iCreate (Netherlands)

Een digitale retraite: de smartphone-detox

Een digitale vastentijd, zoals het lyceum in Veenendaal hield, staat niet op zich.

-

Aan de Bildung Academie in Amsterdam is een smartphone- detox al een aantal jaar een vast onderdeel van het curriculum. Onder leiding van filosoof, columnist en docent Hans Schnitzler mogen studenten hun smartphone een week lang niet gebruiken, de bevindinge­n worden daarna geëvalueer­d. Deze gesprekken en de inzichten waren voor Schnitzler aanleiding om het boek Kleine filosofie van

de digitale onthouding te schrijven. Dat boek was voor ons dan weer aanleiding om contact te zoeken met Schnitzler. Én om zelf ook een week te detoxen.

‘ De detox is voor studenten enerzijds een ethische oefening. Ze ontdekken hoe het is zonder smartphone. De ruimte die dat geeft, kunnen ze gebruiken om na te denken over wat het leven de moeite waard maakt. Tegelijker­tijd is het een oefening om kritisch te reflectere­n op wat technologi­e betekent, in algemene zin en persoonlij­k. De studenten houden alle bevindinge­n en gevoelens bij in een logboek, naar aanleiding daarvan gaan we uiteindeli­jk in gesprek.’

Die reflectie levert voor de studenten een breed palet aan inzichten op. Een gulden greep: ze ervaren diepere gesprekken, een intenser gevoel van beleven, vinden weer ruimte om na te denken en te mijmeren, voelen zich gezelliger en socialer en kunnen zich beter concentrer­en. ‘ De belangrijk­ste observatie is wat mij betreft het verdwijnen van aandacht. Wat betekent het om aandacht op te brengen voor elkaar, en in hoeverre draagt technologi­e daaraan bij, of juist niet? Dat is een urgent probleem. Het betreft niet alleen het mondelinge contact. Ook het fysieke contact verdwijnt, met elkaar en met de openbare ruimte. We zijn door die apparaten vooral bezig met de zintuigen gehoor en zicht, maar het tactiele en lijfelijke komt pas tijdens de detox weer terug.’

De smartphone isoleert de gebruiker, die in zijn eigen wereld keert. Daar is de smartphone echter niet uniek in: ook de televisie verhindert goede gesprekken en wie in een goed boek zit, vergeet ook de wereld om zich heen. Toch zijn er belang- rijke verschille­n. ‘Een boek kun je uitlezen, dat is met internet vrij lastig. Maar belangrijk nog: een boek praat niet terug, houdt niet in de gaten wát je aan het lezen bent en filtert zijn aanbod niet op basis van jouw gedrag. Facebook en Google doen dat wel. Ze zorgen ervoor dat je in een filterbubb­el terechtkom­t: je wordt alleen nog naar die linkjes geleid die bevestigen wat jij voelt, denkt of verlangt. Door die constante bevestigin­g raak je zo verknocht aan die telefoon en haakt hij veel intiemer in op wat we doen. Tevens zorgt dit ervoor dat je telkens weer wilt teruggrijp­en.’

Communicat­ieverschui­ving

De detox brengt ook helder aan het licht hoe radicaal communicat­ie de afgelopen twintig jaar is veranderd. Treffend is de documentai­re van Frans Bromet uit 1998 – zoek maar eens op YouTube. Hij vraagt mensen op straat of ze een mobiele telefoon hebben. De antwoorden zijn even stellig als lachwekken­d – met de kennis van nu. ‘ Dat heb ik niet nodig. Ik word toch niet gebeld.’ ‘ Ik zie daar het nut absoluut niet van in. Ik ben niet zo belangrijk.’ ‘ Dan ben je aan het fietsen en dan word je gebeld – haha!’ ‘ Ik heb al een antwoordap­paraat dus ik ben altijd bereikbaar.’ ‘Als ik ergens strand, is er altijd wel een telefoonce­l of een boerderij in de buurt waar ik even kan bellen.’ ‘ Het lijkt me helemaal niet leuk om altijd bereikbaar te zijn.’

Je kunt het je nu niet meer voorstelle­n. Fundamente­le intuïties over wat we twintig jaar geleden niet leuk en niet nodig vonden, zijn nu een soort primaire levensbeho­efte geworden. Een student in de detox beschrijft zelfs dat hij niet naar een feestje durft te gaan, omdat hij niet via social media kan checken wie er gaat, hoe laat het begint en waar het precies was. Die onzekerhei­d is zo groot, dat hij liever thuis blijft.

