Koopadvies voor cpu’s, ssd’s en meer
De afgelopen maanden is er veel leuke nieuwe hardware verschenen. We geven tips om de juiste onderdelen te vinden voor je ideale zelfbouw-pc.
Als je van plan bent om je eigen desktop-pc samen te stellen en te bouwen, moet je je eerst een weg banen door het enorme aanbod aan hardwarecomponenten. In dit artikel geven we tips voor het selecteren van de belangrijkste onderdelen zoals de processor, het moederbord, de ssd en het werkgeheugen. In de artikelen hierna staan onze nieuwe bouwvoorstellen en verwijzingen naar eerdere artikelen die nog steeds actueel zijn. In het artikel op pagina 44 leggen we uit welke grafische kaarten het meest geschikt zijn voor de verschillende doeleinden. Uiteraard gelden de aanbevelingen en tips ook bij het kopen van een kant-en-klaar systeem of het upgraden van een bestaande desktop-pc.
Voordat je de hardware selecteert, moet je goed overwegen waar je de pc voor wilt gebruiken. Daarmee kun je voorkomen dat je een pc bouwt die achteraf niet krachtig genoeg blijkt en die je voor veel geld moet upgraden, of dat je een duur prestatiemonster in elkaar zet dat uiteindelijk de meeste tijd nauwelijks iets staat te doen – maar wel veel energie verbruikt.
Het is meestal geen goed idee om een kant-enklare pc te kopen en die meteen om te bouwen. Je combineert dan de nadelen van beide concepten: enerzijds verspeel je de garantie die de fabrikant op een functionerend compleet systeem inclusief besturingssysteem en drivers geeft. Bovendien loop je snel tegen beperkingen aan, bijvoorbeeld omdat er maar twee DIMM-sloten op het moederbord zitten of de voeding niet voldoende aansluitingen heeft voor een krachtige grafische kaart.
MEER KERNEN, MEER PRESTATIES
De belangrijkste kenmerken van de configuratie worden bepaald door de processor en het bijbehorende platform. Naast het maximaal mogelijke rekenvermogen bepalen ze ook het type en het aantal interfaces voor USB, SATA en PCI Express. Bij de huidige desktop-pc’s heb je in principe de keuze tussen het AM4-platform voor de Ryzen-processors van AMD en het LGA1200-platform voor de Core i-cpu’s van Intel. Daarnaast hebben beide fabrikanten met respectievelijk de Ryzen Threadripper (TRX40) en Core X (LGA2066) nog uitgebreidere high-end series in hun assortiment, die nauw verwant zijn aan workstationprocessors.
Los van workstation-cpu’s bieden de fabrikanten een zeer ruime keuze in verschillende prestatieen prijsklassen, van de zuinige dualcore Celeron G5900 van 40 euro tot de 16-core Ryzen 9 5950X, die 900 euro kost. Maar welke processor moet je hebben? Dat hangt in de eerste plaats af van de applicaties die op de computer moeten draaien. Voor pure kantooren internettaken of het afspelen van video’s is een goedkope dualcore-processor al voldoende. Daarvoor volstaan een Celeron G5900 of Athlon 3000G. Beide bevatten ook een grafische eenheid. Daarmee bespaar je de kosten en energie van een grafische kaart. Bovendien maken die cpu’s extreem compacte systemen mogelijk, zoals ons bouwvoorstel van vorig jaar voor een 7 watt mini-pc [1].
Voor een actuele allround- of gaming-pc heb je minstens een quadcore nodig met simultaneous multithreading (SMT, bij Intel Hyper-Threading/HT) – en liever nog een hexacore. Die cpu’s kosten 80 tot 200 euro en bieden een goede prijs-prestatieverhouding. De onlangs geïntroduceerde Core i3-10100F met vier kernen van ongeveer 90 euro en AMD’s Ryzen 3 3100 tegenhanger van 100 euro zijn interessante kandidaten voor een budget gaming-pc. De Ryzen 5 3600 van 190 euro en de Core i5-10400F met zes kernen van 165 euro spelen een halve klasse hoger. Bij die modellen ontbreekt echter wel de geïntegreerde gpu. Die zit wel in Intels 30 euro duurdere Core i510400 zonder F.
