De Autogrill
Diep in de nacht reden we de straat uit, een tijd later de grens met Duitsland over, een hele tijd later bij daglicht de Zwitserse bergen door en nog veel later na een eindeloze tunnel waren we er nog steeds niet – maar tenminste wel in het land van bestemming. Verzwakt en uitgedroogd, alsof we als drenkelingen op de oceaan hadden gedobberd, reden we een uitvoegstrook op en wist ik dat de redding nabij was. Op de parkeerplaats kleefden we ons los van de autostoelen en strompelden we stijf de schuifdeuren van de Autogrill binnen, het Italiaanse wegrestaurant waar de vakantie voor mij pas echt begon. Hier kon je je tegoed doen aan een piadina, zo’n broodje van dun deeg dat ze even voor je opwarmen en waarna je als bij toverslag al je zorgen vergeten bent. Naar keuze gevuld met ham, kaas, tomaat of de vleeswaar van mijn voorkeur mortadella – een worst van fijngemalen varkensvlees met lardo en pistachenoten. De jaren van autovakanties naar het zuiden liggen alweer een tijdje achter me, maar een broodje met mortadella kan me nog altijd dat vakantiegevoel van toen teruggeven. Wat we echt lekker vinden is vaak terug te voeren naar een bepaalde herinnering, een plek, de mensen met wie je was, hoe je je voelde. Het zou me niet verbazen als veel van ons lievelingseten tot vakanties te herleiden is. Het is augustus, vakantietijd en bij uitstek een maand om te eten wat je goed doet, ook al is het een broodje van de autostrada.