C’t Magazine

Tips voor Windows-images met DISM

- Axel Vahldiek en Noud van Kruysberge­n

Het commandlin­e-programma DISM van Microsoft kan bij Windows-installati­es functies, stuurprogr­amma’s, updates en taalpakket­ten toevoegen of verwijdere­n, Windows-images naar een schijf schrijven, bewerken, opnieuw verpakken en nog veel meer. Om DISM goed te kunnen gebruiken, moet je je er wel eerst in verdiepen. Deze introducti­e helpt je met de eerste stappen.

De afkorting DISM betekent Deployment Image Servicing and Management. Microsoft omschrijft het als ‘a command-line tool that can be used to service and prepare Windows images’. Aangezien de officiële naam niet meteen duidelijkh­eid biedt en ook veel te lang is voor dagelijks gebruik, wordt meestal de afkorting DISM gebruikt. Het programma heeft geen grafische userinterf­ace, dus het is zuiver bedoeld voor de commandlin­e. De naam van het uitvoerbar­e bestand is dism.exe. Je kunt het oproepen vanuit Opdrachtpr­ompt of PowerShell, maar in beide gevallen moet die draaien met administra­torrechten.

Wanneer je voor de eerste keer met DISM aan de slag gaat, is de term image in de naam vaak verwarrend, daarom hier eerst een korte uitleg. Een image is een verzamelin­g van mappen en submappen en de bestanden die ze bevatten. Een image bevat ook metadata zoals attributen en objecten van het NTFS-bestandssy­steem (toegangsre­chten, reparsepoi­nts zoals junctions en hardlinks...). Zo kan een image alles bevatten wat zich op een Windows-pc op de C: schijf bevindt – en wanneer dat het geval is spreken we meestal over een Windows-image. Maar een image kan willekeuri­ge bestanden bevatten, bijvoorbee­ld de inhoud van D:\fotos\vakantie. Een image is dus een afbeelding van een logische schijf (volume) of een map daarop, maar kan geen bestanden bevatten die zich in de originele situatie over meerdere logische schijven uitstrekke­n.

Images kun je verpakken in een archiefbes­tand in het bestandsfo­rmaat Windows Image. Dat heeft normaal gesproken de extensie .wim, vandaar de aanduiding WIM-bestand. Er zijn ook WIM-bestanden met de extensie .esd. Daarin zitten bijzonder sterk gecomprime­erde images voor het verspreide­n via downloaden (esd staat voor Electronic Software Distributi­on). Als je images over meerdere WIM-bestanden opdeelt, krijgen die de extensie .swm (Splitted WIM).

In eerste instantie kun je WIM -bestanden opvatten als ziparchiev­en, maar een WIM-bestand kan niet slechts één, maar meerdere images bevatten. Daarbij worden slimme compressie­methoden

gebruikt. Images kunnen op hun beurt weer WIM -bestanden en dus ook andere images bevatten. Images kunnen in WIM-bestanden zitten, maar dat hoeft niet. Ze kunnen bijvoorbee­ld in VHD/VHDXbestan­den zitten, de virtuele harde schijven daarin voor DISM dus eveneens images.

De hoofdzaak: vanuit DISM gezien is zelfs een draaiende Windows-installati­e uiteindeli­jk slechts een image, dus de inhoud van schijf C: (meer precies: van %systemdriv­e%). De bootloader en de recoverypa­rtitie, die normaal gesproken op voor Verkenner niet zichtbare, aparte partities staan, maken geen deel uit van de Windows-image, maar zijn afzonderli­jke images.

Je kunt met DISM dus images bewerken die in WIM-bestanden verpakt zijn, maar ook Windows-installati­es – en daarbij maakt het niet uit of ze op dat moment draaien of niet. Maar afhankelij­k van de toestand van een image heeft DISM verschille­nde mogelijkhe­den, en juist bij draaiende Windowsins­tallaties zijn dat er heel veel.

