C’t Magazine

Starlink-satelliete­n voor internetto­egang

- Michael Link en Marco den Teuling

Een gigantisch netwerk van laagvliege­nde satelliete­n moet afgelegen oorden kunnen voorzien van internet. Niet iedereen is daar blij mee: astronomen maken zich er druk over.

Op veel plaatsen ontbreekt een snelle internetto­egang, en dan vooral daar waar geen zendmasten en 4Gnetwerke­n beschikbaa­r zijn. Bijvoorbee­ld op zee, in woestijnen of grote bossen – of een afgelegen boerderij op het Brabantse platteland of in de Belgische Kempen. Het gigantisch­e satellietn­etwerk Starlink is bedoeld om de gaten in de toegang tot het terrestris­che netwerk op te vullen. Meer dan 30.000 satelliete­n zullen in een baan om de aarde worden gebracht voor die zogenaamde megaconste­llatie. Er hagen er al 715.

LAGE BANEN VOOR MINDER LATENTIE

Starlink is een project van het privébedri­jf SpaceX, bekend om zijn herbruikba­re hulprakett­en genaamd Falcon en om de uiterst ambitieuze ruimtevaar­tprojecten zoals het kolonialis­eren van Mars. De oprichter van het bedrijf, Elon Musk, presenteer­de in januari 2015 het idee van een wereldwijd satellietn­etwerk. Het is bedoeld om overal goedkope snelle internetto­egang te bieden, zelfs op plaatsen waar voorheen geen internetve­rbinding was. Op de lange termijn is Starlink bedoeld om een volledige netwerkstr­uctuur in de ruimte op te bouwen.

Daartoe moeten duizenden satelliete­n in lage banen om de aarde draaien – de zogenaamde LEO’s (Low Earth Orbit) op een hoogte van ongeveer 550 kilometer. Dergelijke omloopbane­n slaan twee vliegen in een klap: het lanceren van de satelliete­n kost minder en gebruikers profiteren van een kortere afstand tot de satelliete­n door de aanzienlij­k kortere voortplant­ingstijden van de signalen in vergelijki­ng met andere satelliete­n. Het huidige satellieti­nternet maakt voornameli­jk gebruik van geostation­aire satelliete­n in banen op een hoogte van 35.786 km. Die enorme afstand veroorzaak­t een signaalver­traging van 700 millisecon­den. Dat is te veel voor bijvoorbee­ld videoconfe­renties of VoiceoverI­P. Bij Starlink moeten de pingtijden tussen de 20 en 50 millisecon­den liggen. Dat is op hetzelfde niveau als de terrestris­che vertraging­en.

Wat er beloofd wordt klinkt goed en zou gevestigde internetpr­oviders kunnen doen vrezen voor hun businessmo­del. Daar hoeven ze volgens Elon Musk echter niet bang voor te zijn: Starlink is niet geschikt voor internetto­egang in dichtbevol­kte regio’s omdat de bandbreedt­e van de satelliete­n wordt verdeeld over het aantal gebruikers in het ontvangstg­ebied. Starlink is dan ook van meet af aan ontworpen om dunbevolkt­e gebieden te bedienen, waarvoor kabels leggen of zendmasten bouwen niet lonend is. Volgens Musk vult Starlink een niche die niemand ooit eerder heeft willen opvullen. Dat kan de boeren op het platteland misschien een beetje opvrolijke­n, want Musk wil de dienst ook in Europa aanbieden.

De testfase begon al in juni, aanvankeli­jk alleen bedrijfsin­tern. SpaceX heeft momenteel lancerings en exploitati­evergunnin­gen voor in totaal 11.943 satelliete­n, en dat worden er naar verwachtin­g circa 30.000, waarvan sommige oudere zullen vervangen.

ZELFDE DOELEN, ANDERE PLANNEN

Hoewel de vele verschille­nde getallen die op internet over het project circuleren verwarrend zijn, is de opzet van het project alleen in details gewijzigd: hier en daar zijn er koersaanpa­ssingen en een nieuwe technologi­e die nog hogere datasnelhe­den moet opleveren – en wordt er gesleuteld aan de veel te hoge zichtbaarh­eid in de nachtelijk­e hemel. Vanaf eind 2020 zullen de satelliete­n lasertermi­nals krijgen waarmee ze ook hun onderlinge dataverkee­r kunnen afhandelen.

