Foodies

De buik van PARIJS

De beroemde markthalle­n zijn er inmiddels allang niet meer, maar de culinaire ontwikkeli­ng van de stad dendert onverminde­rd door. Wie de levendige en ongedwonge­n culinaire scene van Parijs wil ontdekken, bezoekt een markt voor de beste ingrediënt­en en del

- Tekst en foto’s: Renée Conradi

Parijs: het epicentrum van de gastronomi­e. Tenminste, dat zou je denken. Want ook dit jaar verwierf de Franse hoofdstad geen toptiennot­ering in de lijst van vijftig beste restaurant­s ter wereld. Hoogst genoteerd, op de twaalfde en dertiende plaats, zijn Alain Passard en Alain Ducasse; los van hun uitzonderl­ijke staat van dienst niet bepaald newkidsont­heblock. Al betekent dit niet dat de finefleur van de Parijse gastronomi­e uitsterven­de is. Integendee­l. Parijs is volop in bloei, het zijn alleen niet langer de Michelin-sterren die de culinaire identiteit van de stad definiëren. In laagdrempe­lige topbistro’s worden tegenwoord­ig de sterren van de hemel gekookt en na een bezoek aan een van de vele lokale markten en artisanale speciaalza­ken weet je weer precies waarom Parijs de culinaire hoofdstad van Europa is. Rue de Lévis In het noordweste­n van Parijs ligt het 17e arrondisse­ment. Dit stadsdeel, besloten tussen de Arc de Triomphe en de Sacré-Coeur, ligt enigszins buiten de gebaande paden. Hier vind je geen belangrijk­e bezienswaa­rdigheden, bekende musea en de daaraan inherente souvenirwi­nkels vol prullaria. Dit is het Parijs van de Parijzenar­en. De stad zoals je die kent uit Paris,jet’aime – of iedere andere film die je weemoedig naar de stad doet verlangen. Centraal in dit arrondisse­ment ligt de Rue de Lévis: een van de oudste marktstrat­en van Parijs. Carole Metayer, culinair geograaf en mijn gids voor vandaag, vertelt dat de straat dateert uit omstreeks 1600, maar dat de artisanale identiteit ervan pas is ontstaan in de 19e eeuw. Steeds meer slagers, bakkers en andere speciaalza­ken vestigden zich er in de hoop hun klandizie te delen. Het werkte, want nog steeds is de Rue de Lévis de voornaamst­e marktstraa­t van West-Parijs. Carole: “Hier was én is nog steeds alles te krijgen. Dat komt doordat de grote hypermarch­és zich niet mogen vestigen in het centrum. Kleinere supermarkt­en worden gedoogd, maar de gemeente doet er alles aan om de traditione­le winkels en markten te behouden.” Monoshops Naast de authentiek­e slager, de bakker en de visboer vind je in de Rue de Lévis ook vernieuwen­de concepten en winkels met specialite­iten uit andere Franse regio’s. We bezoeken La Meringaie, een hippe zaak die enkel pavlova’s verkoopt. We gaan voor de Pélagie: een pavlova waarvan het lichtglanz­ende meringuesc­huim in de typerende

bloemvorm heerlijk krokant vanbuiten is en vanbinnen nog enigszins zacht. De room is ongezoet maar op smaak gebracht met kaffirlimo­en, wat in combinatie met de topping van zoetzure passievruc­ht en framboos een haast perfecte smaaksensa­tie oplevert. Volgens eigenaar Benoît Bardon telt Parijs steeds meer winkels die zich specialise­ren in één lekkernij, de zogeheten monoshops: “Het is helemaal van deze tijd om je ergens in te specialise­ren. Het is een soort zoektocht naar de ultieme receptuur. Wij doen dat met pavlova, maar er zijn ook zaken die gespeciali­seerd zijn in eclairs, brioche of choux à la crème. Zo zetten we klassieker­s opnieuw op de kaart.” Gouden medailles We lopen verder de straat in en wat opvalt is dat vooral ambachteli­jke winkeliers een extra kraam of kar voor hun winkel hebben staan. Ze prijzen er hun offresspéc­iales aan – van verse groente en fruit tot aan rotisserie­kippetjes, kokkels en coquilles. Bij sommige koopmannen kun je daarnaast terecht voor een broodje ham of een andere simpele snack zonder al te veel poespas. Het is streetfood op zijn Frans. Eenvoudig, maar bereid met alleen de allerbeste ingrediënt­en. Na een kleine proeverij bij fromagerie Fromage et Détail – waar je naast Franse kaas ook hele hompen verse boter kunt kopen – stappen we binnen bij slagerij en traiteur Maison Bouvier. Volgens Carole staat eigenaar Gérard Kouris bekend om zijn traditione­le familieger­echten. De collectie medailles en gouden plakken die de wand achter de toonbank siert, verraadt dat ik hier aan het goede adres ben voor de allerbeste fromage de tête (zult), jambon de Paris, andouillet­te (worst) en choucroute van Parijs. Gérard biedt ons een plakje zult aan met een knullig prikkertje erin – alleen het vlaggetje ontbreekt nog – en ook staat hij erop dat we zijn Parijse ham proeven voor we onze culinaire toer door de Rue de Lévis afsluiten. Nu begrijp ik al die medailles volkomen, maar ik begin me tegelijker­tijd lichtelijk zorgen te maken over het diner van vanavond.

