Hardware voor Flight Simulator 2020
Microso Flight Simulator is in 2020 opgestegen voor een nieuwe ronde. Voor een mooie en vloeiende weergave zijn gelukkig geen al te dure pc-componenten nodig.
Boven de wolken moet het gevoel van vrijheid eindeloos zijn. Als Flight Simulator zijn volle pracht en praal tentoonspreidt heb je een krachtige gaming-pc nodig om geen beperkingen te ervaren. Gelukkig hee Flight Simulator niet zoveel frames per seconde nodig als een hectische shooter om prettig te kunnen spelen. Kleine koers- of andere kleine correcties domineren het spel, waarbij je de vele besturingselementen in de virtuele cockpit in de gaten moet houden. Flight Simulator 2020 (FS2020) werkt in de meeste gevallen dan ook al prima met 30 frames per seconde (fps). Die framerate is echter sterk afhankelijk van het betre ende decor en ook de achteraf geïnstalleerde modificaties kunnen van grote invloed zijn.
Daarom hebben we de metingen met hardwarecomponenten in twee verschillende scènes uitgevoerd – beide met de Daher TBM 930. Grotere vliegtuigen zoals de Boeing 787 Dreamliner verlagen de framerates duidelijk. Jörg Neumann, Head of Microso Flight Simulator, verzekerde ons dat ze bezig zijn om het refreshen van de resourcevretende glasoppervlakken te optimaliseren. Op dit moment “is er al een ongelooflijk aantal prestatieverbeteringen doorgevoerd.”
We hebben de geheugen- en de processorbelasting gemeten tijdens het landen op het New Yorkse vliegveld LaGuardia Airport, terwijl we voor het testen van de grafische kaarten een rondje boven Nijmegen hebben gevlogen met een gebroken wolkendek – extra testen met een onweersbui en oceaanbrede wateroppervlakken resulteerden niet in grote verschuivingen voor de grafische belasting.
INIUEISEN
O icieel is FS2020 bescheiden wat betre eisen aan de hardware. De meer dan zes jaar oude quadcoreprocessor Core i5-4460 en een zeven jaar oude GeForce GTX 770 met 2 GB grafisch geheugen zijn het minimum – met als alternatief een Ryzen 3 1200 en een Radeon RX 570. 8 GB werkgeheugen en een 64-bit Windows 10-versie zijn ook nodig. Daar staat wel tegenover dat je 150 GB aan opslagruimte op de harde schijf of ssd beschikbaar moeten hebben voor het installeren. Als het installeren klaar is, zijn daarvan nog iets meer dan 100 GB bezet, waar de o line cache voor de satellietgegevens uit de Bing-database van Microso nog bijkomt. Daarmee wordt het terrein heel mooi en realistisch weergegeven. Als je dat niet wilt, kun je die cache bij de opties begrenzen of deactiveren.
Het installeren neemt door de hoeveelheid data veel tijd in beslag. De disc-versie met 12 dvd’s installeerde de wereld en objectgegevens in iets minder dan twee en een half uur. Daarnaast was het downloaden van ongeveer 1 GB aan data voor de programmabestanden zelf noodzakelijk. Met de 25 Mbit/s die
Microso voor het spel aanbeveelt, zou de installatie 9 uur geduurd hebben. Tijdens het spelen hadden we echter ook met een langzamere internetverbinding nauwelijks problemen met het downloaden van extra wereldgegevens. Met een gemiddeld 12 Mbit/s snelle LTE-verbinding waren de nalaadhaperingen ook niet sterker.
Op een minimaal systeem konden we de waarschuwingsmeldingen over onvervulde minimumeisen wel wegklikken, maar was de lol in het vliegen slechts beperkt. Zelfs met een full-hd-resolutie van 1920 × 1080 pixels en slechts een gemiddeld detailniveau haalden we geen 20 fps bij de veeleisende New Yorkse situatie. Bij het vliegen boven Nijmegen haalden we in ieder geval nog 28 fps. Daarbij maakt het bijna niet uit of je een Intel/Nvidia-combinatie hebt of AMD aan het werk zet – met uitzondering van de kleine maar vervelende nalaadhaperingen, die op de 2 GB GeForce veel meer stoorden.