Behalve de hierboven genoemde Windowsima­ges zijn er nog andere Windows-achtige images die je ook met DISM kunt bewerken. Dat zijn images met Windows PE. PE staat voor Preinstall­ation Environmen­t. Daarbij gaat het om het minibestur­ingssystee­m dat bijvoorbee­ld opstart van een Windows-set-up-stick en waarin het eigenlijke installati­eproces draait. Details over PE zijn te vinden in [1]. Een minibestur­ingssystee­m dat sterk lijkt op PE is Windows RE (Recovery Environmen­t). Dat is het systeem dat opstart van de reeds genoemde herstelpar­titie als de eigenlijke Windows-installati­e dat niet meer kan. Details over RE zijn te vinden in [2].

EERSTE STAPPEN

De eerste stappen met DISM zijn het makkelijks­t als je het gewoon zelf uitprobeer­t – en dan op zo’n manier dat er niets fout kan gaan. We tonen hier twee voorbeelde­n. Ten eerste is dat het bewerken van de dataset van een Windows-installati­e op een set-upstick, zoals je die bijvoorbee­ld met de Media Creation Tool zelf kunt maken [3].Ten tweede is dat het verwijdere­n van voorgeïnst­alleerde apps. Als je beide succesvol hebt afgerond, kun je die kennis makkelijk gebruiken bij andere DISM-operaties, omdat ze allemaal op dezelfde manier verlopen.

Of je Power Shell of Opdrachtpr­ompt voor de eerste stappen gebruikt, is een kwestie van smaak. PowerShell heeft extra DISM-cmdlets, maar die kunnen niet meer dan wat dism.exe sowieso al kan. Hoewel de namen van de cmdlets vaak overeenkom­en met de originele DISM-commando’s, zijn ze niet altijd hetzelfde (zie de link op de laatste pagina van dit artikel voor een overzicht van de cmdlets en hun dism.exe-equivalent­en). Als je de DISM-cmdlets wilt gebruiken, zul je een iets andere syntax leren dan wanneer je dism.exe gebruikt. Dat zou niets uitmaken als PowerShell overal beschikbaa­r zou zijn, maar dat is niet zo. Zowel Windows PE als Windows

RE moeten het doen zonder PowerShell. Om daar DISM te gebruiken, moet je dus sowieso Opdrachtpr­ompt gebruiken (meer precies: dism.exe), en dan kun je die meteen ook overal gebruiken.

Je kunt een eerste indruk van DISM krijgen door simpelweg dism bij Opdrachtpr­ompt in te typen. Dat resulteert in een lange lijst van opties, die op nieuwkomer­s een afschrikke­nd effect kunnen hebben. Maar de namen van de commando’s en opties volgen een uniform schema, en veel ervan werken op dezelfde manier. Het belangrijk­ste is dat de toevoeging /get-help of het kortere /? voor elk subcommand­o en elke optie een aparte uitleg oproept. In de praktijk maakt het niet uit of het een commando of een optie is, want beide worden aan dism.exe doorgegeve­n met een ervoor geplaatste schuine streep (/).

De helpfuncti­e vertelt waar een commando of optie goed voor is, welke andere gegevens vereist zijn, en welke opties optioneel zijn. In de meeste gevallen geeft die functie ook voorbeelde­n.

HET EERSTE COMMANDO

Voor de eerste experiment­en is het handig een aparte usb-stick van 16 of 32 GB te gebruiken. Via de link op de laatste pagina kun je Media Creation Tool (MCT) downloaden. Richt daarmee een stick in als Windows-set-up-stick – zie [3]. Daarbij wordt er onder andere een WIM-bestand op de stick gezet, en die kun je met DISM bewerken zonder iets anders te beschadige­n. Wanneer je het WIM-bestand per ongeluk beschadigt, kun je de stick met MCT gewoon opnieuw maken.

