Seksuele voorlichting
Kees Sinke, wiens opa vlak na de oorlog oesterkwekerij Sinke nu Fa C. Sinke & Zn startte, geeft me een lesje over de bloemetjes en de bijtjes, of in dit geval, de oestervoortplanting. Een proces dat geslachtsloze triploïde oesters dus niet doorlopen. Wanneer we de ‘r’ in de maand achter ons laten, worden de wateren warmer en gaan de geslachtsrijpe oesters ‘melken’. “Eerst wordt het oestervlees een papperige witte massa, vervolgens scheiden de mannelijke oesters hun zaad uit en de vrouwelijke oesters hun eitjes. Dat zorgt voor een wolk aan melkachtige ‘smurfengloed’.” Ergens in de gloed vinden zaadjes en eitjes elkaar en ontstaan larfjes. Bij Sinke start het kweken met de melkende oesters. “Dat zorgt voor miljoenen zwevende larfjes op de oesterpercelen. Wanneer die zich genoeg gevoed hebben met plankton, worden ze zwaar en zakken ze vanzelf naar de bodem ‘de broedval’”, vertelt Kees. “Ze hebben dan iets nodig om zich aan te hechten, daarom strooien we lege mosselschelpen over de bodem als ‘collectors’.” Hij laat Bart en mij een grote, hier en daar gestippelde, schelp zien. Die stipjes vormen het begin van nieuwe oesters. Ik weet dat oesters, afhankelijk van het soort, minimaal drie jaar nodig hebben om te groeien. ‘Maar vis je ze dan na een paar jaar gewoon weer op?’, vraag ik Mark. De praktijk blijkt wat lastiger: “Sommige percelen zijn geschikter voor oesterbroed. Dus maken we daar ruimte zodra de oesters wat groter zijn, zodat we het proces opnieuw kunnen starten. De volwassen oesters worden uiteindelijk met een net vanaf een boot van de bodem gevist. Om af te komen van het slib dat de oesters bij het opvissen van de bodem nog met een flinke hap binnenkrijgen, worden de oesters in oesterputten onder water gezet. Net als vroeger, want de oudste putten bestaan in Yerseke al 150 jaar. De putten zijn lange bassins die steeds opnieuw met vers Oosterscheldewater gevuld worden om de oesters te ‘verwateren’. De kisten met oesters worden er onder water gezet en laten het zand en slib los tot ze helder en klaar voor consumptie zijn.
Visexpert Bart, diep ingesnoerd in een oranje jas
“Het in je mond laten glijden van een volle glanzende oester is lang niet voor iedereen een traktatie.”