Wildleven

(Bombycilla garrulus)

De pestvogel houdt zich in de winter in leven door het eten van bessen.

Het mag dan wel koud zijn buiten, maar er is toch volop leven in de brouwerij. De voedersilo’s puilen uit van de meesjes en allerlei andere kleine vogels die zich volstouwen met calorieën. Andere dieren en diertjes zoeken naar voedsel of eten de restjes op die de vogels hebben gemorst. De dagen zijn kort en donker, maar de kortste dag ligt gelukkig al weer achter ons. Het nieuwe seizoen dient zich aan.

Op milde dagen kun je bijen zien die zich laven aan winterharde clematis, kamperfoelie en mahonia. Kleine hommels, de werkers van de winterse kolonies, zijn nu actief. Deze kolonies zijn in de herfst ontstaan en de bloeiende winterplanten houden hen in leven.

De grote hommels zijn de koninginnen die vroeg ontwaakt zijn uit hun winterslaap. Als je er een op de grond ziet, hee ze nectar of suiker nodig zodat ze weer terug kan in haar winterslaap. Zet ze op een bloem of als die er niet is, doe dan 50% suiker en 50% water in een dopje en zet dat voor haar neer. Ze zal er snel van opknappen.

De pestvogel ziet eruit als een lid van de band The Cure uit de jaren 80, met zijn mooie, opvallende kuif en zwart omlijnde ogen. Verder is hij zalmroze met een grijsbruine zweem. Hij heeft iets kleinere vleugels dan de spreeuw met gele en witte streepjes. Helaas is die pracht niet terug te vinden in zijn naam. Hij is namelijk vernoemd naar de pest, omdat men in de Middeleeuwen dacht dat deze vogel hier voor verantwoordelijk was.

De pestvogel komt van origine niet bij ons vandaan, maar is een gelegenheidsover winteraar uit bosrijke gebieden in Scandinavië. De aantallen die naar onze contreien komen, variëren van jaar tot jaar. Wanneer er veel jongen zijn geboren en er is voedselschaarste, dan komen er relatief veel onze kant op. Vogelspotters hebben dan de tijd van hun leven.

Pestvogels eten voornamelijk de bessen van lijsterbessen en meidoornen, maar ook de bessen van dwergmispels en rozenbottels kunnen op hun goedkeuring rekenen. Pestvogels kom je op de gekste plaatsen tegen, van parkeerterreinen tot stadscentra. Als er maar bessen zijn, dan komen de pestvogels vanzelf.

Kijk ook uit naar …

Zwermen pimpelmezen en goudhaantjes, die in bomen op zoek zijn naar kleine hapjes, zoals de eitjes van motten.

Veldmuisjes die rondscharrelen onder voedersilo’s. In milde winters blijven ze zich voor tplanten en dan hebben ze dus extra voeding nodig. Dat vinden ze volop bij voederplekken voor vogels.

Duiker wantsen die op milde dagen naar de opper vlakte van vijvers komen.

Pimpelmeesjes stropen bomen af op zoek naar voedsel.

De pestvogel, houdt zich in de winter in leven door het eten van bessen.