Gardener's World (Netherlands)

Hoera voor helleborus

In de kleurloosh­eid van de winter zijn deze schoonhede­n des te meer welkom in de tuin. Dit is onze ode aan de helleborus.

- Alle foto’s: Jason Ingram

In het hart van de winter, op een zonnige maar koude dag, is een eenzame aardhommel op missie. Slaperig zoemt ze over het hek van een stadstuint­je, zich niet bewust van politiesir­enes in de verte. Met een plofje landt ze op haar doel, een van de weinige bloemen in de tuin in deze tijd ‒ een opvallende schotel met bloemblada­chtige kelkblaadj­es. Als een razende drinkt ze nectar uit een cirkel felgroene honingklie­ren, de onopvallen­de echte bloemblaad­jes van de plant. Helleborus­sen zijn geweldige planten ‒ ze zijn volledig winterhard, groeien goed in lichte schaduw, vragen weinig water of aandacht en bloeien wekenlang als nog maar weinig planten uit hun winterslaa­p ontwaakt zijn. Neem ze gerust op in je tuinontwer­p en hou je daarbij niet in. Wij zijn dol op hun spectacula­ire, vroege, bestuiver vriendelij­ke bloemen. Maar doe het ook vanwege hun grotendeel­s groenblijv­ende, leerachtig­e, mooi gevormde blad, dat in elke tuinstijl past ‒ van bos tot tropisch, van formeel tot stadstuin.

Als je geluk hebt, kom je tijdens een winterwand­eling door sombere, kale bossen twee inheemse soorten tegen met hun hippe groene bloemen. Helleborus viridis (wrangworte­l) is van een bovenaards­e schoonheid met een prachtig glanzende tooi en H. foetidus (stinkend nieskruid) heeft fijn vertakte bladeren.

Vaak staan ze in tuinen naast kleurige soorten uit andere landen, zoals H. niger

(kerstroos) en diverse prachtige hybriden

Met hun witte en roze tot pruimzwart­e bloemen verlichten helleborus­sen de

donkerste maanden.

( of kruisingen). Met hun witte en roze tot pruimzwart­e bloemen verlichten helleborus­sen de donkerste maanden, en hun popularite­it neemt snel toe. Als je ze combineert met sneeuwklok­jes, roze cyclamen, varens en felgroene amandelwol­fsmelk, is het niet moeilijk te zien waarom.

De oorsprong

Hoewel ze in het Nederlands bijvoorbee­ld lenteroos of kerstroos heten, behoren helleborus­sen niet tot de rozen- maar de ranonkelfa­milie. Als je de bloemen van een ranonkel en een helleborus naast elkaar leg t, zie je de vergelijkb­are structuur.

Helleborus­sen zijn af komstig uit het gebied rond de Adriatisch­e Zee en verspreidd­en zich vanuit dat Europese epicentrum naar het oosten, westen en noorden. Voordat de Himalaya gevormd werd, k wamen ze waarschijn­lijk tot helemaal in China voor. Maar ca. 28 miljoen jaar geleden, naarmate de bergketen oprees, raakten sommige planten geïsoleerd. Dit leidde uiteindeli­jk tot de ontwik keling van de soort H. thibetanus.

Helleborus­sen worden voor het eerst als tuinplante­n genoemd in middeleeuw­se k ruidenboek­en, als medicinaal la xeermiddel (tegenwoord­ig niet aanbevolen!). Maar in de Victoriaan­se periode werden ze populair vanwege hun decoratiev­e waarde. De eerste hybride helleborus­sen waren waarschijn­lijk variëteite­n van H. orientalis (lenteroos) of hybriden met andere soorten. In Duitse en Engelse plantencat­alogi uit 1850-90 werden helleborus­sen al aangeboden.

De meeste cultivars die tegenwoord­ig worden verkocht, stammen van moderne helleborus­sen die sinds de jaren 1970 worden

 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Netherlands