De ontwikkelaars adviseren echter sterkere systemen. Naar keuze met een zes-core Intel Core i5-8400 en een GeForce GTX 970 of de quadcore Ryzen 5 1500X en een Radeon RX 590 – en een alleszins redelijk 16 GB RAM. FS2020 is daarmee meteen ook een stuk leuker. De Intel-processor en GeForce-kaart waren goed voor bijna 40 fps boven New York, de Radeon RX 590 voegde nog eens 2 frames per seconde toe. In het grafisch beperktere Nijmegen-scenario was dat 54 tot 46 fps. Zelfs op hoog in plaats van middelhoog detailniveau was de Intel/Radeon-combinatie nog steeds goed voor meer dan 30 fps.
De quadcore-Ryzen van de eerste generatie was merkbaar langzamer, maar ook die haalde een vloeiende 31 respectievelijk 41 fps met medium details. Hij had geen profijt van de snellere Radeon.
FS2020 kan niet goed overweg met de minimale eis van 8 GB RAM. Steeds weer verstoren sterke nalaadhaperingen de prestaties. Je moet dan ook minstens 16 GB hebben – en een paar extra GB zijn niet overdreven, want in een stevig uitgerust high-end systeem met 64 GB werkgeheugen bezette Flight Simulator na een korte vliegtijd al ongeveer 16 GB.
De laadtijden zijn bij FS2020 erg lang, maar worden nog slechter met een magnetische harde schijf. Er zat slechts enkele seconden verschil tussen een SATA- en een snelle NVMe-ssd in M.2 formaat – bij een totaaltijd van meer dan drie minuten wachten tot het hoofdmenu verschijnt maakt dat dan ook niet meer uit. Hoe hoger het detailniveau, des te langer de wachttijd tot je in de cockpit kunt plaatsnemen. Van 40 seconden voor het laden van een opgeslagen vlucht in lage details tot bijna 2 minuten in ‘ultra’ met 200 procent renderschaling.
PROCESSOR: KERNEN, KLOK OF ARCHITECTUUR?
Zoals bij elke fatsoenlijke simulatie is de eerste vraag die je moet stellen welke processor je moet gebruiken, aangezien die het prestatiekader biedt: als de simulatie niet voltooid is, kan de grafische kaart daar geen beeld uit berekenen.
We hebben verschillende Ryzen 3000- en Core i-10000-processors uitgeprobeerd en de e ecten van het aantal kernen in full-hd-resolutie gemeten op het ‘high’ en ‘ultra’ detailniveau bij het benaderen van het LaGuardia Airport. De huidige AMD- en Intel-cpu’s deden weinig voor elkaar onder bij de prestaties van FS2020.
De game-engine van FS2020 verdeelt de computertaken over veel kernen, maar gebruikt die slechts in geringe mate, zodat een blik op de processorbelasting die wordt getoond in Taakbeheer niet veel helpt. Onze prestatiemetingen lieten zien dat vier kernen het bij een gemiddelde framerate al aardig zwaar hadden. Ondanks een sterke ondersteuning van de snelle ROG Strix GeForce RTX 2080 Ti van Asus, werd het niveau van 30 fps alleen bereikt met het hoge, maar niet met het ultra-detailniveau. Bij het P99-percentiel, de één procent van de langzaamste berekende beelden, is niet meer haalbaar dan een schokkerige 11 fps – op ultra-detailniveau zelfs maar 7 fps. Met Simultaneous Multithreading, o ewel een virtuele verdubbeling van het aantal threads, nemen de gemiddelde framerates al aanzienlijk toe: tot 45 fps op ‘high’ en 36 fps op ‘ultra’ – de P99-waarden verdubbelen ook tot respectievelijk 26 en 22 fps.
Met zes processorkernen bleven we op het hoge detailniveau voor het eerst voortdurend boven 30 fps, maar kwamen wat betre de gemiddelde stijging niet verder dan van 45 naar 52 fps. Op het hoogste detailniveau, ultra, haalden we minimaal 25 frames per seconde, met een gemiddelde van 40. Vanaf dat aantal cores bracht Simultaneous Multithreading (SMT) of, zoals Intel het noemt, Hyper-Threading geen prestatieverhoging meer. Nog meer kernen verbeterden de fps ook nauwelijks – met acht cores kwamen we tot 43 fps op ultra-detailniveau, maar daarboven daalden de framerates weer.
