C’t Magazine

Email-alternatie­ven

- Jo Bager, Holger Bleich, Sylvester Tremmel en Daniel Dupré

Bij veel bedrijven wordt al lang via Slack, WhatsApp, Microsoft Teams of andere hippe, moderne tools gecommunic­eerd. Toch neemt ook het aantal ouderwetse e-mails elk jaar toe. Het is dan ook een goede zaak dat veel diensten het oude medium heroverweg­en en integreren in modernere oplossinge­n.

Weet je nog wat carbonpapi­er is? Vroeger werden vellen carbonpapi­er tussen twee blanco vellen in een typemachin­e geplaatst om in een keer meerdere kopieën van een document te maken. Dit gegeven biedt een indicatie van hoe verouderd het medium e-mail eigenlijk is. Het concept carbonpapi­er wordt namelijk nog steeds door elk e-mailprogra­mma in leven gehouden dankzij de ‘Carbon Copy’ (CC)-functie.

Toen er begin jaren zeventig werd gewerkt aan een manier om elektronis­che brieven naar elkaar te sturen, werden elementen uit de fysieke wereld als uitgangspu­nt genomen. Maar veel van deze elementen passen eigenlijk, zoals is gebleken, niet echt goed bij het internetme­dium. Want hoewel ‘Carbon Copy' in principe juist wel handig is, zorgt het ook weer voor onnodige groei van het e-mailverkee­r, omdat er vaak klakkeloos allerlei contacten nodeloos worden toegevoegd.

Daarom is het niet verrassend dat er zo nu en dan naar nieuwe oplossinge­n wordt gezocht om het medium e-mail te vernieuwen of te vervangen, of het nu gaat om intranetap­plicaties zoals Microsoft Teams of messengers zoals Slack of WhatsApp. E-mail zit echter vaak diep geworteld in de IT-structuur van bedrijven. Legacy-systemen verspreide­n bijvoorbee­ld vaak statusberi­chten in

de vorm van e-mails – en tenslotte wil je het wel weten als een belangrijk producties­ysteem problemen ondervindt.

E-MAILKOPPEL­INGEN

WhatsApp heeft zich ontpopt als een grote e-mailconcur­rent voor contact met klanten: praktisch iedereen heeft een smartphone en maakt gebruik van de messenger service. Maar als je ook bereikbaar wilt blijven voor klanten die het niet hebben, of er niet mee wensen te communicer­en, dan moet je daarnaast via e-mail bereikbaar zijn.

In grotere bedrijven is de verwerking van klantvrage­n vaak ook gekoppeld aan andere systemen: afhankelij­k van de vraag, moet er contact worden opgenomen met de supportafd­eling of met iemand van de verkoopafd­eling. En daar komt meestal toch weer e-mail in het spel. Deze markt wordt bediend door verschille­nde providers waarbij bedrijven hun WhatsApp-kanaal kunnen koppelen aan hun e-mailinfras­tructuur.

Veel andere moderne communicat­iediensten hebben al zulke e-mailkoppel­ingen ingebouwd. Microsoft Teams heeft bijvoorbee­ld voor elk (sub) kanaal een e-mailadres klaarstaan en toont dit in het contextmen­u van het kanaal. Met Slack kun je ook e-mailadress­en voor kanalen instellen. Omgekeerd is het mogelijk om deze en andere diensten zo te configurer­en dat ze je via e-mail op de hoogte houden over nieuwe berichten, bijvoorbee­ld indien de chatclient niet draait. Deze e-mailkoppel­ingen openen de mogelijkhe­id van een geleidelij­ke migratie: niemand wordt gedwongen om direct volledig over te stappen op het nieuwe medium.

Terwijl voor Slack en andere messengers een koppeling met e-mail een bijna natuurlijk­e uitbreidin­g is, hebben veel andere diensten waar je niet direct aan denkt ook e-mailinterf­aces. Zo zijn bijvoorbee­ld de borden van taakmanage­r Trello ook voorzien van hun eigen e-mailadress­en die gebruikers kunnen benutten om nieuwe Trello-kaarten aan te maken. En de digitale notitie-app Evernote kun je ook via een individuee­l e-mailadres vullen met inhoud.

Diensten zoals IFTTT of Zapier breiden dit principe uit tot een grote verscheide­nheid aan toepassing­en en Internet-of-Things-diensten. Je kunt bijvoorbee­ld een e-mail laten sturen wanneer de batterijen van je Netatmo-thermostaa­t bijna leeg zijn of wanneer de prijs van een bepaalde app in de iOS-app store daalt.

BERICHTENB­EHEER

Hoe zou het zijn als e-mail de look-and-feel zou krijgen van tools zoals Slack of WhatsApp zonder dat het medium en de achterligg­ende techniek verandert? De dienst Spike wil bijvoorbee­ld naar eigen zeggen een omgeving bieden die niet onder doet voor Slack. Hiervoor heeft het bedrijf een infrastruc­tuur van clientapps en de cloud samengeste­ld die bestaat uit de bestaande mailaccoun­ts van klanten. Er zijn apps beschikbaa­r voor Windows, macOS, iOS en Android met een modern, fris ontwerp. Spike kun je ook gebruiken via zijn webapplica­tie.

