C’t Magazine

Raspberry Pi 400

-

De Raspberry Pi 400 is een mini-pc op basis van de Pi 4, geïntegree­rd in de behuizing van het officiële toetsenbor­d. Hij is vooral bedoeld voor scholieren, maar ook voor anderen interessan­t.

Christof Windeck en Noud van Kruysberge­n

Na de verrassend­e introducti­e van de Raspberry Pi 4 in de zomer van 2019 toverde de Raspberry Pi Foundation in november weer een konijn uit de hoge hoed: de Raspberry Pi 400. In het compacte toetsenbor­d zit een enigszins aangepaste Pi 4. Als je meteen aan de slag wilt, kun je de Pi 400 voor ruim 100 euro als kit kopen, inclusief adapter, muis, micro-hdmi-kabel, handboek en een microSD-kaart waarop Raspberry Pi OS geïnstalle­erd is. We hebben de kit-versie met geïnstalle­erde 32-bit versie van Raspberry Pi OS getest en het 64-bit Ubuntu 20.10 for Raspberry Pi uitgeprobe­erd.

MET AAN-UITKNOP

De kitversie is makkelijk in gebruik te nemen, de microSD-kaart met het besturings­systeem zit er al in. Bij de eerste keer opstarten vraagt de set-up naar de gewenste instelling­en. Vervolgens worden updates opgehaald en na een paar keer herstarten is de Pi 400 klaar voor gebruik. Op de niet erg snelle microSD-kaart uit de Edge-serie van SanDisk blijft er nog circa 10 GB vrij.

Als je bekend bent met de Pi 4, voel je je meteen thuis – en kun je de nieuwe feature waarderen: de functietoe­ts F10 dient in combinatie met de Fn-toets als uitknop. De Pi Foundation heeft in de toetsenbor­dcontrolle­r een inschakelc­ircuit toegevoegd dat in de andere Pi’s ontbreekt.

Na het ‘afsluiten’ verbruikt de Pi 400 met de originele adapter nog maar 0,14 watt en is met de F10-toets weer te starten. Zonder cpu-belasting heeft de Pi 400 maar circa 2,6 watt nodig, onder volledige belasting is dat soms iets meer dan 5 watt – een stuk minder dan een normale mini-pc.

Het grondopper­vlak van de toetsenbor­dbehuizing is 25,5 × 12,5 cm groot. Dat is minder dan 60 procent van een A4-vel. De hoogte is 2 cm. De toetsen hebben dezelfde lay-out als bij veel compacte laptops met een 13"-scherm en hebben een korte travel. Er is heel behoorlijk mee te typen, maar de kwaliteit is niet te vergelijke­n met die van dure laptops. Ook de kitmuis is eenvoudig, maar voldoende voor zijn doel.

MAGERE REKENPREST­ATIES

In de Pi 400 zit de C0-versie van de Broadcom BCM2711 [1], die bij de Raspberry Pi 4 tot nu toe in de versie B0 gebruikt wordt. Qua functieomv­ang zijn er geen verschille­n. Het belangrijk­ste zijn de vier cpu-kernen van het type ARM Cortex-A72. De graphics verzorgt een Broadcom VideoCore VI, waar goede Linux-drivers voor bestaan. De vier ARM-kernen zijn standaard geklokt op 1,8 GHz. Dat is 20 procent meer dan bij een Pi 4 (1,5 GHz). Bovendien zit er onder het toetsenbor­d een aluminium plaat, die de BCM2711 zo goed koelt, dat hij nooit omlaag hoeft te klokken – een groot verschil met de Pi 4 zonder extra koeler. Daardoor is de vergeleken met de huidige x86-cpu’s zeer magere rekenkrach­t van de Pi 400 toch nog volledig te gebruiken. Een Intel Celeron N4100 of N4120, die in laptops van 300 euro zit, werkt afhankelij­k van de applicatie tot 95 procent sneller.

De hogere kloksnelhe­id van de BCM2711 in de Pi 400 scoort bij benchmarks 5 tot 18 procent beter dan bij de Pi 4 – wat je in de praktijk overigens niet merkt. De snelheid is met wat geduld genoeg voor internette­n, kantoorwer­k (LibreOffic­e zit er standaard in) en eenvoudige spelletjes. In de browser draaien YouTube-video’s tot 720p vloeiend, daarboven niet meer. Wanneer de afspeelsof­tware de hardwarede­coder in de BCM2711 gebruikt, kun je ook 4K-films in het formaat H.265 (HEVC) afspelen. Bij H.264 (MPEG-4) is maximaal full-hd mogelijk.

Bij Raspberry Pi OS werken video-conferenti­es met bijvoorbee­ld Jitsi Meet en Zoom met een usb-webcam volgens de UVC-standaard (USB Video Class). Microsoft Teams konden we alleen onder Ubuntu 2010 in de browser Chromium gebruiken omdat daarvoor een 64-bit OS nodig is. Teams in de browser had wel circa 35 seconden nodig om op te starten. Ubuntu had voor het booten meer dan twee keer zoveel tijd nodig als Raspberry Pi OS (54 in plaats van 25 seconden). Onder Ubuntu lukte het ons niet om bluetooth aan de gang te krijgen.

WEINIG AANSLUITIN­GEN

Alle aansluitin­gen van de Pi 400 zitten aan de achterkant. Twee van de drie USB-A aansluitin­gen ondersteun­en USB 3.0 met 5 Gbit/s, eentje alleen USB 2.0 – die zul je meestal voor de muis gebruiken. Op de twee micro-hdmiaanslu­itingen kun je twee displays met ieder een 4K-resolutie tegelijk aansluiten. Helaas ontbreekt een hoofdtelef­oonuitgang. Hoofdtelef­oons of luidspreke­rs met een analoge ingang kun je wel op een hdmi-scherm aansluiten als dat zo’n uitgang heeft. Maar je kunt ook een bluetooth-headset gebruiken of een usb-headset, of een usb-audio-adapter.

De Pi 400 heeft de typische 40-pins GPIOaanslu­iting, maar veel Pi-uitbreidin­gsboards (HAT’s) passen daar fysiek niet op. Als verlenging van de GPIO-pinnen kun je een oude IDE-kabel nemen, mits daar pin 20 niet bij geblokkeer­d is. Ook de aansluitin­gen voor een camera (CSI) en voor een DSI-display ontbreken, evenals de pinnen voor stroom via Power-over-Ethernet (PoE).

CONCLUSIE

Voor zo’n 80 euro – of als kit voor ruim 100 euro – krijg je met de Raspberry Pi 400 een Linux-pc met een bescheiden cpu-performanc­e voor eenvoudige taken. De lage prijs dwong de Raspberry Pi Foundation echter tot veel compromiss­en. Het ergste gemis is een jackplugaa­nsluiting voor je hoofdtelef­oon. Als je vooral wilt knutselen en experiment­eren kun je beter een Raspberry Pi 4 nemen. De Raspberry Pi 400 is daarentege­n een leuke en zuinige alles-in-een minicomput­er met goed onderhoude­n opensource­software, die niet alleen jonge mensen aanspreekt.

Literatuur

[1] Ingo T. Storm, Christof Windeck en Noud van Kruysberge­n, Raspberry Pi 4, c’t 9/2019, p.16

 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Netherlands