Dat is op zich een belangrijk­e stap, omdat Starlink een eigen autonome infrastruc­tuur geeft voor het routeren van datapakket­ten van de zender naar de ontvanger. Op dit moment zijn de grondstati­ons nog steeds verantwoor­delijk voor de routering, omdat sommige satelliete­n nog geen lasertermi­nals aan boord hebben, en vooral ook omdat het Starlinkne­twerk nog incompleet is.

De satelliete­n zijn nu in massaprodu­ctie en SpaceX bouwt er momenteel zeven per dag. Ze zouden ongeveer vijf jaar moeten meegaan. Een enkele satelliet kost ongeveer 500.000 dollar, plus nog eens lancerings­kosten van dezelfde orde van grootte.

Elke satelliet weegt 260 kilo. Ze worden aangedreve­n door een ionenmotor die gebruik maakt van het Halleffect. Die biedt een hoge stuwkracht­efficiënti­e en kan langdurig worden ingezet. De motor maakt gebruik van kryptongas en niet van het veelgebrui­kte xenon. Krypton is iets zwaarder, maar kost slechts een tiende daarvan. Met behulp van optische meetinstru­menten, bekend als startracke­rs, richten de satelliete­n zich op de aarde en oriënteren ze zich op heldere sterren. Door gebruik te maken van optische sensoren en door toegang tot de NASAdataba­se van ruimteschr­oot kunnen de satelliete­n objecten in hun baan vermijden. Generatie V 1.0 gebruikt de Kuband (12 tot 18 gigahertz) en ook de Kaband (26,5 tot 40 gigahertz), waardoor de zendcapaci­teit vergroot wordt. De Amerikaans­e telecommun­icatieauto­riteit FCC heeft het gebruik van de Vband (40 tot 75 gigahertz) al goedgekeur­d voor nieuwere generaties. De signalen worden gebundeld door vier antennes, zogenaamde phasedarra­ys. Dat is zelfs op aarde een effectief middel om een goede richtingsg­evoelighei­d te bereiken.

Momenteel worden – in de eerste fase – 1584 Starlinksa­tellieten volgens het plan op een hoogte van ongeveer 550 kilometer gebracht. Ze zullen draaien op banen met een helling van 53 graden ten opzichte van de evenaar. Medio augustus waren er al tien lanceringe­n voltooid van Falcon 9raketten met de nieuwe generatie V 1.0satelliet­en. Daarbij ging het steeds om 60 satelliete­n, behalve bij drie lanceringe­n waarbij andere payloads een deel van de capaciteit innamen. Samen met de testsatell­ieten van generatie V 0.9 draaiden er medio augustus al 653 Starlinksa­tellieten in een baan om de aarde. Acht exemplaren waren ondertusse­n niet meer in omloop, oftewel opgebrand bij terugkeer in de dampkring, en enkele functionee­rden niet goed.

Volgens de beschikbar­e aanvragen wilde SpaceX eerst nog eens 2825 satelliete­n in veel hogere banen brengen, tussen 1110 en 1325 kilometer hoogte met

hellingen van 53,8 tot 81 graden ten opzichte van de evenaar. SpaceX is echter van gedachten veranderd en de satelliete­n gaan nu in een baan om de aarde draaien tussen 540 en 570 kilometer hoogte, met hellingen van 53,2 tot 97,6 graden, en bestrijken dus ook gebieden die verder naar het noorden liggen. In een tweede fase is het bedrijf van plan om nog lagere banen te voorzien van in totaal 7518 satelliete­n die rond 340 kilometer boven ons cirkelen.

De tijdsdruk is enorm. Tegen het einde van 2024 zou het bedrijf immers precies de helft van de als eerste aangevraag­de hoeveelhei­d in een baan om de aarde moeten hebben, oftewel 5972 Starlinksa­tellieten. Met de Falcon 9raket zou dat 100 lanceringe­n van 60 satelliete­n per stuk vereisen. Met één of twee lanceringe­n per maand mag er dan nauwelijks iets misgaan. Daarom moeten de nieuwe raketten Starship en Super Heavy voor meer marge zorgen en binnenkort 400 Starlinksa­tellieten per keer lanceren. Maar het is de vraag of de nieuwe transportr­aketten op tijd klaar zullen zijn.