De situatie bij AMD is op dit moment een beetje lastig, omdat er net een generatiewissel plaatsvindt. Van de nieuwe Ryzen 5000-cpu’s met de Zen 3-kernen, die vooral sneller zijn bij singlethreading, zijn momenteel alleen de dure high-end versies voor meer dan 300 euro verkrijgbaar (zie c’t 1-2/2021 op pagina 124). Bovendien heeft AMD de Ryzen 4000G-serie comboprocessors, die nauw verwant zijn aan de Ryzen 3000, nog steeds niet vrijgegeven voor de detailhandel. Die zijn echter wel interessant voor veel gebruikers die niet willen gamen en geen grafische kaart nodig hebben. AMD levert ze primair aan pc-fabrikanten en het is onzeker of dat binnenkort zal veranderen.
Cpu’s als de Ryzen 5 Pro 4650G en de Ryzen 7 4750G zie je nog wel eens opduiken bij online retailers, maar dan alleen als zogenaamde tray-varianten
zonder garantie en koeler, maar wel voor een flinke meerprijs.
Als je op zoek bent naar nog hogere prestaties voor het renderen of compileren van grote softwareprojecten, biedt Intel cpu’s met tien cores voor het LGA1200platform, zoals de Core i9-10850K en Core i9-10900K. AMD loopt echter ook in dat segment voorop. Voor het AM4-platform zijn cpu’s met 16 kernen verkrijgbaar zoals de Ryzen 9 5950X. De genoemde cpu’s kosten 450 tot 900 euro. Voor gamers bieden ze meestal geen voordelen omdat 3D-games vooralsnog maar een beperkt aantal kernen en threads benutten. Het prijsverschil tussen cpu’s met zes of acht kernen kun je dan beter investeren in een krachtigere grafische kaart.
Voor nog meer rekenkracht zijn er de Ryzen Threadripper-processors, die tot maximaal 64 kernen en 4- en 8-kanaals geheugeninterfaces hebben. Die modellen zijn vooral interessant voor professionele gebruikers. Bovendien passen ze niet op AM4-moederborden, maar moet je uitwijken naar de duurdere en krachtigere TRX40- en WRX80-moederborden. De prijzige Core X- en Xeon W-processors van Intel voor LGA2066- en LGA3647-sockets zijn alleen de moeite waard voor specifieke
toepassingen, die bijvoorbeeld bepaalde AI-functies of AVX-512 gebruiken.
Ongeacht je voorkeursplatform raden we je niet aan nu een goedkope cpu aan te schaffen met het idee die binnen enkele jaren te vervangen door een snellere. Intel stapt om de twee tot drie jaar over op nieuwe socket-versies. De oudere Core i-processors verdwijnen daarna redelijk snel uit de schappen en dalen voor die tijd ook niet noemenswaardig in prijs. AMD gebruikt sinds begin 2017 al wel dezelfde AM4-socket voor Ryzen-processors, maar de eerste generatie serie 300-moederborden ondersteunen de Ryzen 5000-cpu al niet meer.
Bovendien is het einde van het AM4-platform in zicht. Dat zal waarschijnlijk nog maximaal twee jaar meegaan, tot de overstap naar DDR5-RAM werkelijkheid wordt. Daarom kun je beter meteen een cpu kopen die nog voldoende reserves heeft voor de gemiddelde levensduur van vijf tot zes jaar.