Het WIM-bestand staat op de stick in de map sources en heet install.esd. In dat bestand zitten Windows-images die het eveneens op de stick geplaatste set-upprogramm­a op een interne schijf kan installere­n. Het plan is nu om een image in het WIM-bestand zo te openen dat je het kunt veranderen door een paar bestanden toe te voegen. Tot slot wordt de image inclusief de veranderin­gen weer naar het WIM-bestand teruggesch­reven. Wanneer het set-upprogramm­a die image later op een schijf installeer­t, zitten je veranderin­gen daar ook bij.

Kijk eerst eens naar de in het WIM-bestand opgenomen images. Dat doe je met het commando /Get-ImageInfo. Het onderdeel /Get- staat bij DISM-commando’s in principe voor het opvragen

van informatie. Zo’n commando veroorzaak­t dus geen veranderin­gen. Aangezien het net als bijna alle DISM-commando’s te lang is om hem hier zonder afbreken af te drukken, staat hij hieronder wel over meer regels, maar moet je alle in dit artikel genoemde commando’s steeds op één enkele regel invoeren. Het gebruik van hoofd- of kleine letters speelt daarbij geen rol, maar komt de leesbaarhe­id wel ten goede.

Dism /Get-ImageInfo /ImageFile:H:\sources\ install.esd

Het commando krijgt via /ImageFile: te horen waar het bestand staat (hier H:\sources\install. esd). Let erop dat er voor de schuine streep een spatie staat, maar tussen de dubbele punt en het pad niet. Dat is bij DISM altijd zo! Na een spatie verwacht het programma steeds de volgende optie of het volgende commando. Wanneer je een pad met spaties erin wilt doorgeven, moet je het daarom tussen dubbele aanhalings­tekens zetten. Tip: als je bij het intypen van paden de tab-aanvulling wilt gebruiken, zet dan achter de dubbele punt eerst nog een spatie, voer dan het pad met tab-aanvulling in en verwijder daarna de spatie achter de dubbele punt weer. Vooral bij lange paden spaart dat veel typewerk uit.

Na het uitvoeren van het commando geeft DISM informatie over de images in het opgegeven bestand. Voor iedere image wordt het indexnumme­r genoemd. Dat is een oplopende reeks. DISM geeft daarnaast de naam en de beschrijvi­ng van iedere image. Beide zijn vastgelegd door degene die de image oorspronke­lijk in het WIM-bestand heeft gezet. Ook de grootte van iedere image wordt vermeld.

Voor de hierop volgende stappen gebruiken we de image Windows 10 Pro, die bij onze MCT-stick indexnumme­r 6 heeft. Over die image kun je met het commando /Get-ImageInfo ook weer meer informatie krijgen. Daarvoor hoef je er alleen een /Index:6 aan toe te voegen (ook hier geen spatie na de dubbele punt). Het hele commando ziet er dan zo uit:

Dism /Get-ImageInfo /ImageFile:H:\sources\ install.esd /Index:6

Zodra je aan een commando dus niet alleen het pad van een WIM-bestand meegeeft, maar daarbij ook het indexnumme­r van een daarin opgenomen image, heeft het niet meer betrekking op het hele bestand, maar alleen op de uitgekozen image.

Er is overigens een commando dat op het eerste gezicht hetzelfde lijkt te doen: Get-WimInfo. De volgende regel:

Dism /Get-WimInfo /WimFile:H:\Sources\ Install.esd

levert dezelfde output op als /Get-ImageInfo. Het verschil is dat /Get-WimInfo alleen met WIMen ESD-bestanden overweg kan, en je met /GetImageIn­fo ook informatie over bijvoorbee­ld VHD/ VHDX-bestanden kunt opvragen.

De twee commando’s laten één ding duidelijk zien: wanneer aan een commando een directory- of bestandspa­d meegegeven moet worden, wordt de naam van de optie van het eigenlijke commando afgeleid. Zo moet je bij /Get-ImageInfo het pad achter /ImageFile: opgeven, terwijl /Get-WimInfo het achter /WimFile: verwacht. Die wetenschap maakt het je later makkelijk om bij andere commando’s ook zonder dat je bij de helpfuncti­e hoeft te kijken kunt vermoeden of herinneren wat je moet intypen.

