Gardener's World (Netherlands)
Bijenportret De lathyrusbij
Elke jaar kiest de Bijenstichting een speciale bij waar het hele jaar extra aandacht aan wordt besteed via social media en de website. Na een stevig debat eind 2023 is de keuze voor dit jaar gevallen op de lathyrusbij! En daarbij is het ook de favoriete bij van Jaap Molenaar, directeur van de Bijenstichting.
De lathyrusbij behoort tot het geslacht van de behangersbijen. Het vrouwtje is fors en kan wel 14 mm groot worden. Ze heeft duidelijke zichtbare geelbruine brede haarbanden en een opvallende dichtbehaarde buikschuier. Hiertussen transporteert ze het stuifmeel. Ook aan de zijkant van het borststuk en op het gezicht heeft zij lichte haren. De bovenkant van het borststuk is geheel bruin of zwart behaard. Ze heeft kaken met twee tanden waarmee ze specie van zand en klei kan maken. Het mannetje is iets kleiner en minder opvallend. Hij heeft aan zijn voorpoten een franje van lange vuilwitte haren die naar achteren gericht zijn. De lathyrusbijen vliegen overal van mei tot begin september.
Nestelgelegenheid
De lathyrusbij is vooral te vinden op droge grond of dijkhellingen, zandgroeven, in tuinen en plantsoenen. Deze bij komt in mei tevoorschijn, de mannetjes als eerste en kort daarna de vrouwtjes.
Als de voedselplanten van de vrouwtjes (vlinderbloemen) dicht bij elkaar staan, verdedigen de mannetjes in de buurt hun kleine territoria. Staan de planten verder uiteen, dan gaan de mannetjes langs de planten patrouilleren
Mannetjes kunnen buitengewoon goed zijwaarts vliegen, kort stilhangen in de lucht en tegelijkertijd op zoek gaan naar foeragerende vrouwtjes. Toch vindt de paring vaak plaats op of bij de nestplaats zodra een vrouwtje tevoorschijn komt. Na de paring zoekt het vrouwtje een geschikte nestplaats.
Zij nestelt bovengronds in oevers, scheuren en spleten van muren of dood hout of holle stengels. Het aantal broedcellen dat in een gang wordt aangelegd varieert van één tot drie cellen. De broedcellen worden bekleed met een specielaag die bestaat uit zand of klei met een bepaalde vochtigheid. Het voedsel voor de larven bestaat uit een mengsel van nectar en stuifmeel. Het eitje wordt in deze voedselbrij gedrukt. Daarna wordt de cel afgesloten met een wandje van specie.
Nadat een larve het voedsel heeft opgegeten, wat weken kan duren, spint hij een cocon. In deze cocon overwintert de larve in verstarde toestand (rustlarve). In mei heeft de larve zich verpopt en vervolgens ontwikkeld tot volwassen bij. Klaar om uit te vliegen.
Meer weten over deze en andere bijen? Bezoek dan www.bijenstichting.nl.