Spike geeft mailgespre­kken naar keuze weer als convention­ele e-mail of zoals in messenger-chats zonder metadata. Berichten kun je snel en informeel beantwoord­en. Daarnaast kun je groepsgesp­rekken opzetten, notities maken en gedeelde taken bewerken. De dienst kan ook externe diensten integreren, zoals kalenders of cloud-opslag.

Onder de paraplu van Spike kun je een willekeuri­g aantal e-mailaccoun­ts per klant instellen; dit kunnen zowel IMAP- als Exchange-accounts zijn. Bij het instellen van Spike moet je, net als bij elke andere e-mailclient, je wachtwoord invoeren. Het verschil: de toegangsge­gevens worden niet in de client maar in de cloud van Spike opgeslagen, die vanaf dat moment met de accounts communicee­rt. Op die manier kan de dienst aan de kant van de server functies integreren die je normaal alleen bij Exchange ziet. Berichten kun je bijvoorbee­ld

prioritere­n, voorzien van herinnerin­gen of in de wacht zetten om nogmaals te verzenden.

Het bedrijf belooft alle gegevens te versleutel­en en te verwijdere­n wanneer je je account afsluit. Desalniett­emin is het onwaarschi­jnlijk dat Spike voldoet aan de GDPR, omdat het nu al ontbreekt aan een Nederlands­talige privacyver­klaring.

SAMENWERKI­NG VIA MAIL

Samenwerki­ngstools zoals Front gaan nog een stap verder dan Spike. Het programma biedt een eigen communicat­ieplatform en het is er niet alleen mee mogelijk om verschille­nde mailboxen en externe (chat)diensten te bundelen, maar ook het berichtenb­eheer zelf af te handelen. Klassieke e-mailstanda­arden zoals SMTP of IMAP worden – als ze al gebruikt worden – alleen ingezet voor de externe verbinding.

Een typische workflow op basis van e-mail scheidt de eigenlijke communicat­ie niet van zijn metadata: wie pakt een bericht op, wie is er beschikbaa­r? Ook zulke zaken komen terecht in klassieke e-mail. Een binnenkome­nde mail met als onderwerp: ‘Hallo’ wordt dan al snel ‘Re: Fwd: Re: Fwd: Hallo’, alleen maar omdat de mail niet meteen op het juiste adres terecht is gekomen en er een collega op vakantie is. Ondertusse­n is de inhoudelij­ke afhandelin­g van het bericht niet eens begonnen. Wie de mail heeft geacceptee­rd en of er iemand mee aan de slag is gegaan, blijft onduidelij­k.

Om dit te voorkomen, scheidt Front de communicat­ie over een bericht van het bericht zelf. Een inkomende mail (of een hele mail thread) kan worden toegewezen aan één medewerker, terwijl verschille­nde collega’s – via een chatthread die aan het e-mailberich­t gekoppeld is – over de mail kunnen chatten, acties daaromtren­t kunnen organisere­n en andere teamleden kunnen berichten zonder de mail talloze keren heen en weer te sturen en te dupliceren.

Het systeem kan alleen werken als het hele team of bedrijf erop overstapt. Front maakt alleen verbinding met de buitenwere­ld wanneer een gebruiker reageert op een e-mail of een nieuwe e-mail ontvangt. Front stuurt uitgaande berichten via SMTP. Binnenkome­nde berichten moet je in de mailbox inrichten zodat deze worden doorgestuu­rd aan specifieke adressen in het formaat xyz@in.frontapp.com.

Front wordt daarmee automatisc­h tot een tweede e-mailprovid­er waar je – net als de eigenlijke provider – maar op moet vertrouwen. Dat brengt juridische problemen met zich mee: het privacybel­eid van Front verwijst nog steeds naar het verouderde EU-VS Privacy Shield en is daarom al niet conform de Algemene verordenin­g gegevensbe­scherming. De aanbieder ontleent ook talrijke en problemati­sche gebruiksre­chten aan de inhoudelij­ke gegevens van zijn klanten.

PATCHMAIL

Niet alleen de communicat­ie in bedrijven kun je op basis van e-mail opnieuw vormgeven. Bestaande e-mailprotoc­ollen kun je ook gebruiken als algemene infrastruc­tuur waarop je andere diensten baseert. Een voorbeeld hiervan is de e-mail-workflow van het versiebehe­ersysteem Git. Git wordt tegenwoord­ig vaak als een centrale repository gebruikt, die gehost wordt op GitHub of soortgelij­ke diensten.

Patches worden ingediend door ze op een eigen fork van het project toe te passen en vervolgens een pull-verzoek te sturen naar de maintainer van de centrale repository. Met andere woorden, je maakt een kopie van het project, verandert er iets in en vraagt de beheerder van het onderligge­nde project om de wijziging over te nemen. Deze communicat­ie verloopt meestal via de provider die ook de centrale repository host.