Oudere Intel-processors tot en met de Core i-6000-generatie presteerden bijna hetzelfde als de huidige, mits ze ten minste vier kernen en SMT hadden. De wat oudere rekenwonders van AMD moesten harder aan de slag met FS2020. De Ryzen 7 2700X en vooral de Ryzen 7 1800X, die de grens van 30 fps op ultra-detailniveau niet haalde, waren merkbaar langzamer dan hun acht-core Ryzen 3000-tegenhanger, de 3700X.
We hebben de prestaties van de grafische kaarten gemeten in de drie meest voorkomende resoluties fullhd (1920 × 1080 pixels), WQHD (2560 × 1440) en Ultra HD (3840 × 2160) tijdens het vliegen boven Nijmegen met een gebroken wolkendek, waarbij we gebruikgemaakt hebben van de high-, ultra- en ultra met 200 procent renderschaling detailniveaus.
Zelfs de oudere GeForce GTX 970 en Radeon RX 570 haalden gemiddeld nog steeds meer dan 30 fps en minstens 25 fps met hoge details in full-hd. Op ultradetailniveau en hogere resoluties kwamen ze echter al snel tekort en daalde de P99-fps onder de 20, ook al bleef het gemiddelde op bijna 25 fps. Metingen die wegens het te krappe grafisch geheugen op 1 fps of nog lager uitkwamen hebben we deels overgeslagen.
PIXELPOER HOGE RESOLUTIES
Voor minimaal 30 fps in 1080p en ultra-details moet er een Radeon RX Vega64 of een GeForce GTX 1080 in de computer zitten. De gemiddelde framerate was dan meestal 45 fps. Als een hoog detailniveau genoeg voor je is, is een Radeon RX 5600 XT voldoende, of kun je de resolutie verhogen tot 2560 × 1440.
Het wordt echt veeleisend in Ultra HD met 3840 × 2160 pixels. De bij FS2020 op dit moment snelste Radeon, een RX 5700 XT, haalde daarmee op hoog detailniveau gemiddeld net 27 fps met 20 als P99-percentiel – een detailniveau hoger is dat respectievelijk 22 en 15 fps. De Geforce-kaarten vanaf de RTX 2070 deden het met Flight Simulator beter. Een RTX 2070 Super behaalde gemiddeld 35 fps in Ultra HD en 28 fps als P99-percentiel bij hoge details. Bij het ultra-detailniveau moest hij zich ook gewonnen geven en haalde hij net de 20 fps als P99 en 28 fps gemiddeld.
Met een RTX 2080 Ti met meer reserves, en dat niet alleen vanwege zijn 11 GB grafisch geheugen, heb je de minste zorgen over prestaties. Zelfs in Ultra HD met ultradetails haalt hij met een P99 van 29 fps bijna de grens van 30 fps, en levert hij gemiddeld 38 fps. Als je van mooie beelden houdt, kun je hem ook gebruiken om de renderschaling op 200 procent in te stellen en op een WQHD-monitor toch minstens 20 fps halen.
CONCLUSIE
Microso Flight Simulator 2020 ziet er op een pc met slim samengestelde componenten uit de hogere middenklasse al geweldig uit en loopt soepel met 30 fps. De basis daarvoor is een processor uit Intels Core i-8000 of AMD’s huidige Ryzen 3000-serie, zolang die tenminste zes kernen en SMT hebben en niet behoren tot de energiebesparende types met afgeknepen TDP en lage kloksnelheid. Een Ryzen 5 3600 of Core i5-10600 voldoen bijvoorbeeld aan die voorwaarden. Wat het geheugen betre , is 32 GB DDR4 aan te raden om de haperingen onderweg te verminderen – maar het zal die niet volledig elimineren.
De grafische kaart moet 6 GB geheugen hebben voor maximale details in full-hd-resolutie, voor een hoog detailniveau kan 4 GB voldoende zijn. Voor WQHD wordt 8 GB aanbevolen, voor Ultra HD meer. Een Radeon RX 570 voor 155 euro is al genoeg voor fullhd en hoge details, maar kaarten van 380 euro zoals de RX 5700 XT en GeForce GTX 1080 zijn beter voor 25 fps in WQHD met ultra-instellingen. Voor soepel gamen op Ultra HD moet je minimaal een GeForce RTX 2080 in je computer hebben zitten.