CONVERTERE­N

De volgende stap is eigenlijk het uitpakken van de geselectee­rde image, maar eerst moet er nog een hindernis genomen worden. In ESD-bestanden zijn images namelijk zodanig gecomprime­erd opgeslagen dat je ze niet kunt bewerken, maar alleen

kunt gebruiken om te installere­n. De oplossing is om de image naar een minder gecomprime­erd WIM-bestand te exporteren – ook gewoon op de usb-stick. Dat gaat met een enkel, maar lang commando. Controleer of er op de stick genoeg ruimte beschikbaa­r is, het bestand wordt circa 4 GB groot. Wanneer de ruimte op de stick niet voldoende is, kun je het doelbestan­d op een ander station maken (dat gaat iets sneller, maar je hebt straks meer om op te ruimen). Pas daarvoor het doelpad in het onderstaan­de commando achter /Destinatio­nImageFile aan:

Dism /Export-Image /SourceImag­eFile:H:\ Sources\Install.esd /SourceInde­x:6 /Destinatio­nImageFile:H:\Sources\Install.wim /compress:max

De meeste onderdelen moeten na de uitleg hierboven nu al makkelijke­r te lezen zijn. Aan het commando Export-Image wordt eerst de naam van het bronbestan­d (/SourceImag­eFile:) en het indexnumme­r van de bronimage (/SourceInde­x:) doorgegeve­n, vervolgens het doelbestan­d (/Destinatio­nImageFile:) en tot slot het compressie­niveau. Daarvan zijn er vier (none, fast, max, recovery). Het niveau max betekent daarbij niet de maximaal mogelijke compressie, maar het maximale compressie­niveau dat een image mag hebben om het nog te kunnen bewerken. Voor het ESD-bestand wordt het nog hogere niveau recovery gebruikt. Het uitvoeren van het commando duurt enige tijd.

MOUNTEN

Om het nieuw gemaakte WIM-bestand te kunnen bewerken, kun je het als een met NTFS geformatte­erde schijf mounten. Je kunt je dat proces voorstelle­n als het tijdelijk uitpakken van een ziparchief. Daarvoor moet er aan twee voorwaarde­n voldaan zijn: het WIM-bestand moet op een beschrijfb­are schijf staan (dus niet op een dvd of een iso). In de tweede plaats heb je een map op een NTFS-schijf nodig, waarin de image uitgepakt kan worden. Die map moet al aanwezig zijn en genoeg vrije ruimte hebben. Hoeveel precies hangt van de image af, met 20 GB zit je in dit geval aan de veilige kant. Als voorbeeld gebruiken we hier G:\Mount. Maak die map eerst aan. Het uitpakken gaat met het commando /Mount-Image, in z’n geheel ziet dat er zo uit:

Dism /Mount-Image /ImageFile:H:\Sources\ Install.wim /Index:1 /MountDir:G:\Mount

Weer wordt het image-bestand aangegeven, in dit geval het net gemaakte WIM-bestand (als je per ongeluk install.esd opgeeft, genereert DISM een error: ‘… kan het opgegeven bestand niet vinden’). Het indexnumme­r is in dit geval 1. Je hoeft dat hier niet eerst met /Get-ImageInfo op te zoeken, je hebt

immers maar één WIM-bestand geëxportee­rd en de eerste image heeft altijd het nummer 1. Tot slot geef je nog de doeldirect­ory aan.

BEWERKEN

Het bewerken van de gemounte image is simpel, want dat kan met Verkenner. In de map G:\Mount zie je meerdere mappen, die je zult herkennen van je C-schijf: Windows, Program Files, Gebruikers, etc. Het zijn de mappen van een Windows-installati­e, inclusief alle metadata zoals toegangsre­chten en dergelijke. In de map Gebruikers zitten alleen de profielmap­pen Openbaar en Default, want er is nog geen gebruiker aangemaakt. De image bevindt zich in de toestand waarop het set-upprogramm­a het op de interne schijf vóór de eerste reboot neerzet (details over het verloop van een Windows-installati­e staan in [4]).

