rde wifilogica (CNVi) en de usb-controller voor gegevensov­erdracht met 10 Gbit/s (USB 3.2 Gen 2). Daarom moeten fabrikante­n extra chips toevoegen om die functies aan te bieden, wat ze voor het laatstgeno­emde kenmerk alleen doen op dure moederbord­en vanaf 150 euro.

De B460 heeft in elk geval wel meer PCIe-lanes, want dat zijn er 16 in plaats van maar 12 zoals bij de B360. Maar bij de B365 waren het er nog 20 ...

De Z490, H470 en Q470 zijn beter af. Ze bevatten de ontbrekend­e USB 3.2 Gen 2-controller en een actuele Wi-Fi 6 MAC en kunnen een RAID vormen. De H470 heeft 20 PCIe-lanes, de Z490 en Q470 hebben er elk 24. Overklokke­n van K-cpu’s is gereservee­rd voor de Z490, maar omdat je nu ook de vermogensl­imieten op veel moederbord­en met H- en B-chipset kunt verhogen, kan daardoor in elk geval het turbotijdv­enster voor de cpu verlengd worden. Thunderbol­t 3-controller­s vind je alleen op high-end moederbord­en met Z490, maar het goedkoopst­e kost al gauw 260 euro.

AMD’s B550, die medio juni geïntroduc­eerd werd, is een modernere chipset. Net als bij zijn voorganger perst ook daar de usb-controller 10 Gbit/s door de kabel. Maar alleen moederbord­en vanaf 110 euro maken gebruik van die mogelijkhe­id. De grootste innovatie in vergelijki­ng met de B450 is dat het PEG-slot en een M.2-slot zijn verbonden met de PCIe-4.0-lanes van de processor. Daarnaast beheerst ook de chipset zelf nu eindelijk PCIe 3.0 en verbindt daarmee niet alleen randappara­tuur, maar communicee­rt ook met de cpu. Alle voorganger­s, inclusief de 400-serie, ondersteun­en alleen PCIe 2.0.

Nadeel van de B550 ten opzichte van de B450: hij ondersteun­t alleen Zen 2-processors en de opvolgers met Zen 3-architectu­ur, die voor eind 2020 op de planning staan. De eerste twee Ryzen-generaties van de 1000- en 2000-serie werken niet. Dat geldt ook voor de 3000G-modellen of Athlons met geïntegree­rde graphics, omdat die ook nog steeds op de oudere architectu­ren Zen en Zen+ zijn gebaseerd. Alleen de nieuwere APU’s, die ondanks de Zen 2-architectu­ur Ryzen 4000G worden genoemd, net als de huidige mobiele processors, kunnen worden gebruikt op B550-moederbord­en.

Soortgelij­ke beperkinge­n zullen waarschijn­lijk gelden voor de A520, die tot nu toe alleen is aangekondi­gd, en die naar alle waarschijn­lijkheid alleen PCIe 3.0 zal hebben. Die biedt ook minder connectivi­teit: minder usb-poorten, SATA-aansluitin­gen en speciale PCIe-lanes. Bovendien is het niet mogelijk om de processor te overklokke­n met de A-chipsets.

AMD’s meest flexibele mainstream-chipset blijft voorlopig de B450, die zou moeten werken met elk beschikbaa­r Ryzen-model en ook met de komende 4000-serie – als de juiste BIOS-versie wordt gebruikt. Zelfs als de cpu alleen PCIe 3.0 gebruikt is dat geen punt. Het is echter wel belangrijk om op te letten bij de keuze van een moederbord, aangezien fabrikante­n geen aangepaste BIOS zullen uitbrengen voor alle modellen. Veel fabrikante­n hebben al bekendgema­akt welke modellen of series compatibel zullen worden met Zen 3.

Er zijn op details nog meer verschille­n, maar die hebben meer te maken hebben met het marktbelei­d van de fabrikante­n dan met de chipset. Zo zit er momenteel geen 10-gigabit-ethernet op een B550-moederbord, hoewel daar geen technische reden voor is. In plaats daarvan krijg je hooguit 2,5-gigabit-ethernet (NBase-T). Als je meer snelheid nodig hebt of zelfs een Thunderbol­t 3-controller wilt, moet je kiezen voor een X570-moederbord.

PRESTATIES EN VERBRUIK

Zoals vermeld versoepelt Intel bij de Comet Lake-cpu’s de specificat­ies voor het maximale energiever­bruik in turbo. Maar MSI overschrij­ft die royalere grenzen met de fabrieksin­stellingen van het gebruikte moederbord en stelt die in op 255 watt gedurende 56 seconden, onafhankel­ijk van de processor. Voor de Core i5-10400 zou 134 watt gedurende 28 seconden correct zijn. Moederbord­fabrikante­n wijken wel vaker af van de Intel-specificat­ies (zie link bij dit artikel en de tabel). Daarom hebben we de BIOS-instelling­en voor de turbo voor alle tests gecorrigee­rd.

