Bouwvoorstel voor een betaalbare full-hd gaming-pc
Zelfs met een minder groot budget bouw je een pc waarmee je games in full-hd vloeiend kunt spelen. Je hoeft niet te besparen op geheugen of snelle opslag, en de pc doet zijn werk bovendien fluisterstil. Vanaf 700 euro aan hardware kun je aan de slag
Ook voor pc-kopers met een krapper budget valt er genoeg leuks bij elkaar te sprokkelen. Er zijn eindelijk ook nieuwe processors en grafische kaarten in het instapsegment die soepel gamen in full-hd (1920 × 1080) op hoge detailniveaus mogelijk maken.
Een van die nieuwe releases is de Radeon RX 5500 XT van AMD’s eerste Navi-generatie. Hij levert ongeveer dezelfde prestaties als een RX 590, maar gaat veel efficiënter te werk. Met 8 GB grafisch geheugen heeft hij meer reserves dan Nvidia’s even snelle GeForce GTX 1660 met 6 GB. In die prijsklasse moet je het wel doen zonder de fancy hardwareversnelde raytracing. We kozen in dit geval voor de Sapphire Pulse Radeon RX 5500 XT, die zo rond de 240 euro kost. Die kaart blijft fluisterstil, zelfs bij een volledig opengetrokken trukendoos – zolang je hem maar in de stille modus laat draaien tenminste. Je hoeft alleen maar het kleine schuifje op de rand van de kaart om te zetten.
Bij de keuze voor de processor werd het al wat lastiger. Dat het een quadcore moest zijn met SMT (Simultaneous Multi-Threading, bij Intel HyperThreading genoemd) was na het lezen van het artikel over core-scaling bij games wel duidelijk [1]. Er werd op de redactie echter hevig gediscussieerd over de vraag of de cpu uit de stal van AMD of Intel moest komen, aangezien beide fabrikanten gelijkwaardige cpu’s leveren.
AMD heeft het voordeel wat betreft prestaties bij programma’s en kan de modernere B550-chipset met ondersteuning voor PCIe 4.0 als pluspunt in de strijd werpen. De chipset ondersteunt ook de Zen 3-processoren, die een prestatieverbetering brengen, vooral bij games [2]. Moederborden met de goedkopere, maar tot PCIe 3.0 ‘beperkte’ A520-chipset waren nog steeds even duur als de B550’s op het moment dat we de systemen samenstelden, en daarom hebben we ze niet meegenomen.
Intel gaat in de tegenaanval met een lager energieverbruik en een wat lagere prijs. Vreselijk veel maakt het niet uit, uiteindelijk komt het verschil uit op zo’n 50 euro. De H410-chipset is wat kariger dan de B460 en vooral de H470/Z490, maar hij voldoet prima voor onze gamingdoeleinden.
Uiteindelijk hebben we besloten voor allebei de scenario’s te gaan. We hebben de Ryzen 3 3100, een Zen 2 cpu vervaardigd met het 7nm-proces, in het AMD-systeem geplaatst. Hij draait tot 3,9 GHz in turbo en heeft een indrukwekkende 16 MB L3cache. Het Gigabyte B550M S2H-moederbord is een vrij goedkope vertegenwoordiger van zijn genre, die slechts een paar compromissen sluit.
Het hart van het Intel-systeem is de Core i310100F zonder geïntegreerde grafische eenheid uit de Comet Lake-serie. Hij is gebaseerd op Intels inmiddels vijf jaar oude Skylake-architectuur en wordt nog steeds vervaardigd in het 14nm-proces. De kloksnelheid loopt van 3,6 tot 4,3 GHz, en het feit dat hij zowel een turbo als Hyper-Threading heeft is een noviteit voor een i3-processor. Alleen dat al maakt hem concurrerend met de Ryzen 3. We gebruikten daar het Gigabyte H410M S2H moederbord voor, dat een goede indruk achterliet in onze review van goedkope moederborden [3].
De goedkope hexacore Ryzen 5 2600 hebben we niet overwogen, want die haalt minder rekenkracht per kloktik en wordt niet officieel ondersteund door de B550-chipset. Momenteel kunnen B550-moederborden waarschijnlijk nog steeds opstarten met die cpu, maar het risico dat AMD de ondersteuning van de AGESA-code zal verwijderen neemt toe met elke BIOS-update.
SNELLE SSD, VEEL GEHEUGEN
De lage prijs voor beide moederborden is alleen haalbaar door te bezuinigen op enkele functies. Zo hebben de moederborden de relatief eenvoudige Realtek ALC887-audiochip, die toch 5.1 surround-geluid produceert en een zeer goed figuur slaat bij de afspeelmetingen. Alleen de audio-ingang mist dynamiek, maar dat maakt voor voice-chat in een game niet uit.