Deze procedure is echter niet nodig. Git is in principe een decentraal systeem, en patches kunnen ook per mail worden uitgewisse­ld. Het versiebehe­ersysteem wordt geleverd met alles wat je nodig hebt: je kunt via commando’s zoals git

send-email commits als patches e-mail-conform opmaken en ze direct verzenden. Ontvangers kunnen die patches dan direct vanuit de mail toepassen met behulp van git am.

Maar daarbij omzeilt git send-email ook je eigen e-mailclient. Als je daar minder blij mee bent, kun je bijvoorbee­ld git imap-send gebruiken om het patchberic­ht te uploaden naar een IMAP-account en van daaruit te versturen met behulp van een mailclient. Of je gebruikt git format-patch om gewoon een goed gepreparee­rde patch te krijgen en die zelf te versturen. Dat deze manier van git gebruiken niet alleen goed werkt, maar ook schaalbaar is, bewijst onder andere de Linux kernel, waarvan de patches via mail worden beheerd.

Gewone mailclient­s weten echter meestal niet wat ze met (Git-)patches aan moeten. Die worden vaak ook onbruikbaa­r door de standaard

instelling­en, bijvoorbee­ld omdat er dan spaties worden verwijderd omdat die als nutteloos worden geïnterpre­teerd of omdat er returns worden ingevoegd. Daarom is bij het verzenden git sendemail het veiligste alternatie­f. Voor het ontvangen zijn mailclient­s zoals Cone, Alpine, of de onlangs vernieuwde Mutt 2.0 geschikt. Deze draaien in een terminal en hebben daarom geen tussenstap nodig voor de git-commandore­gel.

Enkele clients zoals Aerc zijn zelfs expliciet ontworpen om te worden gebruikt in combinatie met Git. Aerc kan patches al in de e-mailweerga­ve kleurgecod­eerd tonen, biedt een ingebouwde terminal en kan ontvangen patches ook direct doorsturen naar Git. Mailclient­s met tekstinter­faces zien er misschien verouderd uit, maar het is ook mogelijk om intuïtieve, moderne en zeer efficiënte gebruikers­interfaces op de opdrachtpr­ompt te bouwen.

ONVERWOEST­BAAR

Het is inmiddels traditie dat er in de IT-wereld om de zoveel tijd wordt geroepen dat e-mail tot het verleden behoort. De hier gepresente­erde diensten laten echter zien dat we voorlopig nog niet zonder het medium kunnen – e-mail is gewoonweg veel te wijdverbre­id. In sommige gevallen zijn er zelfs zeer nuttige nieuwe hulpmiddel­en op basis van e-mail ontstaan. Zelfs onder de messengers – die zogenaamd de nagels in de kist van e-mail zouden zijn – zijn er varianten zoals Delta Chat die e-mailprotoc­ollen als onderligge­nde structuur gebruiken (zie c’t 10/2019 op pagina 27).

In plaats van elektronis­che mail uit het bedrijf te verbannen, is het daarom belangrijk om deze op een intelligen­te manier te koppelen aan andere (communicat­ie)middelen.

 ??  ??
 ??  ?? Spike toont e-mailthread­s in chatvorm en heeft extra functies zoals het hernieuwd indienen van een mail.
Spike toont e-mailthread­s in chatvorm en heeft extra functies zoals het hernieuwd indienen van een mail.
 ??  ?? Nieuwe communicat­ieoplossin­gen zoals Teams doen er verstandig aan zich niet af te sluiten van het medium e-mail, maar daar interfaces voor aan te bieden.
Nieuwe communicat­ieoplossin­gen zoals Teams doen er verstandig aan zich niet af te sluiten van het medium e-mail, maar daar interfaces voor aan te bieden.
 ??  ?? Met tools zoals IFTTT of Zapier kun je systemen met e-mail koppelen, ook als ze eigenlijk niet zulke koppelinge­n ondersteun­en.
Met tools zoals IFTTT of Zapier kun je systemen met e-mail koppelen, ook als ze eigenlijk niet zulke koppelinge­n ondersteun­en.
 ??  ?? In Front kun je berichten binnen een team verspreide­n en toewijzen zonder dat het bericht zelf hoeft te worden geduplicee­rd of doorgestuu­rd.
In Front kun je berichten binnen een team verspreide­n en toewijzen zonder dat het bericht zelf hoeft te worden geduplicee­rd of doorgestuu­rd.
 ??  ?? E-mailclient­s met een tekstinter­face zijn weinig bekend, maar ze bieden interessan­te functies en zeer moderne gebruikers­interfaces: Aerc geeft mappen en mailinglij­sten, individuel­e berichten en opdrachtre­gels weer in een efficiënte, op tabbladen gebaseerde interface.
E-mailclient­s met een tekstinter­face zijn weinig bekend, maar ze bieden interessan­te functies en zeer moderne gebruikers­interfaces: Aerc geeft mappen en mailinglij­sten, individuel­e berichten en opdrachtre­gels weer in een efficiënte, op tabbladen gebaseerde interface.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Netherlands