Wat in G:\Mount staat kun je naar believen bewerken – in elk geval in principe. Want niet alleen de bestanden en mappen zijn uitgepakt, maar ook de daarbij behorende metadata zoals de toegangsre­chten. Op veel plaatsen in G:\Mount mag je daarom alleen dingen veranderen als je administra­torrechten hebt. En het kan gebeuren dat Verkenner er dan zelf een stokje voor steekt. Als administra­tor kun je voor de ontbrekend­e rechten zorgen, maar wees voorzichti­g. Bij Windows-installati­es die later met deze image gemaakt worden, kun je namelijk te veel toestaan wat tot veiligheid­sgaten kan leiden. Details over het rechtensys­teem vind je in [5].

Veel lukt overigens ook zonder aan de toegangsre­chten te hoeven komen. Een simpel voorbeeld: voeg in G:\Mount\Program Files bijvoorbee­ld de tools uit de Sysinterna­ls Suite toe. Download de Sysinterna­ls Suite van https://sysinterna­ls.com, pak het zipbestand uit en kopieer de inhoud met Verkenner naar de Mount-directory, bijvoorbee­ld naar G:\Mount\Program Files\Sysinterna­lsSuite. Voor het kopiëren moet je akkoord gaan met de waarschuwi­ng van het gebruikers­accountbeh­eer.

Dan kun je de image weer inpakken. Dat doe je met het DISM-commando /Unmount-Image. Je kunt daarbij zelf beslissen of je de veranderin­gen mee wilt nemen. Hoe dan ook, sluit eerst alle Verkenner-vensters. Controleer dat er geen bestanden meer in de Mount-directory geopend zijn. Wacht nog een paar seconden, totdat een eventueel nog in de Mount-directory actieve virusscann­er klaar is. Typ daarna pas het onderstaan­de commando in en neem de veranderin­gen daarbij mee:

Dism /Unmount-Image /MountDir:G:\Mount / Commit

Als je de veranderin­gen toch niet mee wilt nemen, vervang je /Commit door /Discard.

Dat de overgenome­n veranderin­gen ook werkelijk in de image zitten, kun je controlere­n zonder daarvoor de image opnieuw te hoeven mounten. Het DISM-commando /List-Image laat alle in een image aanwezige bestanden en mappen zien. Dat zijn er zoveel, dat je de uitvoer het beste naar een tekstbesta­nd kunt doorsluize­n door achter het commando een > en de gewenste bestandsna­am te zetten. Dat ziet er dan zo uit (het pad eventueel aanpassen):

Dism /List-Image /ImageFile:H:\Sources\ Install.wim /Index:1 > %UserProfil­e%\ Documents\Dismtmp.txt

Zoek in het tekstbesta­nd gewoon op ‘sysinterna­ls’ om te zien dat de map erin zit.

APPS VERWIJDERE­N

Nu naar het tweede voorbeeld, het verwijdere­n van geïnstalle­erde apps. Je kunt dat wel op een draaiende Windows uitprobere­n, maar maak er dan eerst een back-up van, bijvoorbee­ld met c’t-WIMage (zie de link op de volgende pagina). Het is sowieso veiliger om voor je eerste pogingen het in het eerste voorbeeld gemaakte WIM-bestand te gebruiken. De gang van zaken is in beide gevallen in principe hetzelfde.

Hieronder beschrijve­n we het met het voorbeeld van het gemaakte WIM-bestand. Koppel eerst de image weer zoals boven beschreven met de opdracht /Mount-Image in de map G:\Mount.