Bovendien hebben de moederborden slechts twee geheugenslots. Wat vorig jaar een ‘nee’ zou zijn geweest, is dit keer dankzij de gunstige geheugenprijzen geen groot probleem. We rusten de computers uit met 16 GB RAM in de vorm van twee modules van 8 GB. Bij Intel gaan we voor DDR4-2666, bij AMD nemen we DDR4-3200. Het Crucial-geheugen is misschien niet het snelste wat te krijgen valt, maar het heeft genoeg aan 1,2 volt.
Aan de andere kant vertrouwen geheugenmodules van andere fabrikanten graag op XMPprofielen, die vaak het voltage van het geheugen verhogen. Sommige moederbordfabrikanten activeren stiekem een of andere overklokfunctie met XMP, wat het energieverbruik opdrijft.
Het is ook geen groot struikelblok dat de moederborden geen USB-C hebben. Het is vervelender dat USB 3.0 het maximum is, vooral omdat niet alleen de Ryzen 3 3100, maar ook AMD’s B550-chipset een USB 3.2 Gen 2 controller bevat voor dataoverdracht met 10 Gbit/s.
Als ssd kozen we voor de Kingston A2000 met 500 GB voor een goede 50 Euro [4]. Die NVMe-ssd met TLC NAND-flash (Triple-Level Cell) haalt lees- en schrijfsnelheden van 2,3 en 2,1 GB/s in het AMD-systeem. Omdat de H410-chipset van het Intel systeem het M.2-slot slechts met twee PCIe-lanes verbindt, haalt hij daar slechts 1,7 en 1,6 GB/s, wat nog steeds aanzienlijk sneller is dan de ssd’s met een SATA-aansluiting. Dat is ook nog het geval wanneer de snelle cache is uitgeput, want dan daalt de schrijfsnelheid (zoals bij veel TLC-ssd’s), maar ligt hij met 600 MB/s nog steeds boven het SATA-niveau. Een ander voordeel van het M.2-formaat: er hoeven twee kabels minder door de behuizing te worden geleid.
KOEL EN STIL
We kopen de processors bij voorkeur in de boxed-versie vanwege de betere garantievoorwaarden, niet voor de bijgeleverde koeler. Die is vaak vrij lawaaierig onder belasting en produceert bij de hoogste snelheid al helemaal een bak herrie. In plaats daarvan wordt de Alpenföhn Ben Nevis Advanced van EKL gebruikt. Die torenkoeler levert met zijn 130mmventilator en vier heatpipes veel koelvermogen voor een bescheiden prijs en blijft (in combinatie met onze aangepaste ventilatorcurve) altijd zo stil dat je hem zelfs in stille omgevingen meestal niet hoort.
De voeding is de 400 watt System Power 9 voeding van be quiet geworden, die goede prestaties biedt voor zijn geld en vrijwel geluidloos is. De tweede PCIe-voedingsconnector maakt het mogelijk om later een krachtigere grafische kaart aan te sluiten, zolang die binnen het energiebudget van de voeding past.
De verzameling aan hardware zit in de minitowercase Aero One Mini van Aerocool gestopt. De voorkant ziet er geweldig uit met zijn gelaagde ontwerp en gaaslook, terwijl het glazen zijvenster op elk moment zicht biedt op de geïnstalleerde onderdelen. De voeding zit in zijn eigen aparte ruimte, waar je ook de kabels die je niet gebruikt in kunt opbergen. Er is ook een bracket die met rubbertjes is losgekoppeld van de rest van de behuizing, waarin een 3,5-inch harde schijf of twee 2,5-inch schijven kunnen worden geplaatst, bijvoorbeeld voor storage voor alles wat niet games-gerelateerd is. Er kunnen nog twee 2,5-inch ssd’s op de moederbordtray worden geschroefd. Hij heeft ook verschillende openingen om kabels achter de tray door te voeren en zo meer orde te scheppen.
Aan de achterkant zit zich een ventilator van 120 millimeter, die is aangesloten op het moederbord en zorgt voor de afvoer van warme lucht. Als je wilt kunnen er twee 120mm-fans of een 240mm-radiator van een waterkoelingssysteem onder de bovenkant van de kast en aan de voorkant worden gemonteerd.
Aerocool heeft de case ook in een witte versie met een zwarte voor- en achterkant. Voor een kast met een venster zou een beetje leuke verlichting ook een goed idee zijn, bijvoorbeeld met ARGB-strips. De connectors daarvoor zijn alleen te vinden op het AMD-moederbord, de Intel-versie heeft in plaats daarvan een niet instelbare RGB-connector.
Met de RGB-versie van de Ben Nevis Advanced voeg je voor een bescheiden meerprijs ook een subtiele lichtshow toe aan de kastinhoud. De lichtshow van de verlichte koeler wordt bediend met een bedrade knop, die niet op het moederbord is aangesloten maar op een van de molex-connectors, wat weer extra kabels oplevert.
BUDGET
Als je puur de kosten voor de hardware bekijkt, kom je op het moment van schrijven uit op net geen 700
euro voor het systeem met de Intel-cpu. De AMDvariant kost een paar tientjes meer en komt uit op ongeveer 740 euro. Aangezien de prijzen voor bepaalde hardware heftig fluctueert en hardware soms ineens slecht verkrijgbaar is, is dat slechts een indicatie.