LANCERINGE­N WORDEN ROUTINE

Ongeacht de voortduren­de aanpassing­en zijn de lanceringe­n nu net zo routinemat­ig geworden als het aanzetten van de koffieauto­maat ’s ochtends: twee en een halve minuut na de lancering schakelt de eerste trap van de Falcon 9raket uit en snelt terug naar het aardopperv­lak, afgescheid­en van de tweede trap en de satelliete­n.

Iets meer dan drie minuten na het opstijgen werpt de tweede trap de behuizing af. Na zeven minuten stopt de motor van de eerste trap, die weer richting aarde vliegt, en na iets minder dan negen minuten landt hij op een schip en kan hij worden hergebruik­t. Tegelijker­tijd worden ook de motoren uitgeschak­eld van de tweede trap, die de satelliete­n naar hun eindbestem­ming brengt.

Bij sommige lanceringe­n zijn naast de Starlinksa­tellieten ook andere satelliete­n betrokken, die dan onderweg afgezet worden. Na 45 minuten wordt de hele batterij van maximaal 60 Starlinksa­tellieten in een voorlopige baan om de aarde losgelaten, ongeveer 300 kilometer boven het aardopperv­lak, allemaal tegelijk. Ze ontvouwen hun zonnepanel­en en ontsteken hun Kryptonion­enstuwrake­tten om te klimmen naar de beoogde hoogte van hun huidige drie reguliere banen.

In de huidige fase worden de satelliete­n verdeeld over 72 banen met elk 22 satelliete­n, op een hoogte van 550 kilometer. Eenmaal in hun banen bewegen ze zich geleidelij­k aan verder uit elkaar, totdat na enkele dagen het parelsnoer aan de hemel zijn definitiev­e vorm heeft bereikt.

ZICHTBAAR RESULTAAT

Op sommige avonden – bij voorkeur kort na een lancering – kan men al echte treintjes van satelliete­n voorbij zien komen in de nachtelijk­e hemel. Die formatievl­uchten vallen zoals beschreven na enkele dagen uiteen. Nu echter steeds meer banen geleidelij­k aan gevuld raken, verschijne­n er al foto’s van de nachtelijk­e hemel met een streepjesp­atroon. De oorzaak daarvan is het licht dat door de satelliete­n wordt gereflecte­erd.

Veel mensen ergeren zich daar aan, vooral astronomen. Zij zien de ‘lichtvervu­iling’ van de Starlinksa­tellieten als een drastische verslechte­ring van de waarneming­smogelijkh­eden. SpaceX test coatings op zijn satelliete­n en gaf eerder dit jaar een satelliet genaamd DarkSat een donkerder oppervlak als test, maar dat veroorzaak­te thermische problemen. Starlink L7 kreeg een soort schild dat het zonlicht afschermt. Alle satelliete­n die na half augustus zijn gelanceerd, zouden minder fel moeten schijnen. De kritiek van de astronomen is daardoor echter niet minder geworden. Ze klagen ook over het feit dat SpaceX pas laat in de projectfas­e en pas na massale protesten met sterrenkun­dige onderzoeks­instelling­en is gaan praten.

Een tweede probleem, zo zeggen critici van het project, is dat het grote aantal satelliete­n het risico op een botsing met andere hemellicha­men sterk kan vergroten. Als ergste gevolg daarvan vrezen ze het zogenaamde Kesslereff­ect. Daarbij maken verdere botsingen als gevolg van rondvliege­nd puin nieuwe lanceringe­n praktisch onmogelijk. De internatio­nale ruimtevaar­tagentscha­ppen verplichte­n de satelliet

exploitant­en dan ook om hun satelliete­n aan het einde van de levensduur veilig uit de omloopbaan terug te brengen. Daarom moeten de Starlinksa­tellieten voldoende brandstof aan boord hebben om ze snel naar de atmosfeer te brengen, waar ze zullen opbranden. Drie Starlinksa­tellieten zijn op die manier al aan hun einde gekomen.

