Gardener's World (Netherlands)
Inheemse helden
Met inheemse planten help je de biodiversiteit enorm. Ze zijn prachtig, maar helaas niet zo bekend. Elke maand stelt een inheemse plant zich aan je voor, in de hoop een plekje in jouw tuin te krijgen. Ze zullen je niet teleurstellen!
Veldsalie stelt zichzelf voor.
De grootste verandering die we allemaal kunnen doorvoeren, is – als we dat niet al doen – biologisch tuinieren. Maar dat is een heel systeem, je kunt het niet ‘een beetje’ doen. Het is alles of niets. Het is het creëren en volhouden van een duurzaam systeem dat de natuur volgt en probeert te evenaren.
Vooral wanneer we voedsel verbouwen, vragen we meer van de bodem dan Moeder Natuur zou doen. Het helpt dus als we de bestanddelen die de bodem zelf produceert aanvullen. We kunnen blad- en tuincompost maken, regenwater en natuurlijke, vloeibare mest gebruiken en nuttige insecten naar de tuin lokken om plagen te helpen bestrijden. Zo’n aanpak bevordert sterke, gezonde groei en stelt ons in staat intensief te kweken zonder de natuurlijke balans te verstoren.
Koester je bodem
‘Chemische’ tuiniers gebruiken meststoffen om plantengroei te stimuleren. Ze zien de bodem als iets waar planten in groeien en als iets wat de mest vasthoudt waarmee ze de plant ‘voeden’. Maar langdurig gebruik van chemicaliën doodt microorganismen, waardoor de bodem uiteindelijk onvruchtbaar wordt.
Biologische tuiniers weten dat de bodem het leven in stand houdt. De natuurlijke cyclus – waarin de natuur materialen recyclet om de bodem te voeden, om planten te laten groeien, om materiaal voort te brengen dat weer gerecycled kan worden – is een doorlopend proces. Het werkt in de natuur al miljoenen jaren en wordt al duizenden jaren toegepast in onze tuinen. Biologische tuiniers voeden de bodem, stimuleren bodemorganismen de voedingsstoffen af te breken en laten planten opnemen wat ze nodig hebben.
We moeten recycling in onze tuinen creatief benaderen. Hier op Glebe Cottage hebben we veel plastic potten over uit de tijd dat we nog een kwekerij waren. De overgrote meerderheid daarvan, maar ook van zaaibakken en -modules, die vaak meer dan 30 jaar oud zijn, worden steeds opnieuw gebruikt en dat zullen we blijven doen. Maar meer zullen we er niet kopen.
Ondertussen experimenteren we met gerecycled papier en karton, waarvan we kweekbakken maken met aparte vakjes die geplant kunnen worden en in de bodem vergaan. Mijn opa kweekte zijn lathyrus en tuinbonen in potjes van krantenpapier. Tegenwoordig slingeren er niet meer zoveel kranten rond, maar er is een overvloed aan kartonnen verpakkingen! Ook ander verpakkingsmateriaal kan worden gebruikt, bijvoorbeeld de vertrouwde yoghurtbeker.
In 1999 hebben we voor de Chelsea Flower Show een tuin gemaakt met de naam 21 Century Street. Dat was een adres en tegelijkertijd een pleidooi. De boodschap was simpel: dat iedereen een tuin kan hebben die zichzelf in stand houdt en het milieu niet belast, maar je CO² - voetafdruk kan compenseren. Voor de aanleg gebruikten we uitsluitend herwonnen materialen, zoals oude bakstenen en gebruikt hout. In de kas/schuur demonstreerden we hoe we compost maakten in bakken waaruit kooldioxide en warmte vrijkwamen, wat de zaden op de planken erboven hielp ontkiemen. De planten in de tuin stelden weinig eisen, en de bedden stonden op zichzelf. Een van de belangrijkste doelstellingen van de hele tuin was dat alles vanaf nul kon worden gekweekt. Zowel de kas/schuur als de wateropslag absorbeerden overdag warmte, die ‘s nachts weer werd afgegeven.
Als we de klimaatverandering willen vertragen of zelfs stoppen, moet iedereen meedoen. En als het erom gaat persoonlijke keuzes te maken, kunnen tuiniers een zeer belangrijke rol spelen.
Biologisch tuinieren is het creëren en volhouden van een systeem dat de natuur volgt.