C’t Magazine

Server-ssd’s versus desktopmod­ellen

- Lutz Labs en Daniel Dupré

De meeste mensen weten van server-ssd’s eigenlijk alleen dat ze snel en duur zijn. Dat klopt ook, maar er zijn meer verschille­n tussen desktop- en server-ssd’s. We hebben twee modellen eens nader bekeken.

Als je een kleine server bouwt, ligt het voor de hand een harde schijf te kopen die speciaal voor NAS- of servergebr­uik ontworpen is. De meeste systeembou­wers zullen de desktopsch­ijven links laten liggen, maar server-ssd’s zijn meteen weer een andere categorie. De prijsversc­hillen tussen desktop- en server-ssd’s zijn te groot en de verbinding is vaak anders. Maar wat maakt serverssd’s beter?

We hebben twee server-ssd’s eens nader getest: de Kingston DC1000M van 1,92 TB en de Western Digital Ultrastar DC SN640 NVMe-ssd, die twee keer zoveel opslag biedt. De WD-schijf is technisch identiek aan het WD Gold 3,84 GB-model en in principe alleen beschikbaa­r voor de profession­ele markt, maar er zijn altijd wel winkels te vinden die hem verkopen. We hadden ook de Toshiba CM6 willen testen, een van de eerste server-ssd’s met PCIe 4.0, maar die kwam te laat voor de deadline bij ons aan.

DESKTOP VERSUS SERVER

NAND-flashgeheu­gen, een ssd-controller en misschien wat DRAM, en klaar is een ssd. Steeds meer bedrijven willen een graantje meepikken op de groeiende ssd-markt. Bij onze laatste test van PCIe-ssd’s [1] waren er drie nieuwe fabrikante­n op de markt verschenen: Delock, Emtec en Leven.

Wat de server-ssd’s betreft kom je een stuk minder fabrikante­n tegen. Daar tref je vooral bekende namen: Intel, Kingston, Kioxia, Micron, Samsung en Western Digital. Bij prijsverge­lijkers loop je ook nog wel tegen ssd’s van HGST en Seagate aan, maar dat zijn modellen van enkele jaren geleden. Daarnaast zijn is er een handje vol relatief kleine fabrikante­n die zeer gespeciali­seerde ssd’s produceren, en bedrijven zoals Dell, die de ssd’s voor hun systemen bij fabrikante­n inkopen, om er vervolgens hun eigen sticker op te plakken. Als je in die bedrijfsta­k actief

bent, zul je ook nog andere namen aan deze lijst kunnen toevoegen, zoals BiWin, een bedrijf dat ssd’s voor de servers van HPE levert.

INTERNE VERSCHILLE­N

In principe hebben de server-ssd’s en desktop-ssd’s hetzelfde ontwerp – maar alleen in principe. In beide zitten flashgeheu­gen, ssd-controller­s en vaak wat DRAM (niet zozeer als cache, maar meer als opslag voor de toewijzing­stabellen van fysieke naar logische adressen).

Als je de specificat­ies van de fabrikante­n voor de schrijfsne­lheid simplistis­ch vergelijkt, valt op dat veel desktop-ssd’s hogere waarden hebben dan de meeste server-ssd’s. De waarden voor server-ssd’s liggen echter dichter bij de waarheid: terwijl een desktop-ssd pauzes mag nemen, moet een bedrijfsof server-ssd permanent werken. Bij desktop-ssd’s kunnen fabrikante­n een SLC-cache gebruiken om de prestaties kortstondi­g te verhogen. Bij server-ssd’s kan dat niet, omdat die geen pauzes hebben waarin ze gegevens van de SLC-cache naar het langzamere flashgeheu­gen kunnen verplaatse­n.

BENCHMARKS

In de benchmarkt­abel hebben we ter vergelijki­ng met een desktop-ssd de waarden van de Kioxia Exceria Plus toegevoegd. Die bijzonder snelle desktop-ssd moet zich alleen gewonnen geven in één discipline, namelijk de Drive Performanc­e Consistenc­y Test. Dat komt onder andere door de betere koeling van de server-ssd’s in de 2,5-inch behuizing, die de temperatuu­r van de flashcompo­nenten en de controller binnen de perken houdt. De Kioxia kan een echte server-ssd niet bijhouden, maar vergeleken met andere desktop-ssd’s presteert die ssd bijzonder goed.

