Gardener's World (Netherlands)
De lathyrusbij
Heb je de bij op de cover al gezien? Het is een lathyrusbij. Om deze in jouw tuin te verwelkomen, zaai je, je raadt het al, lathyrus. Op de pagina hiernaast lees je hoe je dat doet. De lathyrusbij is een solitair levende bij uit het geslacht van de metselbijen. Het achterlijf van deze bij heeft brede, heldere doorlopende haarbanden. Het vrouwtje heeft een geelbruine buikschuier met lange, dichte buikbeharing waartussen zij stuifmeel transporteert.
Ook heeft zij een kaak met twee tanden. Het mannetje is relatief groot (10-13 mm) en heeft lange, witte haren aan de voorpoten. Het vrouwtje is 12-14 millimeter.
In het voorjaar vindt de paring plaats, hierna begint het vrouwtje aan de nestbouw – in bestaande ondergrondse- en bovengrondse holten, verlaten nesten, holle steengaten of in bamboestokken, bij voorkeur met een diameter van 6 mm. Het vrouwtje maakt cellen van leem en hars. Door speeksel toe te voegen aan zand, leem of gruis dat zij bijeenschraapt, ontstaat een bolletje dat zij als bouwmateriaal gebruikt. Een cel is 15 mm lang en wordt aan de binnenkant met hars bedekt. De eitjes worden in een smalle gang achter elkaar gelegd. De bij uit het laatst gelegde eitje vliegt straks als eerste het nest uit.
De lathyrusbij is vooral te vinden in het zuidelijke deel van het land (Zuid- en Midden-Limburg), Zeeland en het oostelijk rivierengebied. En in tuinen waar siererwt als sierplant is te vinden, want daar zijn ze dol op. Deze bij bezoekt maar een beperkt aantal planten, het liefst vlinderbloemigen zoals natuurlijk de lathyrus, boslathyrus en de gewone rolklaver.