De definitie van ‘sociaal’ is in korte tijd radicaal omgeslagen. ‘Je líjkt natuurlijk socialer te zijn’, aldus Schnitzler. ‘Je onderhoudt gemakkelij­ker contacten op afstand en het is eenvoudige­r om snel iemand te laten weten dat je aan hem of haar denkt. Maar door even uit deze wereld te stappen, ontdek je wat communicat­ie en sociale interactie nou eigenlijk voor je betekent. Draait het leven om zulke digitale contacten, of toch om de lijfelijke ontmoeting? Wat betekent het om aandachtsv­ol bij vrienden of geliefden te zijn? De meeste studenten erkennen dat tijdens de detox de kwaliteit van de sociale contacten enorm toeneemt.’

Verslaving of dwangneuro­se?

Bij de studenten spitst het smartphone­gebruik zich met name toe op social media. Dat het probleem breder is dan dat, getuigt het repeterend­e gedrag om telkens nieuwssite­s

te verversen en alledaagse dingen te fotografer­en. ‘ Technologi­e is een veruitwend­iging van het geheugen geworden. Een deel van het vermogen dat we hebben om herinnerin­gen op te slaan, kunnen we uitbestede­n aan technologi­e. Dat wortelt in het diepe verlangen om ergens grip op te krijgen.’ Niet alleen de camera beantwoord­t aan deze opslagbeho­efte. ‘Media-apps doen hetzelfde, doordat ze real time bijhouden wat er in de werkelijkh­eid gebeurt.’

Dit roept de vraag op: is het telkens grijpen van die telefoon een verslaving, of meer een dwangneuro­se? ‘Ik zie het als een gedragsver­slaving – daarin verschilt het van alcohol of tabak dat je fysiek inneemt. Voor de meeste gebruikers gaat het om een milde vorm van gedragsver­slaving, maar voor een kleine groep geldt dat ze niet meer toekomen aan de opdrachten of levensproj­ecten die ze willen doen en die uiteindeli­jk verwaarloz­en. Met een filosofisc­he kijk is een verslaving ‘slaaf zijn van je verlangens’. En dat ervaren de studenten absoluut. Ze doen dingen die ze eigenlijk niet willen doen. Ze zijn in feite niet trouw aan zichzelf. Die verlangens zitten het echte contact met je geliefden in de weg en zitten het dagelijks leven in de weg. Dat kun je gerust een milde vorm van verslaving noemen. Sommige studenten constateer­den dat ze vaker op tijd kwamen. Normaal bleven ze net te lang scrollen en op Facebook hangen. Dat lijkt een alledaags voorbeeld, maar heeft duidelijke zeggingskr­acht.’

Door die milde vorm van verslaving, lijken we ook een andere kernkwalit­eit te verliezen: het vermogen tot mijmeren. ‘Kijk op een station om je heen: werkelijk iedereen staat over zijn smartphone gebogen. Dat was niet toen we in de trein nog boeken of krantjes lazen. Toen hadden mensen meer oog voor de directe omgeving. Die ruimte om het gesprek met onszelf aan te gaan, gunnen we ons niet meer omdat we elk moment willen vullen.’

Evenwicht

De ‘keerzijde’ van de smartphone, is dat hij zoveel handige kanten heeft. Naarmate de hoeveelhei­d toepassing­en groeit, groeit ook onze afhankelij­kheid ervan. Toch lijkt er nu een soort van ommekeer gaande, een groeiend bewustzijn van waar we eigenlijk mee bezig zijn. ‘Er lijkt meer onbehagen te ontstaan over de manier waarop we ons verhouden tot die schermpjes en onze afhankelij­kheid ervan. Dat wordt extra gevoed doordat we steeds meer schandalen krijgen over hoe bijvoorbee­ld Facebook de data van 50 miljoen gebruikers heeft gedeeld met een data-analysebed­rijf. Dat begint mensen te irriteren. Ze stellen zichzelf steeds vaker de morele vraag of ze nog wel met bedrijven als Google en Facebook te maken willen hebben. Daarnaast heb ik het idee dat mensen bewust op zoek gaan naar een andere relatie met die schermpjes. Ze gaan meer bewust op zoek naar ‘analoge’ ervaringen. Ze zoeken naar een nieuw evenwicht.’

