Column Emil
Emil is redacteur bij foodies. Hij eet graag Italiaans vanwege zijn Italiaanse roots en zijn liefde voor zoet en vet gaat door de maag, met alle gevolgen van dien.
Tijdens een ontdekkingsreis naar de beste cassoulet in de Midi-Pyrénées stuitte Emil op crème catalane en dat nagerecht liet hem niet meer los
Vorig jaar was ik rond deze tijd in Frankrijk in de Midi-Pyrénées als lid van een onderzoeksteam dat op ontdekkingsreis ging naar de origine van cassoulet. Behalve met de legendarische Zuid-Franse bonenschotel kwam ik er voor het eerst in contact met crème catalane, een andere primitieve soort van custard en gebrande suiker in platte aardewerken schaaltjes. Op de eerste dag van onze expeditie probeerde ik het als dessert en keek ik halverwege met een stralend blije kop om me heen naar de inheemse restaurantgasten die onverstoord hun crème catalane zaten te eten. Voor hen blijkbaar routine en de normaalste zaak van de wereld. Op de tweede dag nam ik het nog een keer omdat mijn wetenschappelijke brein getormenteerd werd door de vraag: was dat spul écht zo lekker? Op de derde dag sampelde ik het voor alle zekerheid nogmaals en was ik zeker van mijn onderzoeksresultaat: het was écht zo lekker. De komst van de onstuimige herfst doet me weer terugdenken aan het avontuur en de ontberingen in de Zuid-Franse heuvels vorig jaar en maakt dat ik ineens enorm veel zin heb in crème catalane. Het liefst zou ik mijn uitrusting weer aantrekken en op de TGV stappen naar het leefgebied van deze illustere custard. Maar het thuisblijfalternatief is ook leuk. We klonen hem in onze eigen vertrouwde habitat, de inbouwkeuken op drie hoog.