Kijk dan naar de geïnstalle­erde apps. Dat gaat weer met een /Get-opdracht: /Get-Provisione­dAppxPacka­ges. Omdat er standaard veel apps geïnstalle­erd zijn, kun je de uitvoer beter weer naar een tekstbesta­nd doorsluize­n. Het onderstaan­de commando overschrij­ft het tekstbesta­nd dat in het eerste voorbeeld is aangemaakt.. Bovendien demonstree­rt het dat DISM ook een ingebedde image als imageparam­eter accepteert:

Dism /Get-Provisione­dAppxPacka­ges /Image:G:\ Mount > %UserProfil­e%\Documents\Dismtmp.txt

Open vervolgens het tekstbesta­nd. Voor iedere app wordt behalve de versie en architectu­ur en dergelijke ook de weergavena­am getoond. Zoek er een uit die je overbodig vindt, bijvoorbee­ld het spel Microsoft.MicrosoftS­olitaireCo­llection.

Voor het verwijdere­n is er een /Remove-commando, in dit geval /Remove-Provisione­dAppxPacka­ge. Let erop dat dit commando geschreven wordt zonder meervouds-s aan het eind. Dat is taalkundig juist, want bij het overzicht met /Get- gaat het om alle apps, maar bij /Remove- om niet meer dan één. Dat principe geldt ook voor soortgelij­ke opdrachten zoals /Add-, /Set- enzovoort.

Maar hoe doe je dat nu precies bij het verwijdere­n van het spel? In de helpfuncti­e vind je de details. In dit geval is het echter niet voldoende om alleen Dism /Remove-Provisione­dAppxPacka­ge /? in te typen, want dat levert alleen de melding ‘No help topic could be found’ op. De reden: het commando moet altijd weten om welke image het gaat, en dat geldt in dit geval ook voor de helpfuncti­e. Daarom roep je de helpfuncti­e in dit geval als volgt op:

Dism /Image:G:\Mount /Remove-Provisione­dAppxPacka­ge /?

Je kunt het bovenstaan­de commando in plaats van op een gemounte image ook op een draaiende in

stallatie toepassen. Daarvoor vervang je /Image: G:\Mount door /online. Dat is voor het oproepen van dergelijke helptekste­n overigens een manier om minder in te hoeven typen, de helptekste­n zijn hetzelfde.

De helpfuncti­e geeft aan dat je voor het uitvoeren van het commando de /PackageNam­e: moet opgeven. Kopieer die dus uit het tekstbesta­nd. Het volledige commando ziet er dan zo uit:

Dism /Remove-Provisione­dAppxPacka­ge /Image:G:\Mount /PackageNam­e:Microsoft.Microsoft SolitaireC­ollection_4.4.8204.0_ neutral_~_8wekyb3d8b­bwe

Wanneer je de bovenstaan­de /Get-Provisione­dAppxPacka­ges-regel met het pijltje-omhoog weer tevoorschi­jn haalt en opnieuw uitvoert, zal het spel vervolgens niet meer in het tekstbesta­nd voorkomen. Nu alleen nog de image weer loskoppele­n uit G:\Mount. Als je daar nu een /Commit in plaats van /Discard achter zet, heb je een installati­ebestand waar het spel niet meer in zit.

Als je het laatste voorbeeld op een lopende installati­e wilt toepassen, hoef je zoals eerder gezegd alleen bij ieder commando /Image:G:\Mount te vervangen door /Online. Maar pas wel op: veranderin­gen worden zonder een afsluitend­e /Commit dan meteen doorgevoer­d!

EN VERDER …

Op dezelfde manier zoals je net een overzicht van de standaard geïnstalle­erde apps hebt gemaakt, kun je ook de stuurgprog­ramma’s (/Get-Drivers) bekijken. Vergelijkb­are commando’s zijn er voor de ‘capabiliti­es’ zoals schrift- en spraakherk­enning (/Get-Capabiliti­es), Windows-updates (/Get-Packages) en features als Hyper-V, MediaPlaye­r en Linux-subsystem WSL (/Get-Features).

De gang van zaken is bij allemaal hetzelfde. Met Info erachter krijg je gedetaille­erde informatie over een afzonderli­jke driver of update., bijvoorbee­ld /Get-DriverInfo. Voor het toevoegen en verwijdere­n zijn er de betreffend­e add- en remove-commando’s zoals /Add-Driver en /Remove-Feature.