STABIELE BASIS
De keuze van de processor bepaalt indirect ook andere belangrijke functies. Die omvatten de snelheid en het aantal PCI Express-lanes, en de usb- en sata-poorten. AMD heeft daar een voordeel ten opzichte van Intel. Moederborden met een B550- of X570-chipset ondersteunen bijvoorbeeld PCI Express 4.0 en de Ryzen-processors bieden voldoende PCIe-lanes om een NVMessd met vier threads rechtstreeks met de cpu te verbinden. Het belangrijkste verschil tussen de chipsets is dat bij de X570 ook de PCIe-poorten van de chipset in de PCI 4.0-modus draaien en de chipset meer USB 3.2- en SATA 6G-poorten biedt. Het nadeel is dat er dan een extra ventilator op het moederbord nodig is door het hogere energieverbruik. Voor de meeste gebruikers zal een moederbord met een B550-chipset volstaan. De goedkoopste modellen kosten minder dan 70 euro en zijn dus nauwelijks duurder dan die met de goedkope chipset A520.
Op de LGA1200-moederborden voor de Core i-10000 zitten de Intel 400-serie chipsets. De verschillen tussen de goedkope varianten H410 en B460 zijn vrij klein. Usb met 10 Gbit/s is daarentegen alleen beschikbaar op modellen met de duurdere H470en Z490-chipsets. Bij die laatste maakt Intel ook overklokken van de K-processors mogelijk. Qua mogelijkheden blijft het huidige Core i-platform achter bij dat voor Ryzen. Omdat de cpu’s slechts 16 PCIe-lanes bieden, worden M.2-ssd’s doorgaans met de chipset verbonden en moeten ze de krappe DMI-verbinding met de processor met alle andere interfaces delen.
Een voordeel van de Core i-chips en de bijbehorende moederborden is dat ze nog steeds beduidend minder energie verbruiken dan Ryzen-systemen. Voordelige LGA1200-moederborden met onboard graphics kunnen tot minder dan 15 watt verbruiken, terwijl AM4-moederborden met
Ryzen-comboprocessors door hun chipset minstens 20 watt nodig hebben. Omdat de meeste Ryzen-cpu’s geen geïntegreerde gpu hebben, stijgt het energieverbruik van een idle desktop door de benodigde grafische kaart naar 25 tot 35 watt.
Bij het kiezen van een moederbord moet je erop letten dat je je niet te zeer blind staart op bepaalde functies of aansluitingen. Dat beperkt de keuze en vaak blijven er alleen dure speciale modellen over, die meer compromissen vereisen en vatbaarder zijn voor fouten. Functies zoals bluetooth en wifi kun je eenvoudig achteraf toevoegen met een PCIe-uitbreidingskaart of extern via een usb-stick. Met een betaalbare sata-controllerkaart kun je extra schijven aansluiten.
SNEL GEHEUGEN
Je kunt eenvoudig zelf bepalen hoeveel werkgeheugen je nodig hebt voor je nieuwe computer. De makers van software en 3D-games specificeren onder andere de noodzakelijke systeemeisen. Je kunt ook aan de hand van het Windows Taakbeheer of soortgelijke hulpmiddelen bij een Linuxdistributie bepalen hoeveel RAM je huidige computer gebruikt en op basis daarvan inschatten hoeveel je nodig zult hebben. Omdat RAM momenteel nog steeds goedkoop is, adviseren we 8 GB voor kantoorcomputers, 16 GB voor allround-pc’s en 32 GB voor geheugenvretende toepassingen zoals het draaien van virtuele machines.
Momenteel is DDR4-RAM de standaard voor alle platforms. De meeste Ryzenprocessors ondersteunen volgens de specificatie DDR4-3200. Het aanbod aan JEDECconforme modules met 1,2 volt spanning is inmiddels aanzienlijk verbeterd. Overklokmodules met XMP vereisen daarentegen vaak 1,35 volt, wat niet elk moederbord levert. Bovendien stellen veel moederborden bij het inschakelen van het XMP-profiel
ook andere processorbesturingsvariabelen vast die niets met het werkgeheugen te maken hebben, zoals I/O-spanningen en turbomodi. Dat kan het energieverbruik verhogen.
