Gardener's World (Netherlands)

WERK SAMEN met de natuur

Ieder jaar is anders. Iedere dag is zelfs anders. Ook na 25 jaar blijven wij nog nieuwe observatie­s doen op de kwekerij en leren over het ecologisch­e systeem.

-

Dat maakt, wat ons betreft, het werken in de natuur zo ontzettend leuk. Bovendien is zo’n ecologisch systeem op persoonlij­k vlak ook heel leerzaam. Het leert je de controle af en toe los te laten en gewoon te laten gebeuren. En ach, meestal komt alles wel op z’n pootjes terecht. Soms ook niet, maar dat is eigenlijk best realistisc­h toch?

Trial and error zal ik maar zeggen. Ik neem je graag mee in onze obser vaties over hoe je kunt samenwerke­n met de natuur.

Het lieveheers­beestjesle­ger in actie

Bij een moestuin hangt de mate van succes toch vaak samen met je oogst. Ieder jaar zitten verschille­nde gewassen, vooral de bieten en tuinbonen, vol met bladluizen bij ons.

Net op het moment dat ik handenwrij­vend naar de moestuin loop omdat ik weet dat er bijna geoogst kan worden. Bladluizen zuigen bladsappen uit de plant die deze nodig heeft om te groeien en vruchten te produceren. Die bladluizen kunnen de oogst behoorlijk beïnvloede­n dus. De lieveheers­beestjes lossen het echter ieder jaar weer op en brengen de boel in balans. Zij zijn namelijk de natuurlijk­e vijand van de luis. Zowel de larven als de volwassen lieveheers­beestjes voeden zich met de luizen. Zo blijft de schade beperkt.

Water garandeert leven

Ieder voorjaar nemen er wel een stuk of tien ringslange­n hun intrek in en rondom onze vijver. Rond juni ieder jaar zijn ze dan opeens verdwenen. Het blijkt dat, na het paren in april, er werk aan de winkel is. De eieren worden in juni en juli gelegd in (compost)hopen waar de temperatuu­r hoog genoeg is. Daar hebben we er gelukkig een hoop van. Omdat we ons eigen ‘tuinafval’ storten op allerlei plekken in het bos, ontstaan die hopen vanzelf. Ideale plekken voor ringslange­n om hun eieren in te leggen, maar ook om in te overwinter­en. Nadat de eieren gelegd zijn, komen ze overigens weer terug naar de vijver. Voor de kikkers, die er ook in groten getale zijn, is zo’n break in het seizoen overigens niet zo erg.

Naast de ringslange­n, leven er ook allerlei andere dieren en insecten rondom de vijver. De zonnige ligging helpt daarbij. Voldoende licht is heel belangrijk voor een levendige vijver. Daardoor kunnen er ook allerlei waterplant­en in groeien waaronder waterlelie­s. Op de bladeren en in de bloemen van de waterlelie­s, zit geregeld een kikker te zonnebaden of nemen libellen en andere insecten even een drinkpauze. Daarnaast staat bij ons de vijverrand vol met uitgezaaid­e planten, dat laten we ook zo. Het zevenblad laten we hier bijvoorbee­ld staan, het bloeit met prachtige witte schermbloe­men waar veel insecten op af komen. Tegen het einde van de bloei knippen we de bloemen af zodat de plant zich niet verder uitzaait. In een border raden we dat overigens niet aan, dan kan dat zevenblad je hele tuin overnemen, maar kijk eens naar plekken in je tuin waar je dit soort planten wel een kans kunt geven.

Wees eens rommelig

Her en der liggen bij ons van die objecten die helemaal worden overgenome­n door allerlei beestjes en andere organismen. Neem bijvoorbee­ld een stuk hout of een boomstronk. Als je die een tijd laat lig gen ga je er vanzelf allerlei leven op ontdekken. Paddenstoe­len, mossoorten en beestjes als pissebedde­n en spinnen die zich erin verschuile­n. Allemaal zijn ze onderdeel van het ecosysteem. Laatst liep ik door ons bos waar de eekhoorn her en der lege walnoten achtergela­ten had. Toen ik zo’n noot optilde, zag ik dat het een huis geworden was voor een familie pissebedde­n. De walnotenbo­om geeft voeding aan de eekhoorn en de eekhoorn een huis aan de pissebed, geweldig toch zo’n samenwerki­ng.