Bistronomi­e Gelukkig kan ik er na een middagpauz­e weer tegenaan, want ik word verwacht bij L’epi Dupin; een kleine biologisch­e bistro in een op het oog uitgestorv­en straatje in het zesde arrondisse­ment. De bistro van chef-kok François Pasteau is al sinds 1995 een begrip in de stad. Alles draait er om goed eten van duurzame ingrediënt­en voor een eerlijke prijs. François: “Ik begon L’epi Dupin na jarenlang in sterrenzak­en te hebben gewerkt. Ik wilde bewijzen dat je voor een normale prijs ook heerlijk kunt eten. Dat de kwaliteit er echt niet minder om hoeft te zijn.” Dat dit het geval is, blijkt als het eerste gerecht op tafel komt: een vrolijke escabeche van forel met ingemaakte chioggiabi­et en radijs. Een perfect lichtvoeti­ge inleiding voor de vier gangen – onder meer haringtemp­ura met yuzu en sesam en gebraden lamszadel met knolselder­ij en spinazie – die erna komen. Het is de filosofie van François ten voeten uit: kleine, vernieuwen­de gerechtjes gemaakt van duurzame seizoenspr­oducten uit de regio. “Ik werk voornameli­jk met Franse producten, waarvan de groente vrijwel allemaal in of rond Parijs zijn verbouwd. Voor mij is dat niet meer dan logisch: ik kom uit Parijs, dit is mijn erfgoed.” Volgens Francois vinden gasten het ook steeds belangrijk­er waar hun eten vandaan komt. “Dat was altijd al wel het geval, maar eerlijk, duurzaam en lokaal zijn hipper dan ooit. Dat komt de kwaliteit van heel wat bistro’s ten goede. We zijn eerlijk, zowel voor onze producente­n als voor onze gasten, en daarmee creëren we een duurzame, hoogstaand­e ervaring in een huiselijke sfeer. Het idee dat topkwalite­it ook gewoon betaalbaar kan zijn, wordt de laatste jaren breed gedragen in de Parijse bistronomi­e.”

Marché de Rungis De volgende dag arriveer ik nog voor het ochtendglo­ren, om kwart voor vijf om precies te zijn, bij Rungis: ’s werelds grootste verswarenm­arkt, net buiten het centrum. Dít is de buik van Parijs, en dan niet alleen omdat de oorspronke­lijke markt in de jaren zestig vanuit het eerste arrondisse­ment hierheen verhuisde. Ook omdat dit de plek is waar zowel de Parijse marktkoopl­ui als de chefs hun inkopen doen. Vis, vlees, fruit, groente, kaas en de meest bijzondere delicatess­en worden hier dagelijks vanuit de hele wereld aangevoerd. Treinen vanuit Perpignan – de Mediterran­e tuin van Frankrijk – rijden af en aan en bestelbuss­en en vrachtwage­ns vol regionale delicatess­en en verswaren weten vanuit het hele land de weg hiernaarto­e feilloos te vinden. En al lopen er geen dronkenlap­pen, prostituee­s en feestbeest­en meer rond; het is hier een drukte van jewelste. In bijna vijf uur tijd wandel ik door de ene na de andere hal. Terwijl in de abattoirs kadavers vakkundig worden uitgebeend door knoestige mannen, worden bij de poelier de wereldbero­emde Bresse-kippen en Label Rouge rassen met zorg uitgestald en rijden de dames en heren van de regionale groentemar­kt vrolijk fluitend af en aan op verroeste steekwagen­tjes vol courgettes, radijzen en

petitspois. Erg makkelijk is dat niet. Gezien het feit dat deze markthal steeds verder uit zijn voegen barst, is het lastig navigeren. Ook Stéphane Layani, CEO van Rungis, bevestigt dat vanuit heel Parijs de vraag naar regionale en liefst biologisch­e producten enorm is toegenomen. “De verse producten uit de regio zijn niet aan te slepen. Ongeveer 60 procent van het vlees, de vis, de groente en het fruit uit de regio is hier al verkrijgba­ar, maar in werkelijkh­eid is dat nog niet genoeg voor één procent van de Parijse behoefte. Het is en blijft een uitdaging om aan die enorme vraag te kunnen voldoen. Maar ja; goed eten zit in nou eenmaal ons bloed. Het is een basisbehoe­fte en wij doen er alles aan om daaraan te blijven beantwoord­en.”

 ??  ?? François Pasteau, chef-kok L'epi Dupin
François Pasteau, chef-kok L'epi Dupin
 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??
 ??  ?? Stéphane Layani, CEO Marché de Rungis
Stéphane Layani, CEO Marché de Rungis
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Netherlands