Bij een volledige bezetting met dual-rankmodules, meestal met een capaciteit van 16 en 32 GB, is de belasting voor de geheugencontroller zo hoog dat een stabiele werking met DDR4-3200 niet altijd mogelijk is. AMD garandeert alleen DDR4-2666 voor Ryzen 3000 en 5000 processors in de maximale configuratie, maar ook hogere snelheden draaien betrouwbaar afhankelijk van de kwaliteit van het moederbord.
De snellere Intel-processors vanaf Core i7 kunnen DDR4-2933 aan. Er zijn echter maar relatief weinig modules van die snelheidsklasse op de markt. In plaats daarvan kun je prima voor DDR4-3200 RAM kiezen, het moederbord stelt dan meestal de correcte lagere snelheid in. Core i5-cpu’s en lager ondersteunen DDR4 2666-snelheden.
Wanneer je geheugenmodules kiest, let er dan goed op dat die niet gebufferd zijn (UDIMM). Registered DIMM (RDIMM) met extra bufferchips draaien alleen op serverplatforms. Als je de geheugenbescherming wilt gebruiken op een desktop-pc, moet je dure ECC-UDIMM’s aanschaffen – mits het platform dat ook ondersteunt.
Bij Intel is dat een stuk duidelijker: de consumentenchipsets en Core i-processors ondersteunen het gewoon niet. Je hebt daar een workstation-moederbord met een C-serie chipset voor nodig, in combinatie met een Celeron G-, Pentium Gold- of Xeonprocessor.
De meeste Ryzen-processors ondersteunen ECCRAM, maar AMD heeft het AM4-platform daar officieel nog niet voor vrijgegeven, dus dat hangt dan af van het individuele moederbord. Bovendien hebben lezers ons gemeld dat de geheugenbescherming na een BIOS-update op sommige moederborden niet meer actief was. Als je het zekere voor het onzekere wilt nemen, moet je het duurdere TRX40-platform voor de Ryzen Threadripper gebruiken.
FLINKE OPSLAG
Het besturingssysteem, de applicaties en je bestanden hebben een geschikt opslagmedium in de nieuwe pc nodig. Een snelle ssd wordt aanbevolen voor het systeem en de programma’s, waarbij je nog kunt profiteren van de prijzen die het afgelopen jaar gedaald zijn. Wat de prijs per gigabyte betreft zit de sweetspot nu bij capaciteiten van 1 tot 2 TB. Modellen met een lagere capaciteit zijn alleen de moeite waard voor goedkopere kantoorcomputers, omdat actuele 3D-games zoals Call of Duty: Warzone en Microsoft Flight Simulator 2020 elk al meer dan 100 GB in beslag nemen.
Er zijn verschillende formaten waar je uit kunt kiezen: ssd’s met het klassieke 2,5-inch formfaat met sata-interface en M.2-insteekkaartjes. Die laatste zijn zowel met een sata- als met de beduidend snellere PCI Express-interface beschikbaar. Terwijl SATA-6G beperkt is tot ongeveer 550 MB/s, is met vier PCIe 3.0-lanes tot 3,5 GB/s mogelijk. Sinds ongeveer een jaar zijn er ook ssd’s verkrijgbaar met de nieuwe PCI Express 4.0-standaard, die meer dan 7 GB/s kunnen leveren. De prijzen van sata- en PCIe-ssd’s zijn inmiddels bijna gelijk, alleen de zeer snelle modellen kosten twee keer zoveel. Het nadeel: de hogere snelheid van PCIe 4.0-ssd’s ten opzichte van PCIe 3.0-modellen is slechts bij enkele toepassingen merkbaar.
Bij het kiezen van een M.2-ssd moet je vooraf goed controleren voor welk type het M.2-slot op het moederbord geschikt is. Sommige slots ondersteunen alleen sata-ssd’s of alleen PCI Express. Ook delen sommige moederborden verbindingen met de
sata-poorten, waardoor er slechts twee van de vier PCIe-lanes actief zijn wanneer je meerdere sataschijven aansluit.
