Gardener's World (Netherlands)
De grote vraag
Zo maak je je tuin koudebestendig.
Wat waar groeit (en wat waar kan groeien) wordt door het klimaat bepaald, waarbij water en temperatuur essentieel zijn. Ze zijn beiden belangrijk, maar in ons gematigde klimaat is temperatuur van het allergrootste belang. Alles wat buiten moet overleven in de winter moet wel winterhard zijn, maar wat houdt dat precies in?
Tropische planten, evenals planten uit warme, gematigde en tropische regio’s, zijn gevoelig voor afkoelschade bij temperaturen tussen nul en ongeveer 10 °C. Zulke planten worden in het algemeen beschreven als gevoelig en kunnen in Nederland niet het hele jaar buiten overleven. In de zomer kunnen ze wel buiten staan, maar ze moeten in de winter altijd naar binnen worden gehaald. Bij temperaturen onder nul lopen de planten het risico op vorstschade.
Planten die zulke temperaturen wel aankunnen worden meestal winterhard genoemd. Maar er zijn gradaties in winterhardheid. Het Amerikaanse Department of Agriculture (USDA) heeft de wereld ingedeeld in hardheidzones. Nederland valt daarbij in de zones 7b (-14,9 tot -12,3; Oost-Nederland), 8a (-12,2 tot -9,5; Centraal Nederland, België) en 8b (-9,4 tot -6,7; kust Nederland). Soms worden deze zones bij planten vermeld, zodat je weet hoeveel kou de plant tolereert.
Hoe hebben planten zich zo ontwikkeld dat zij koude winters kunnen doorstaan? Veel planten hebben een eigen aanpak. Eenjarigen komen de winter door als zaden, terwijl bollen en de meeste overblijvende planten zich in de winter onder de grond terugtrekken, waar het nooit zo koud is als boven de grond. De meeste houtachtige planten in koude gebieden vermijden de ergste gevolgen van lage temperaturen door hun bladeren te verliezen en in rust te gaan in de winter.
Groenblijvende houtige planten kunnen tegen het winterse weer, maar de grote bladeren zullen beschadigd worden. Daarom geven groenblijvende planten met zulke grote bladeren het duidelijkste signaal af of zij gevaar lopen in de winter (bananenbomen en canna’s zien er kwetsbaar uit en dat zijn ze ook).
Voorkom winterschade en schaf planten aan die bij jouw klimaatomstandigheden passen. En verder, wat kun je nog meer doen? Plant op een beschutte plek, uit de wind en het liefst tegen een muur op het zuiden, die overdag de warmte vasthoudt en ’s nachts afgeeft. Let extra op potten: de wortels van planten zijn het minst winterhard. Zet de planten daarom bij elkaar en wikkel ze in noppenfolie of zet ze in de grond.
Juiste plant, juiste plaats
Bedek de wortels of minder winterharde planten met een dikke laag mulch – zelfs als ze boven de grond zijn doodgegaan – want veel wortels zullen vaak onder de grond overleven. Let op koude, schrale winden die de planten kunnen beschadigen, vooral bij bevroren grond of plassen. Grootbladige groenblijvers, zelfs winterharde, kunnen niet tegen wind en daarom plant je ze op de meest beschutte plekken. Plaats windbrekers of staken en maak ze stevig vast. Je kunt ook een scherm gebruiken om onbeschutte planten te beschermen tegen de vroege oostelijke voorjaarszon, die schroei kan veroorzaken. Als je goed let op de winterhardheid van je planten kan je de beste uitzoeken en ze zo optimaal beschermen. Vergeet tot slot de algehele staat van je tuin niet. Maak hem nu wind- en vorstbestendig door gebroken of losse kasruiten te repareren en afvoerpijpen, goten en dakpannen te controleren.