De browserovermacht van Google
Op het eerste gezicht zijn er genoeg browsers om uit te kiezen. De invloed van Google op de browsermarkt is echter zo groot dat het bedrijf vergaande beslissingen probeert door te drukken die voor iedereen van belang zijn – bijvoorbeeld op het gebied van webstandaarden en tracking.
Bij de oktober-update heeft iedere Windowsgebruiker een nieuwe browser gekregen. Edge is niet zomaar een update van de impopulaire oude, zogenaamde Legacy Edge, maar is gebaseerd op een heel andere technologie. In plaats van de eigen browserengine van Microsoft wordt hij aangedreven door het opensource Chromium met zijn Blink-engine.
Edge bevindt zich dus in een groot gezelschap. Verschillende andere browserproducenten gebruiken Chromium ook: Opera, Vivaldi, Brave en nog veel meer. Zes van de browsers in de test in het volgende artikel zijn gebaseerd op Chromium. Ze profiteren allemaal van een solide basis en een ecosysteem met duizenden uitbreidingen.
Terwijl Googles Chrome meer beperkt is tot de basisfuncties, voegen andere producenten allerlei nuttige functies aan hun browsers toe. Microsoft is bij het ontwikkelen van zijn browser bijvoorbeeld pas zo’n twee jaar geleden overgestapt naar Chromium, maar lijkt het uitbreiden van de nieuwe browser veel aandacht te geven. Microsoft kondigt voor Edge snel na elkaar nieuwe functies aan, zoals een pdf-viewer met bewerkingsfunctie en een zoekbalk.
Ook Opera en Vivaldi bieden veel nuttige aanvullingen. Beide hebben bijvoorbeeld werkbalken waarmee je messengers in de gaten kunt houden of het afspelen van muziek op Spotify kunt regelen. Vooral als je waarde aan privacy hecht, ben je beter af met een andere browser dan Chrome, dat cookies van derden standaard niet eens blokkeert. Brave, Firefox en Safari bieden van huis uit een betere bescherming tegen allerlei soorten trackers.
In het volgende artikel stellen we negen huidige browsers op de proef – laat je verrassen door de verscheidenheid! En als je een ‘nieuwe’ browser overweegt, laat je dan niet afschrikken door al het gedoe dat met zo’n verhuizing gepaard gaat, waaronder met name de vraag hoe je je bladwijzers mee moet nemen.
In het artikel erna laten we je zien hoe je je bladwijzers kunt gebruiken met meerdere browsers.
GEVAARLIJKE CONCENTRATIE
Er zit een keerzijde aan het feit dat zo veel browsermakers vertrouwen op Chromium, omdat er bij de browsers al enige tijd een sluimerende monopoliepositie begint te ontstaan. Volgens de cijfers van het marktonderzoeksbureau StatCounter heeft alleen al Chrome een wereldwijd marktaandeel van 66 procent op alle platforms. Als je daar de andere Chromium-browsers aan toevoegt, heeft Chrome zelfs een marktaandeel van meer dan 73 procent.
Bovendien wordt Chromium gebruikt op plaatsen die niet of niet noodzakelijkerwijs van invloed zijn op dergelijke browserstatistieken. Zo is de WebView-component in het mobiele Android-systeem, waarmee apps HTML-content weergeven, niets anders dan een Chromium-browser. En ook de Electron runtime-omgeving, die veel webservices gebruiken om hun desktopapplicaties te bouwen, maakt gebruik van een Chromium-browser. Het werkelijke marktaandeel van Chromium zou dus wel eens nog hoger kunnen zijn.
De enige twee overgebleven alternatieven die technisch gezien kunnen concurreren met Chroom/ Chromium en zijn browserengine Blink zijn Safari (WebKit) en Firefox (Gecko). Firefox en WebKit zijn ook ontwikkeld als opensource, maar geen van die browsers is een volwaardige concurrent (meer).
Firefox is afkomstig van de Mozilla Foundation, die zichzelf ziet als een voorvechter van een vrij en open web. Als belangrijkste project voor dat doel ontwikkelt de Foundation zijn browser om mee te kunnen praten bij de verdere ontwikkeling van webstandaarden.
De stem van Mozilla wordt echter zwakker naarmate het marktaandeel van Firefox afneemt. Iets minder dan vier procent van alle webpagina’s worden opgeroepen met Firefox. De internetgemeenschap moest ook met bezorgdheid vaststellen dat Mozilla in augustus 2020 blijkbaar in financiële moeilijkheden was geraakt en wereldwijd 250 banen had geschrapt – een kwart van het personeelsbestand. Mozilla heeft in november een belangrijk toekomstig project, de experimentele browser-engine Servo, aan de Linux Foundation overhandigd.