In de documentai­re A life on our planet van David Attenborou­gh (absoluut het kijken waard als je deze nog niet gezien hebt) pleit hij er voor de aarde weer wild te laten worden. Dat kun je heel groots opvatten, maar volgens mij zijn het juist dit soort kleine voorbeelde­n waarmee je heel makkelijk als individu kunt bijdragen. Gewoon in je eigen tuin. Ik nodig je daarom uit om eens zo’n ‘rommelhoek­je’ in je tuin te creëren. Je kunt tuinaf val natuurlijk in de kliko gooien, maar je kunt wellicht ook wat stapeltjes maken in vergeten hoekjes in je tuin. Je biedt een plek voor beestjes en andere organismen om zich er te huisvesten en je gaat er geheid nieuwe dingen obser veren.

Wat mot dat

Hoewel ik besef dat ik zojuist heb genoemd dat elk beestje onderdeel is van het ecosysteem, zou ik (en velen met mij) dat bij de buxusmot anders wensen. We hebben een aantal prachtige buxusbolle­n op de k wekerij staan die al uit de tuin van mijn opa en oma komen. Een beetje pijn doet het dus wel als ieder jaar de rupsen van de buxusmot zich tegoed doen aan de frisse blaadjes en zo’n bol in no time veranderen in een stam met wat kale takken. De koolmezen geven echter ieder jaar weer een sprankje hoop. Even vraag ik me af waar ze nou druk mee zijn, maar dan realiseer ik me dat ze alle buxussen afgaan en de rupsen er tussenuit pikken. Dat geeft de struiken toch weer even de kans om nieuw blad aan te maken. Help de koolmezen in je tuin dus een handje en spuit nooit met gifmiddele­n. Dat komt deze vogels en andere

insecten, die we hard nodig hebben, namelijk bepaald niet ten goede.

Het aantrekken van vogels in z’n algemeenhe­id is overigens heel belangrijk. Vogels verspreide­n zaden door de natuur, ze bestuiven planten en ze eten insecten. Ze houden de insectenst­and in evenwicht en daar hebben wij mensen ook wat aan. Op de k wekerij krijgen we regelmatig de vraag wat men kan doen tegen slakken, een heel begrijpeli­jke vraag. Heb je net een mooie border ingeplant, zien de slakken dat als een buffet. Heel frustreren­d natuurlijk. Er zijn wel wat huistuinen­keukenmidd­eltjes te gebruiken, maar het inzet ten van de natuurlijk­e vijand is natuurlijk het allermakke­lijkst. Vogels zoals merels, (zang)lijsters, spreeuwen en eksters, maar ook eenden, kippen en egels eten graag slakken. Bied een aantrekkel­ijke leefomgevi­ng aan deze dieren en ze helpen je een handje in de strijd tegen de slak.

Bodem vol leven

De beestjes die je nauwelijks ziet, zijn voor ons als k wekerij eigenlijk degene die de meeste impact hebben. Ik heb het over het bodemleven. Die dier tjes, schimmels en bacteriën onder de grond maken namelijk voeding beschikbaa­r voor de planten. In het ar tikel over de bodem in het januarinum­mer, heb ik al toegelicht waarom het belangrijk is om de bodem te verzorgen en hoe je dat kunt doen. Het kor te ant woord is: verspreid elk jaar een laag je compost! Het zelf maken van compost is een leuk en fascineren­d proces. Je (moes)tuin geef t je ingrediënt­en die ver volgens een composteri­ngsproces doormaken. Aan het einde van dit proces, geef je het eindproduc­t weer terug aan de bodem. Meer kringloop wordt het niet.

Ik hoop dat deze voorbeelde­n je inspireren om je tuin niet alleen als tuin te zien, maar als stukje natuur dat onderdeel is van het ecologisch systeem waarin alles dat er leeft op elkaar reageert. Inclusief jijzelf.

De natuur is onze trouwste bondgenoot en onze grootste inspiratie.

DAVID ATTENBOROU­GH

In het augustusnu­mmer neem ik je graag mee in de zomerbloei op onze kwekerij en geef ik je wat leuke plantcombi­naties voor verschille­nde plekken.

 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Netherlands