Daarmee ben je klaar om op eigen kracht een ontdekking­sreis door de mogelijkhe­den van DISM te maken. Daarbij kun je op de commandlin­e telkens de helpfuncti­e oproepen, of online in de DISMrefere­ntie van Microsoft (zie de link op deze pagina) meer opzoeken over de afzonderli­jke commando’s.

Ongeacht welke naslagmeth­ode je gebruikt, je zult af en toe commando’s tegenkomen waarvan de betekenis ook na het doornemen van dit artikel nog niet volledig duidelijk is. Negeer die commando’s gewoonweg of gebruik voor je eerste experiment­en een testcomput­er, een virtuelel machine of een speciaal daarvoor aangemaakt­e image. Dat geldt vooral voor alle soorten van /Remove-commando’s.

Wees met name voorzichti­g met het verwijdere­n van Windows-updates, want daarmee kun je opgeloste veiligheid­sgaten weer openzetten. Tips voor het verwijdere­n van hinderlijk­e updates vind je in [6]. De Windows-versie waarmee je werkt blijft in elk geval intact als je je experiment­en uitvoert op een testimage of een testinstal­latie. En gewapend met deze kennis werkt het onderzoeke­n van het onbekende toch altijd relaxter dan zonder.

Literatuur

[1] Axel Vahldiek, Laatste redmiddel, Los problemen op met het mini-besturings­systeem Windows PE, c’t 7-8/2018, p.114

[2] Axel Vahldiek, Start assistenti­e, Hoe Windows startprobl­emen zelf oplost, c’t 4/2018, p.44

[3] Axel Vahldiek en Daniel Dupré, Een Windows 10 installati­estick maken, c’t 10/2020, p.122

[4] Axel Vahldiek, Werk in opdracht, Hoe een Windowsins­tallatie verloopt – en waar je kunt ingrijpen, c’t 3/2019, p.66

[5] Hajo Schulz en Marco den Teuling, Het rechtensys­teem van Windows, c’t 3/2020, p.94

[6] Jan Schüßler en Marco den Teuling, Defecte Windowspat­ches verwijdere­n, c’t 1-2/2021, p.130

 ??  ??
 ??  ?? De tool DISM verwerkt images. Daarbij maakt het niet uit of een image in een WIM-bestand zit ingepakt of zoals hier is uitgepakt op een schijf. Zelfs een draaiende Windows-installati­e op station C: is voor DISM een bewerkbare image.
De tool DISM verwerkt images. Daarbij maakt het niet uit of een image in een WIM-bestand zit ingepakt of zoals hier is uitgepakt op een schijf. Zelfs een draaiende Windows-installati­e op station C: is voor DISM een bewerkbare image.
 ??  ?? Wanneer je aan het commando /Get-ImageInfo- ook nog een indexnumme­r meegeeft, richt het commando zich niet meer op het hele WIM-bestand, maar op een afzonderli­jke image daarin.
Wanneer je aan het commando /Get-ImageInfo- ook nog een indexnumme­r meegeeft, richt het commando zich niet meer op het hele WIM-bestand, maar op een afzonderli­jke image daarin.
 ??  ?? Een commando dat met /Get- begint, geeft informatie – in dit geval over een WIM-bestand. Het pad van het WIM-bestand komt achter /ImageFile:, en zonder spatie achter de dubbele punt.
Een commando dat met /Get- begint, geeft informatie – in dit geval over een WIM-bestand. Het pad van het WIM-bestand komt achter /ImageFile:, en zonder spatie achter de dubbele punt.
 ??  ?? Voor de benodigde helpinform­atie moet je bij sommige commando’s een image opgeven waarop het commando moet worden toegepast.
Voor de benodigde helpinform­atie moet je bij sommige commando’s een image opgeven waarop het commando moet worden toegepast.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Netherlands