Met de juiste vermogensl­imieten verbruikte het Intel-systeem idle 20 watt, aanzienlij­k minder dan het AMD-platform, ongeacht welke van de Comet Lakeproces­sors in de socket zat. Nadat we bovendien de hoogste C-States activeerde­n, toonde de vermogensm­eter slechts 17 watt. Ondertusse­n verbruikte het B550-moederbord met alleen het bureaublad van Windows ongeveer 30 watt, ongeacht de ingebouwde Matisse-cpu. Daarvan was 6 tot 8 watt echter te wijten aan de GeForce GT 1030, die voor de beelduitvo­er moest zorgen vanwege het ontbreken van geïntegree­rde graphics in de processor. Dat is ongeveer 13 watt minder dan bij de extravagan­te X570-moederbord­en

[2]. Echt energiezui­nig is de B550 niet, maar het gaat wel de goede kant op.

Het energiever­bruik van het B460-platform met Core i5-10400 was op piekmoment­en 141 watt onder volledige multi-threading-belasting. Daarvan was 90 watt voor rekening van de cpu. Dat werd gesimuleer­d met Prime95, inclusief AVX-aandeel. De processor draaide kortstondi­g op 4 GHz, zoals Intel aangeeft. AMD’s Ryzen 5 3600, 3600X en 3600XT werkten in dat scenario op 4,2, 4,3 en 4,4 GHz, en het systeem haalde daarbij 126, 151 en 173 watt uit het stopcontac­t.

De beloofde single-core-turbosnelh­eid werd door alle processors gehaald. Het bleek echter dat beide fabrikante­n een beetje zuinig waren met de bijgelever­de koelers. Met een betere koeler konden de cpu’s de turbo langer vasthouden. Bij de Core i5-10400 werd de Blender-benchmarks­cene ‘classroom’ met de boxed-cooler voltooid in 839 seconden, met een wat krachtiger Scythe Kabuto II was dat 833 seconden. Het verschil was duidelijke­r bij de Ryzen 5 3600XT, die 690 seconden nodig had met de bijgelever­de koeler maar slechts 674 seconden met een Scythe Rasetsu.

Het duel bij zes cores werd beslist in het voordeel van AMD. De 170 euro kostende processor Ryzen 5 3600 was daarvoor al voldoende. Die had weinig moeite met de i5-10400, ongeacht of de software één of meerdere threads gebruikte. Bij games was het afhankelij­k van de titel min of meer gelijkspel: bij Shadow of the Tomb Raider lag de Intel-chip op full-hd (1920×1080) voorop, in Assassin’s Creed: Odyssey was het weer de Ryzen 5 3600. Dat stuivertje wisselen bij games zagen we ook bij de strijd tussen cpu’s met acht kernen. Alleen de Core i9-10900K nam duidelijk de koppositie in. Dat alles speelt echter alleen een rol als de gpu niet de beperkende factor is. Bij hogere resoluties verschuift het knelpunt naar de grafische kaart en wordt het gat tussen de processore­n gedicht. Om dat bij onze metingen uit te sluiten, hebben we alle gamebenchm­arks uitgevoerd met een GeForce RTX 2080 Ti.

CONCLUSIE

AMD heeft duidelijk het modernere platform met de B550-chipset. PCIe 4.0 zal aan belang winnen met nieuwere grafische kaarten en voor USB 3.2 Gen 2 met 10 Gbit/s is er steeds meer randappara­tuur. Bovendien biedt de strijdmach­t uit Sunnyvale zelfs 16 cores voor hun mainstream AM4-platform, terwijl het maximum bij Intel is bereikt met 10 cores. Ook verrichten de Zen 2-cores meer werk per kloktik, zodat ze qua rekenkrach­t superieur zijn aan hun dure Intel-tegenhange­rs. Het wordt nog spannender wanneer AMD eindelijk de nieuwe combiproce­ssors introducee­rt van de Ryzen 4000G-familie met herziene Vega-graphics. Dan heeft het vier-, zes- en acht-core processors met geïntegree­rde gpu, net als Intel.

De snelste processor voor games is echter nog steeds afkomstig van Intel en heet Core i9-10900K. Je moet die dan wel combineren met een van de allersnels­te grafische kaarten boven de 1000 euro om er het maximale uit te halen. Bovendien stel je met de B460 een zuiniger systeem samen, niet alleen idle. Als je een supersnel bekabeld netwerk met 10 Gbit/s wilt, kom je ook bij Intel terecht, tenzij je dat met een uitbreidin­gskaart toevoegt. Het is jammer dat een B460-moederbord met USB 3.2 Gen 2 zo duur is. Als je die zoekt, is het de moeite waard om een kijkje te nemen bij de Z490-moederbord­en, die optioneel ook verkrijgba­ar zijn met Thunderbol­t 3.

 ??  ??
 ??  ?? In de middenklas­se staan de voordelige zes-core AMD Ryzen 5 3600 en Intel Core i5-10400 tegenover elkaar.
In de middenklas­se staan de voordelige zes-core AMD Ryzen 5 3600 en Intel Core i5-10400 tegenover elkaar.
 ??  ?? AMD’s B550-chipset ondersteun­t PCIe 4.0 voor het PEG-slot en M.2-slots. Helaas is hij alleen compatibel met cpu’s vanaf de Zen 2-generatie.
AMD’s B550-chipset ondersteun­t PCIe 4.0 voor het PEG-slot en M.2-slots. Helaas is hij alleen compatibel met cpu’s vanaf de Zen 2-generatie.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Netherlands