De financiële situatie is ook fataal omdat Mozilla nu waarschijnlijk nog meer dan voorheen afhankelijk is van het geld van Google, aangezien Google de belangrijkste financier is van de Mozilla Foundation. Google betaalt Mozilla om zijn zoekmachine standaard in Firefox te hebben.
Safari heeft altijd nog een marktaandeel van 19 procent. De Apple-browser is echter alleen beschikbaar voor iOS en macOS. Voor Linux zijn er een paar huidige browsers met de WebKit-engine die ten grondslag ligt aan Safari, maar bij Windows
en het toonaangevende mobiele besturingssysteem Android speelt Webkit eigenlijk nauwelijks een rol. Apple krijgt ook miljarden van Google om bij Safari de voorkeur te geven aan het zoeken met Google. Maar het Apple-concern is niet afhankelijk van het geld van Google.
OPEN, MAAR IN ÉÉN HAND
Waarom is diversiteit in browser-engines eigenlijk belangrijk? Zoals het Chromium-project dat zelf in een FAQ stelt: ‘Er zijn meerdere interoperabele implementaties van geaccepteerde standaarden. Elke engine benadert hetzelfde probleem vanuit een andere richting, wat betekent dat webdevelopers meer vertrouwen kunnen hebben in de prestaties en veiligheidseigenschappen van het eindresultaat’. Meer diversiteit leidt bij een open systeem als het web dus tot meer prestaties en veiligheid voor iedereen. Omgekeerd geredeneerd dreigt de afnemende diversiteit in browsers het ‘web’-platform als geheel te verzwakken.
Bovendien is er een zorgelijke bundeling van macht. Google brengt niet alleen zijn eigen browser uit, maar heeft ook de touwtjes in handen bij de Chromium-ontwikkeling. Chromium is daarbij wel een opensourceproject waaraan iedereen kan bijdragen. In feite dragen ontwikkelaars van tientallen andere bedrijven bij – zoals Microsoft, Opera en Samsung. Nog in november werd een ontwikkelaar van een extern bedrijf via een nieuwe, open sollicitatieprocedure gekozen in de illustere kring van de zogenaamde API-owners – de Chromium-developers die mogen beslissen welke programmeerinterfaces de Blink-engine beschikbaar kan stellen aan de buitenwereld.
Desalniettemin hebben externe ontwikkelaars slechts een zeer kleine invloed op het project. Als je een blik werpt op de OWNERS-bestanden van de Chromium-code, oftewel wie die beslissers zijn over het overnemen van nieuwe codebijdragen in de browser, zult je moeten vaststellen dat niet-Googlers daar een zeldzaamheid zijn.
Het biedt ontegenzeggelijk ook voordelen voor het Chromium-project dat Google er zo nauw bij betrokken is. De mankracht van de Google-medewerkers staat garant voor de continue ontwikkeling van de opensource browser. Maar het is ook niet overdreven om te zeggen dat er niets gebeurt aan de ontwikkeling van Chromium zonder de goedkeuring van Google en ook niets dat in strijd zou zijn met de belangen van Google.
MACHTSINSTRUMENT
Google heeft als bedrijf dat zijn geld verdient op vele gebieden van het web – zoekmachine, cloudcomputing, reclame – door zijn eigen Chrome-browser en door zijn invloed op Chromium dan ook de controle over een belangrijk element van dat ecosysteem. De ervaringen uit het verleden hebben keer op keer aangetoond dat een dergelijke constellatie een bedrijf ertoe kan brengen zijn positie uit te buiten om zijn doelstellingen te verwezenlijken.
Google zet zich in principe in voor de gezamenlijke ontwikkeling van open standaarden. Wanneer Google echter gelooft dat iets de potentie heeft om het web vooruit te helpen, dan drukt men dat soms gewoon door. Zo heeft Google zijn versie van een File System API voor toegang tot het bestandssysteem van het besturingssysteem sinds versie 86 in Chrome geïntegreerd – hoewel Mozilla en Apple het beide niet eens zijn met het ontwerp.
Zodra Google een functie in Chrome beschikbaar stelt, beginnen ontwikkelaars die te gebruiken. Op ontwikkelaarsfora staan al de eerste voorbeeldapplicaties met de nieuwe API. Google maakt dus een de facto standaard, en de andere browsermakers zullen dat voorbeeld moeten volgen.