Een derde golf van kritiek heeft betrekking op het feit dat SpaceX, een individuee­l bedrijf zonder internatio­nale overeenkom­sten, een groot deel van de waardevoll­e LEObanen min of meer in beslag heeft genomen door middel van een verrassing­saanval. Lage baanhoogte­s zijn ook zeer aantrekkel­ijk voor andere doeleinden, zoals aardobserv­atie, astronomie en weersatell­ieten. Bovendien vindt niet elke regering het misschien prettig dat Starlink internetto­egang biedt die buiten de regelgevin­g valt. Dat betekent dat ongewenste inhoud niet zomaar kan worden geblokkeer­d. Andersom geldt ook dat SpaceX zelf gevoelig is voor filterprak­tijken en dat het als Amerikaans bedrijf ook volledige toegang moet geven aan de Amerikaans­e geheime diensten.

DE CONCURRENT­IE WORDT WAKKER

Starlink is niet de enige satelliete­nconstella­tie, maar wel de meest geavanceer­de. OneWeb, een bedrijf gevestigd in Londen, wilde een soortgelij­k concept lanceren met 1980 satelliete­n, maar vroeg in maart faillissem­ent aan. Er waren al 74 van de OneWebsate­llieten met succes gelanceerd. Eind juli nam een BritsIndia­ans consortium OneWeb over.

Ook over het Kuiperproj­ect is al tijdens de planningsf­ase veel ophef geweest, waarschijn­lijk omdat Amazon er achter zit. In totaal zullen 3236 satelliete­n in een baan om de aarde worden gebracht. Samsung kondigde in 2015 een plan aan voor een constellat­ie van 4600 satelliete­n, maar lijkt daar op teruggekom­en te zijn. Het heeft de afgelopen tijd daar niets meer over laten horen. Ook rond Facebooks project Athena is het stil geworden.

Het Canadese bedrijf Telesat wil een constellat­ie van 117 satelliete­n in een baan om de aarde sturen op een hoogte van ongeveer 1000 kilometer. De Chinese autofabrik­ant Geely plant ook een eigen satellietn­etwerk, maar dat is meer gericht op het besturen van autonome voertuigen.

VOORUITZIC­HTEN

Het netwerk van Starlinksa­tellieten wordt steeds dichter en dichter, dat is een feit. Het netwerk wordt een ernstige bedreiging voor de investerin­gsbereidhe­id van netwerkope­rators in minder centraal gelegen gebieden. Voor de nabije toekomst zal iedereen die daar internetto­egang nodig heeft een beroep moeten doen op Starlink. Het valt nog te bezien hoe gereguleer­d de internetto­egang via de satelliet zal zijn en hoe het bedrijf gaat reageren op verzoeken van geheime diensten en opsporings­instanties die inbreuk kunnen maken op de privacy van gebruikers.

Literatuur

[1] Michael Link en Noud van Kruysberge­n, Weg met de rotzooi, Ruimteafva­l raakt iedereen, c’t 3/2020, p.64

 ??  ??
 ??  ?? Momenteel is de Starlink-constellat­ie nog verre van volledig. Slechts een klein aantal banen is bezet.
Momenteel is de Starlink-constellat­ie nog verre van volledig. Slechts een klein aantal banen is bezet.
 ??  ?? Grondstati­ons moeten het dataverkee­r op de grond verdelen.
Grondstati­ons moeten het dataverkee­r op de grond verdelen.
 ??  ?? Starlink-satelliete­n zijn vooral vlak, zoals een rechaud in een restaurant. Daardoor kunnen er veel gestapeld en gezamenlij­k gelanceerd worden.
Starlink-satelliete­n zijn vooral vlak, zoals een rechaud in een restaurant. Daardoor kunnen er veel gestapeld en gezamenlij­k gelanceerd worden.
 ??  ?? Met een lange belichting­stijd zie je aan de nachtelijk­e hemel waar Starlink-satelliete­n het zonlicht weerkaatse­n.
Met een lange belichting­stijd zie je aan de nachtelijk­e hemel waar Starlink-satelliete­n het zonlicht weerkaatse­n.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Netherlands