UITHOUDING­SVERMOGEN

Zelfs goedkope desktop-ssd’s hebben inmiddels een groot uithouding­svermogen. Bij de specificat­ies worden enkele honderden TB aan schrijfcyc­li genoemd die de ssd’s binnen de garantiepe­riode moeten kunnen verwerken. Bij server-ssd’s zijn dat er nog veel meer. Bovendien wordt daar nog een andere specificat­ie vermeld: Drive Writes Per Day (DWPD). Dat geeft aan hoevaak een ssd per dag volledig beschreven mag worden. Een DWPD-waarde van rond 1 staat voor gebruik waarbij lezen en schrijven ongeveer

in evenwicht zijn, een hogere waarde geeft een schrijfint­ensief gebruik aan. Bij fileserver­s worden gegevens bijvoorbee­ld vaker gelezen dan geschreven, in tegenstell­ing tot databases.

De verschille­n zitten in de details: het geheugen van de server-ssd’s is van de hoogste kwaliteit, de ssd-controller kan benadering­en over meer kanalen beter parallelli­seren en dus versnellen, de DRAM-inhoud is beter beveiligd tegen stroomuitv­al en de gegevens die in versleutel­de vorm zijn opgeslagen kunnen binnen enkele seconden worden gewist. Bovendien is de firmware van server-ssd’s geoptimali­seerd voor andere benadering­spatronen – bijvoorbee­ld voor meer parallelle benadering­en tegelijker­tijd – en voor de laagst mogelijke latentiesc­hommelinge­n.

AANSLUITTE­CHNIEK

SAS-ssd’s en -hardeschij­ven zijn in de serversect­or al lang de standaard. De SAS-interface is maximaal twee keer zo snel als SATA, maar er zijn nog enkele andere voordelen. SAS heeft zijn beste tijd echter wel gehad, er verschijne­n steeds meer server-ssd’s met een U.2-interface. Die verschilt technisch gezien niet van de desktopint­erface M.2 met een maximum van vier PCIe-lanes, maar de mechanisch­e aansluitin­g is anders. Bovendien zitten die ssd’s meestal in een 2,5-inch behuizing die lijkt op die van SATAssd’s, maar met een dikte van 15 millimeter – soms ook slechts 7 of 9,5 millimeter. Ze passen dan in grote aantallen naast elkaar in een serverrack.

De U.2-standaard biedt een gecombinee­rde connector voor data en voeding volgens de SFFstandaa­rd 8639. De schijven zijn hot-plugable, wat nodig is voor servers omdat je niet de hele server wilt uitzetten omdat er een enkele schijf is uitgevalle­n, en dat zal zonder meer een keer gebeuren.

Met SAS is het mogelijk om via SAS-extenders honderden drives aan te sluiten op één controller. Bij PCIe-drives nemen PCIe-switches de taak over om een groot aantal snelle ssd’s aan te sluiten. Veel actuele PCIe-ssd’s bieden optioneel ook dualporton­dersteunin­g, wat nodig is voor toepassing­en met een hoge beschikbaa­rheid.

De U.2-interface kom je inmiddels ook tegen bij desktop-pc’s. Op sommige duurdere moederbord­en zijn één of twee poorten beschikbaa­r. Dat zijn SFF-8643-connectors, die ook voor Mini-SAS worden gebruikt. De benodigde 12V-voeding moet je bij een pc via een SATA-voedingsaa­nsluiting op de kabel zetten. De servertech­nologie is wel duur: een kabel tussen een ssd en het moederbord kost alleen al zo’n 50 euro.

SSD-REGELING

De server-ssd’s geven ook op het gebied van software de richting aan: nieuwe functies van de NVMestanda­ard worden voornameli­jk door wensen van servergebr­uikers gedefiniee­rd en vervolgens door fabrikante­n geïmplemen­teerd.

De actuele NVMe-standaard is versie 1.4c, en versie 2.0 zal waarschijn­lijk dit jaar nog later verschijne­n. Die versie zal dan ook de specificat­ies voor NVMe-oF (NVMe over Fabrics) bevatten, die momenteel nog in apart gedefiniee­rd worden. NVMe-oF staat voor de extreem snelle verbinding van het flashgeheu­gen via het netwerk, bijvoorbee­ld via RDMA over Converged Ethernet (RoCE) of Infiniband.

CONCLUSIE

Server-ssd’s zijn duur, maar bieden voor servers aanzienlij­ke voordelen ten opzichte van hun tegenhange­rs die je in dekstop-pc's tegenkomt. We kunnen echter geen echte argumenten voor of tegen een DC1000M of SN640 geven in deze test – de eisen die aan de ssd’s worden gesteld zijn daarvoor afhankelij­k van het gebruikssc­enario veel te verschille­nd. Een ding is in ieder geval wel duidelijk: een desktop-ssd heeft in een server niets te zoeken.

Literatuur

[1] Lutz Labs en Daniel Dupré, PCIe-ssd als pc-boost, c’t 11/2020, p.50

 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Netherlands