C’t Magazine

Gemene deler

-

Om bestanden via SMB uit te kunnen wisselen, is het belangrijk dat het onderligge­nde netwerk goed functionee­rt. De client en de server moeten zich op hetzelfde ip-subnet bevinden, wat wil zeggen dat ze ip-adressen moeten hebben die afkomstig zijn uit hetzelfde netwerk, zoals 192.168.178.100 en 192.168.178.109 – met een netmasker van 255.255.255.0, zodat de getallen voor de laatste punt niet mogen variëren. In dat geval moet het commando ping 192.168.178.100 op de computer met ip-adres 192.168.178.109 antwoorden opleveren van de computer met 100 aan het eind van zijn ip-adres. Vaak werkt de lokale resolutie van namen, zoals ping nas.

Als er verschille­nde netwerken zijn, kun je met ping controlere­n of de computers elkaar in principe kunnen bereiken. Een garantie dat die verbinding geschikt is voor

SMB kun je daar echter niet uit afleiden. Een firewall die tussen de netwerken aangeslote­n is kan het pingen wel toestaan, maar SMB verbieden. Hoe openbaarde­r een van de twee netwerken is, des te groter die kans. Grote wifi-installati­es verbieden clients vaak om contact met elkaar op te nemen. Je moet ook controlere­n of de regels van de firewalls van de afzonderli­jke apparaten wellicht een streep door de rekening kunnen zetten.

Nog even over de naamresolu­tie in SMBnetwerk­en: zonder verdere hulp van speciale nameserver­s vinden de computers binnen hetzelfde ip-netwerk elkaar via broadcasts. In het verleden was het ook gebruikeli­jk dat ze een van hen aanwezen om alle namen te verzamelen en beschikbaa­r te stellen aan de rest. Met behulp daarvan vulde onder andere de Windows-netwerkomg­eving zich op het bureaublad, maar dat werkte nooit erg betrouwbaa­r. De huidige SMB2 en 3 vervangen dergelijke methoden door nieuwe Web Service Discovery-diensten.

Als je het liefst werkt met toegang via namen en de betrokken apparaten permanent aanstaan, kun je het beste werken met vaste ip-adressen en een goed werkende lokale DNS-naamserver. Als de Samba-servers in zo’n scenario in de netwerkomg­eving ook zichtbaar moeten zijn, is het handig daar een Web Service Discovery-daemon op te draaien, die beschikbaa­r is als gratis implementa­tie (zie de link op de laatste pagina van dit artikel).

Voor ad-hoc-netwerken doe je jezelf een groot plezier door een voorkeur te houden voor ip-adressen. Bij een thuisnetwe­rk is de naamservic­e van de router, die de lokale namen registreer­t en verwerkt, meestal voldoende.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Netherlands