Insecten

Wereldwijd gaat de insectenstand hard achteruit. Enkele jaren geleden publiceerden Duitse en Nederlandse onderzoekers het resultaat van dertig jaar insecten tellen. Hun conclusie: de insectenstand is in slechts drie decennia tijd met zo’n 75 procent afgenomen. Dat is een zeer zorgelijke ontwikkeling, want het leven op aarde kan niet zonder insecten. Wereldwijd neemt het aantal insecten gemiddeld met 0,9 procent per jaar af, maar in Europa en Noord-Amerika tot wel drie procent.

Niet alle insecten hebben het overigens even moeilijk. Sommige soorten – en dat zijn meestal de soorten waarvan we er niet teveel willen hebben – doen het juist uitstekend. In Afrika wordt de voedselvoorziening van veel mensen regelmatig bedreigd door enorme zwermen sprinkhanen. En in ons land zijn we inmiddels bekender met de eikenprocessierups dan we zouden willen.

De klimaatverandering, het verlies van habitats, pesticiden en zelfs straatverlichting zijn als ‘schuldigen’ aangewezen, maar verder onderzoek moet uitwijzen wat we nog meer kunnen doen om het tij te keren.

Dit jaar waren er overigens meer wespen in onze tuinen te vinden. En ook al vinden veel mensen deze beestjes vaak maar lastig, dat is goed nieuws. Wespen zijn namelijk natuurlijke ongediertebestrijders, die rupsen, bladluizen en ander ongedierte verzamelen om hun jongen te voeden.

Om insecten in je tuin te helpen, kun je veel doen. Het belangrijkste is dat je genoeg schuilplekken creëert en de tuin niet te strak aanharkt. Maak een stapel van houtblokken, laat bladeren zich ophopen in de hoeken van je tuin, laat een deel van het gras van je gazon groeien en ruim minder op. Bijna de helft van de respondenten van de enquête van de Britse Gardeners’ World heeft een stapel van stammetjes gemaakt en dat is goed nieuws voor kevers.