Een extra harde schijf is alleen de moeite waard als je grote hoeveelheden bestanden goedkoop wilt opslaan. Als je meerdere computers in het huishouden hebt, is het handiger een centraal opslagsysteem te gebruiken zoals een kant-en-klare NAS of zelfbouw-thuisserver, zoals we hebben beschreven in [3]. Ongeacht of je nu een harde schijf of een ssd gebruikt, je moet altijd denken aan een back-up. Een externe usb-harde schijf waarop je regelmatig een back-up maakt van je bestanden is altijd goedkoper dan het inhuren van een professionele dataherstelservice als er iets mis gaat.
Als je nog steeds optische media gebruikt zoals cd’s en dvd’s, of sd-kaarten, kun je het beste een extern usb-station en externe kaartlezer gebruiken. Die kun je indien nodig snel aansluiten en ook gebruiken voor een andere pc of laptop. De meeste moderne pc-behuizingen beschikken niet meer over extern toegankelijke 5,25-inch bays die je nodig hebt voor een optische drive. Die ruimte wordt gebruikt voor een betere luchtdoorstroming in de pc.
KLEINE ENERGIECENTRALES
Alle componenten hebben energie nodig en dat levert de pc-voeding. Standaard hiervoor is het ATX-formaat, dat niet alleen de afmetingen bepaalt, maar ook de aansluitingen. Bij een aankoop moet je erop letten dat de voeding krachtig genoeg is voor het te verwachten verbruik, inclusief een beetje extra speelruimte. Onnodig zware voedingen zijn duurder en minder zuinig als ze maar deels belast worden. Voor systemen met geïntegreerde graphics is een voeding van 300 tot 400 watt prima. Voor veeleisende gamesystemen heb je een voeding van minimaal 500 watt nodig, vooral als er naast de grafische kaart ook een energieverslindende processor in het systeem zit zoals een Core i9-10900K of een Ryzen Threadripper, die alleen al meer dan 250 watt verbruikt.
Het 80Plus-logo geeft informatie over de efficientie van de stroomvoorziening. 80plus Bronze is inmiddels zo’n beetje de minimale standaard, maar veel betere modellen met 80plus Gold zijn niet zo heel veel duurder. Aan de andere kant loont het niet de moeite om prijzige Platina- of Titanium-voedingen te kopen, die met zeer krachtige transformatoren zijn uitgerust. Die presteren echter niet beter bij lage belastingen, omdat de 80Plus-standaard daar niets over specificeert.
De energie die een pc ingaat, moet er ook weer uitkomen: vooral in de vorm van warmte. Om te voorkomen dat de componenten oververhit raken, moet je een behuizing hebben met zo groot mogelijke openingen en ten minste één, maar liever twee grote ventilatoren. Helaas worden er nog steeds weinig midi-torens geleverd met PWM-ventilatoren met een vierpins aansluiting, zoals die ook voor cpu-koelers gebruikt worden. Die kunnen beter worden geregeld dan ventilatoren met een 3-pins aansluiting. Afhankelijk
van je designvoorkeur is er een gigantisch aanbod beschikbaar waar je uit kunt kiezen. Als de bijgeleverde ventilatoren te luid zijn, kun je vervangende modellen met een diameter van 12 of 14 cm al kopen voor minder dan 10 euro.
Als je wilt afwijken van onze bouwsuggesties en in plaats daarvan op zoek gaat naar andere onderdelen, blader dan eens door de c’t-edities van de afgelopen maanden. Daarin staan tal van tests van moederborden, ssd’s, processors, voedingen en behuizingen. Welke onderdelen of bouwsuggestie je ook kiest – we wensen je veel plezier bij je zelfbouwproject!
Literatuur
[1] Carsten Spille en Daniel Dupré, Zuinige 7-watt mini-pc, c’t 3/2020, p.46
[2] Benjamin Kraft, Intel NUC10i7FNH, hexa-mini-pc, c’t 5/2020, p.22
[3] Carsten Spille en Marco den Teuling, Flexibele thuisserver met ECC-werkgeheugen, c’t 11/2020, p.102