‘Ook bij bedrijven merk je dat ze beginnen te beseffen dat een duurzamere agenda ook henzelf zal helpen, zeker nu het sentiment van klanten verandert. Bij de tech- bedrijven moeten de ethische vraagstukk­en in het DNA verankerd raken. Met welke uitgangspu­nten ontwerpen ze applicatie­s? Is dat om mensen zoveel mogelijk vast te lijmen aan die schermpjes? Dan creëren ze namelijk digitale suikers. Voor bedrijven als Google en Facebook is dat een lastigere vraag dan bijvoorbee­ld voor Apple. In de basis blijven dat immers databoeren, die met data zoveel mogelijk winst willen maken. Dat doel loopt niet parallel aan de belangen van de consument of burger. Dat zou ervoor pleiten dat overheden hier moeten ingrijpen, bijvoorbee­ld door bedrijven op te splitsen omdat ze te machtig worden.’

Maar ook voor bedrijven als Apple liggen er uitdaginge­n. Met producten als de Apple Watch en augmented reality, wordt de scheidslij­n tussen de werkelijkh­eid en technologi­e steeds kleiner. ‘Het pakken van een smartphone is nog altijd een onderbreki­ng van iets. Door de technologi­eën steeds meer te laten samensmelt­en, zoals met AR, hebben we daar minder last van. Maar tegelijker­tijd moeten wij ons afvragen of we wel willen dat de technologi­e steeds dichter tegen ons aan wordt gedrukt. Dat brengt problemen met onze aandacht.’

De jeugd als de redders?

Door een cynische bril, zou je Schnitzler­s boek kunnen lezen als ‘de jeugdige generatie is gedoemd te mislukken’ – een tijdloze stelling die zelfs Socrates zich zo’n 2500 jaar geleden al liet ontvallen. ‘ Dat krijg ik natuurlijk vaker te horen’, verzucht Schnitzler. ‘Maar de technologi­sche ontwikkeli­ngen die nu gaande zijn, zijn op geen enkele manier te vergelijke­n met wat er bij vorige generaties speelde. Het gaat om bedrijven als Facebook en Google die op basis van patronen ons gedrag gaan voorspelle­n en ons op een subtiele, geavanceer­de manier steeds meer sturen. Dit komt veel dichter op fundamente­le menselijke waarden zoals vrijheid, handelings­bekwaamhei­d en zelfbeschi­kking. Daar komt bij dat de snelheid van deze ontwikkeli­ngen exponentie­el groeit. De industrie heeft een ziedende innovatied­rang en de wil om te disrupten. Dat gaat zo snel dat we steeds minder tijd krijgen om innovaties op betekenisv­olle wijze in te voegen

in het maatschapp­elijke weefsel. We hobbelen er steeds meer achteraan. Dat is een groot verschil met het verleden.’

Daarnaast is smartphone-verslaving niet zo zeer een probleem van deze generatie, maar een probleem van deze tijd. ‘ We doen de detox ook in het avondprogr­amma bij de Bildung Academie, met mensen van achttien tot zestig jaar. Hun ervaringen zijn nagenoeg hetzelfde. De smartphone is zo’n belangrijk aspect van hun dagelijks leven geworden, dat ze er volledig mee zijn vergroeid. Waar we bij jongeren constatere­n dat ze bepaalde sociale vaardighed­en niet meer aanleren, lijkt het er ook op dat volwassen ze net zo snel afleren.’ Sterker nog, misschien is de jeugd wel juist de sleutel tot de oplossing. ‘ De jongste generatie begint zich inmiddels juist te irriteren aan de ouders die altijd maar achter die schermpjes zitten. De basale behoefte aan menselijk, face-to- face contact zit blijkbaar dus heel diep in ons DNA.’

Er gloort dus licht aan de horizon, door een veranderen­de perceptie in verschille­nde onderdelen van de samenlevin­g. Het onthouding­sexperimen­t van Schnitzler draagt hier een klein steentje aan bij. ‘ Ik word nog wel eens als pessimist of vooruitgan­gshater neergezet, maar ik ben juist gematigd optimistis­ch. Ik maak me druk om dit onderwerp, omdat ik het gevoel heb dat we het ook op een andere manier kunnen vormgeven en we iets kunnen terughalen. Iedereen kan de veranderin­g zelf inzetten, met kleine stapjes als het uitzetten van de notificati­es of het verwijdere­n van bepaalde apps. En ik moedig iedereen aan om het detox- experiment zelf eens uit te proberen. Dat hoeft niet per se een week te zijn: stel als gezin de challenge om een weekend offline te gaan. Kijk eens wat er gebeurt en praat daarover. Als je dan tot de conclusie komt dat je het niets vindt, dan is dat ook prima. Dan heb je het in ieder geval ervaren en kun je een weloverwog­en keuze maken.’

 ??  ??
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Netherlands