Plannen weggewaaid
Met koude wangen sta ik op de parkeerplaats van viswinkel en restaurant Proef Zeeland met uitzicht op de Oosterschelde. Boven de grauwe golven worden de wolken door de wind uitgesmeerd over een grijze lucht. Erwin Bastemeijer (55) van Proef Zeeland loopt ons tegemoet en stelt zich voor. Hij zorgt ervoor dat Bart en ik vandaag mee kunnen kijken bij twee soorten oesterkwekerijen in Zeeland. Voor tafeloesters maken we vandaag kennis met de experimentele Mark Feijtel (30) uit Bruinisse en voor bodemoesters bezoeken we daarna Kees Sinke (37) van de klassieke oesterkwekerij Sinke, een familiebedrijf dat al ruim honderd jaar oesters kweekt op de bodem van de Oosterschelde en het Grevelingenmeer.
Ik ben klaar om op de boot naar de tafeloesters te stappen, maar Erwin heeft een wijziging in de planning, blijkt algauw.
In het normaal al winderige Zeeland waait het vandaag zo hard, dat zelfs de Zeeuwen het niet verantwoord vinden om met een bootje op zoek te gaan naar de tafeloesters. Maar, geen nood, als we nog een beetje geduld hebben is er een alternatief. De oestertafels staan zo’n kilometer uit de kust, als we wachten tot het écht laag water is, kunnen we erheen waden. Mark, de kweker van de tafeloesters, heeft waadpakken geregeld, ook voor Bart en mij. Jelle Meeuwsen (19) ook van Proef Zeeland een vrolijke jonge knul uit Yerseke met stevige Zeeuwse tongval en opgeschoren kapsel gaat met ons mee. Om ons uit het water op te vissen wanneer we al glibberend onderuitgaan, denk ik nog. Hij heeft pech wanneer Mark de pakken uitdeelt: “Die van jou kan nog wel eens een lek hebben Jelle!”
Een lesje in getijden
Het lijkt erop dat de oesters het ons niet gemakkelijk willen maken. Begin november hadden we al contact over het rapen (of vangen? plukken?) van de oesters. De datum was al vastgelegd, alleen de tijd stond nog open. Ik was benieuwd, wordt het zo’n bakkersdag, waarop je om vijf uur in de ochtend al met deeg in je haren staat? Maar een paar dagen voor onze Zeelanddag belt Erwin dat de oesters zich die dag niet willen laten zien. Aan de telefoon legt hij uit: “Er zijn twee momenten per dag wanneer het water zo laag staat dat de tafels waarop de oesters gekweekt worden, boven het water uitkomen. Dan kun je met een bootje bij de tafels komen en de oesters oogsten. Het getijde valt die dag precies voor zonsopkomst en na zonsondergang.” Natuurlijk kan ik alsnog langskomen en zoveel oesters komen proeven als ik wil. Maar hoe aanlokkelijk dat ook klinkt, ik wil juist graag meekijken, meedraaien, het werk en de mensen achter de oesters ontdekken. Als getijdedummie blader ik door mijn agenda om wellicht dan een paar maanden later weer een afspraak te maken. Je weet wel, wanneer de zon weer eerder opkomt en de avonden al wat langer worden. Maar nee, de getijden zitten niet vast aan seizoenen of maanden, ze hebben hun eigen ritme, een weekje later is al helemaal prima. Dan is het aan het einde van de ochtend laag water.
Beendiep
Voor Bart is het niet de eerste keer in een waadpak, en ik verwacht dat een forse wandeling in deze pakken voor Mark en Jelle dagelijkse kost zijn, maar Mark vertelt me dat dit ook voor doorgewinterde kwekers ongebruikelijk is. Dus eigenlijk heb ik niet eens een excuus dat ik er het meest ongemakkelijk waggelend bij loop. Hoewel, het pak is maatje 44. Ik wankel wanneer de laarzen diep in het slib zakken en af en toe verraderlijk wegglijden, maar de uitdaging komt pas echt als ik een volgende stap wil zetten. In het pak gaat mijn voet wel omhoog, maar mijn sokken zakken steeds verder en de laars blijft koppig achter in de modder terwijl mijn voet al bijna in de knieholte van het pak zit. Het water drukt het koude plastic tot tegen mijn bovenbenen en met moeite sop ik verder, terwijl Mark vertelt over de avonturen die kwamen kijken bij het starten van deze manier van oesters kweken, twee jaar geleden. In de verte zijn de tafels al zichtbaar. Hoewel ik er nog geen duidelijk beeld van had, is het precies zoals het woord al zegt. Metalen constructies die als tafels in het water staan. Daarbovenop liggen zakken van metalen rasters gevuld met oesters.
Sanne: “Ik wankel wanneer de laarzen diep in het slib zakken en af en toe verraderlijk wegglijden.”