De meeste gamers zullen Windows 10 als besturingssysteem gebruiken. Windows 10 Home zul je dan voor 110 euro nog bovenop de prijs moeten tellen. Het kan echter ook goedkoper door de activeringssleutel van een ongebruikte Windows 7-licentie in te voeren bij de Windows 10-installatie. Let op bij ‘te goedkope’ licenties bij allerlei vage online shops. Linux kun je daarentegen gratis krijgen, en je kunt het in ieder geval een tijdje proberen.
Veel ontwikkelaars porten hun spellen ook naar naar Linux. Bij de test draaiden beide systemen met Ubuntu Linux 20.04 LTS en 20.10 zonder bijverschijnselen.
PERFORMANCE EN GELUIDSPRODUCTIE
Beide gaming-pc-varianten kunnen games vloeiend weergeven in full-hd en onderling is er maar weinig verschil. In Shadow of the Tomb Raider en Far Cry 5 halen ze bij ultra als detailniveau 65 en een goede 80 fps (frames per seconde). De meer veeleisende titels als Assassin’s Creed Odyssey (setting: Ultra High) en Metro Exodus (setting: High) halen nog steeds rond de 50 fps, maar dat is net te weinig om soepel te mogen heten. Als je een detailniveau omlaag schakelt, zijn er weer minstens 65 fps mogelijk.
Microsofts Flight Simulator 2020 is voor de systemen een lastige noot om te kraken. Als je tevreden bent met het medium detailniveau en TAA (Temporal Anti-Aliasing), levert dat een gemiddelde framerate van 40 fps tot 50 fps op, afhankelijk van de complexiteit. Dat klinkt als weinig, maar is genoeg voor de flightsim. Vliegen in rustig zwevende grote machines is net zo leuk als in kleine, wendbare propellervliegtuigen.
Beide quadcores bieden ook buiten de virtuele 3D-werelden veel prestaties voor het geld. De Core i3-10100F haalt met één thread net geen 450 punten bij Cinebench R20, met alle acht komt hij tot 2152. De Ryzen 3 3100 gaat gelijk op met één thread, maar haalt 2351 punten met acht threads en komt daarmee in de buurt van het niveau van de Core i7-7700K, die ooit bijna vier keer zo veel kostte.
Het Intel-systeem verbruikt bij bijna alle scenario’s minder energie dan zijn AMD-tegenhanger. Het voordeel is in idle en onder volledige cpu-belasting circa 12 watt, en het verschil groeide tot maar liefst 24 watt bij de 3D-game Shadow of the Tomb Raider. Toen we Prime95 en FurMark gelijktijdig op de systemen lieten draaien, kwamen ze uit op 260 watt. Dat was ook het enige scenario waarin de AMD-computer met 0,7 sone luider was dan de Intel-pc. In alle andere gevallen waren de pc’s lekker rustig met een maximum van 0,3 sone.
ALLES INBOUWEN
Neem de tijd voor de installatie: onze ervaring leert dat niet alles de eerste keer lukt, ook al ben je aardig bedreven in pc’s bouwen. Zoek een goed verlicht werkvlak met voldoende ruimte en houd een grote en een kleine kruiskopschroevendraaier binnen handbereik. Een schaal doet goed dienst als tijdelijke opslagplek voor losse kleine onderdelen, zoals de schroeven voor het moederbord.
Let op: als een schroef niet past, vergeet dan niet dat er schroeven met grove en fijne draad worden meegeleverd. Verwijder eerst de twee zijpanelen en duw het I/O-shield van het moederbord van binnenuit in de achterkant van de kast. Oriëntatiehulpje: de drie gaten voor de audio-aansluitingen horen naar beneden te wijzen. Nu moeten er twee afstandsbusjes in de twee met een U gemarkeerde gaten in de moederbordtray worden geschroefd, zodat er onder elk schroefgat van het moederbord een afstandsbusje zit. Aero Cool levert daar een klein plastic stuk gereedschap voor mee dat eruitziet als een thumbscrew. Plaats de voeding in de kast met de fan naar beneden gericht en fixeer hem aan de achterkant met vier schroeven.
Leid vervolgens de kabelboom met de 24-pins ATX-connector door de bovenste van de twee openingen in de moederbordtray. Die met de twee 4pins-connectors duw je door de langwerpige ovale uitsparing in de rechterbovenhoek van achteren gezien. Dan mogen de cpu en de koeler op het moederbord worden gemonteerd. Hierna splitsen we de instructies voor de twee systemen.
AMD-SYSTEEM
Open de houder voor de cpu met het kleine hendeltje naast de socket en plaats de processor zo dat het kleine gouden driehoekje tegen het corresponderende driehoekje aan de rand van de socket ligt. Let op: de pinnen aan de onderkant van de processor zijn kwetsbaar. Duw de hendel dan weer naar beneden.