Microsoft wil met de overstap naar Chromium benadrukken dat men zich inzet voor open software. Maar Microsoft onderhoudt ook het belangrijkste desktopbesturingssysteem, maakt voor zo’n beetje elke toepassing zijn eigen software en vocht in de jaren negentig een bittere ‘browseroorlog’ uit over dominantie van de browsermarkt met zijn Internet Explorer. Waarschijnlijk heeft het feit dat Microsoft het tempo van Chromium eenvoudigweg niet kon bijhouden bij hun eigen ontwikkeling van Legacy Edge ook een rol gespeeld bij de overstap naar Chromium.
Webdevelopers en gebruikers worden net zozeer in een hoek gedreven: de eerstgenoemde testen hun functies onder tijdsdruk voornamelijk eerst uitgebreid met de marktleider op browsergebied. Gebruikers leren dan door berichten als ‘gebruik Chrome voor deze service’ of door crashes met andere browsers om de voorkeur te geven aan het gebruik van Googles browser.
RECLAMEMONOPOLIE
Bij Chromes marktdominantie gaat het echter niet alleen over technische webstandaarden, omdat het ook een impact zal hebben op de ontwikkelingen die voor de reclamemarkt in 2021 in het verschiet liggen, en dan met name op cookie-gebied. Safari en Firefox
nemen het voortouw, maar vrijwel elke andere browser, behalve Chrome, heeft al effectieve tracker-blockers ingebouwd. Gebruikers die zich ergeren aan de steeds opdringerigere reclame onderdrukken banners en andere reclamemedia met reclameblokkers. Maatregelen zoals de AVG zetten de klassieke reclamemodellen extra onder druk – vooral die op basis van tracking, bijvoorbeeld met third-party cookies.
Google ziet dat ook en heeft de third-party cookies voor Chrome stopgezet. Ter vervanging heeft het bedrijf een volledig nieuw ontworpen reclamesysteem ter discussie gesteld onder de overkoepelende term Privacy Sandbox. In plaats van persoonlijke gegevens op te slaan bij advertentienetwerken en datadienstverleners, wordt de browser in de toekomst verondersteld de targeting te doen (zie het laatste artikel van dit thema). Een andere benadering binnen dat concept is dat reclame minder gebaseerd moet zijn op de persoonlijke profielen van de eindgebruikers en meer op de inhoud in de browser.
In de toekomst zal de browser de plaats innemen van een gedistribueerde, complexe en onbeheersbare markt van dienstverleners die gebruikersgegevens in realtime over de hele wereld versturen en advertentieruimte in realtime veilen. Op het eerste gezicht lijkt dat positief: website-exploitanten zouden hun pagina’s niet langer hoeven te overladen met reclamescripts en surfers zouden meer controle hebben over hun gegevens.
TEGEN EEN MONOPOLIE
Als Google zijn voorstel gaat doorzetten, zou het grootste online reclamebedrijf aanzienlijke delen van de keten van de online marketingindustrie onder controle krijgen. Google zou dan niet langer alleen de standaarden voor het web bepalen, maar tot op zekere hoogte zou Chrome dan het web zijn.
Het is dan ook geen verrassing dat andere bedrijven de barricaden opgaan tegen dit voorstel van Google. Een alliantie van reclamebedrijven, de ‘Marketers for an Open Web’, heeft de Britse mededingingsautoriteit opgeroepen om het voorstel van Google te onderzoeken en tegen te houden, door te stellen dat het de suprematie van Google op de reclamemarkt zou versterken.
Die suprematie van Google op de browsermarkt is ook een doorn in het oog van de wetgevers aan beide zijden van de Atlantische Oceaan. De EU probeert bijvoorbeeld de nauwe banden tussen Android en Chrome tegen te gaan. Android moet gebruikers een keuze aan alternatieven voor Chrome aanbieden wanneer ze een nieuw apparaat instellen. En bij de antitrustzaak die door het Amerikaanse Ministerie van Justitie is aangespannen, speelt de browser een belangrijke rol. Er bestaat zelfs de kans dat de Chrome-browser bij Google wordt weggehaald.
OVERSTAPPEN ZONDER RISICO’S
Er zouden dus nog een aantal spannende ontwikkelingen op de browsermarkt kunnen gaan komen. Ondanks al het politieke geharrewar op de achtergrond is de doorslaggevende factor voor jou als gebruiker dat alle browserproducenten, en dan inclusief Google, zich in principe gaan inzetten voor open standaarden.
De browsers die in het volgende artikel worden getest zijn gebaseerd op de huidige versies van de drie belangrijkste browser-engines. Je kunt een van die browsers dus makkelijk uitproberen zonder het risico te lopen dat je bepaalde essentiële functies zou gaan missen. Nuttige extra functies, het beter kunnen personaliseren of niet in de laatste plaats meer gegevensbescherming: er zijn veel redenen om een nieuwe browser een kans te geven.